Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Taal 5 en 6

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • havo | 384 woorden
  • 23 oktober 2007
  • 26 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
26 keer beoordeeld

Taal 5

Opdracht 1

1. ja
2. ja
3. nee
4. ja
5. ja
6. ja
7. nee
8. nee
9. ja
10. ja

Opdracht 2
1. A
2. B
3. A
4. B
5. A
6. B
7. A
8. A
9. B
10. C

Opdracht 3
Voorvoegsel                 achtervoegsel             Samenstelling
Onwaar                        hartig                          hervormen
Studiehoofd                 tranend                       snotneus
Telefoonkabel              openlijk                       fluitist

Asociaal                       gevaarlijk                    reconstructie
Verstoren                    gevarendriehoek         verouderen
Werkbaar                    wanproduct                 waardering
Hervormen                  presidentieel               feministisch
Reconstructie              fluitist                          tranendal
Verouderen                 waardering                 studiehoofd
Wanproduct                werkbaar                    telefoonkabel
Onsluiten                    feministisch                 gevarendriehoek

Opdracht 4A
1. een tropisch zwemparadijs
2. een muzikaal onthaal
3. een vriendelijke groet
4. een gelijkmatig humeur
5. een soort centrum
6. een experimentele behandeling
7. een humoristische telefoniste
8. een financieel deskundige
9. een schaapachtig gezicht
10. een moedige daad

Opdracht 4B
1. ontwikkelen – ontwikkeling

2. staken – staking
3. consumeren – consument
4. combineren – combinatie
5. beleven – belevenis
6. verbergen – verberging
7. plakken – plaksel
8. integreren – integratie
9. accepteren – acceptatie
10. dreigen – dreiging

Opdracht 4C

1. flexibel – flexibiliteit
2. complex – complexheid
3. reëel – realiteit
4. speciaal – specialisatie
5. perfect – perfectie
6. verliefd – verliefdheid
7. modern – modernisering

Opdracht 5A

1. ondraaglijk = als on er niet staat is het draaglijk en dat is het niet
2. instabiel = hetzelfde als bij 1
3. atechnisch = is bijna hetzelfde als asociaal
4. wanorde = zelfde als bij 1 en 2

5. hergroeperen = iets over nieuw doen
6. diskwalificatie = iemand BV eruit sturen bij een wedstrijd
7. ontradelen = het vrij maken van iets

Opdracht 5B
1. heroveren
2. ontwarren
3. disharmonieus
4. wanproduct
5. incompetent

Taal 6

Opdracht 1

1. ja
2. ja
3. nee
4. nee
5. nee
6. ja
7. nee
8. nee
9. ja
10. ja

Opdracht 2A

1. C
2. B
3. B
4. B
5. A
6. A
7. B
8. B
9. A
10. B

Opdracht 3
1. religie
2. openbare
3. bedevaart
4. bijbel
5. vasten
6. rite
7. humanisme
8. levensbeschouwing
9. waarden en normen
10. zingeving

Opdracht 4
1. zo arm als job
2. hij is een ongelovige Thomas
3. zo wijs al Salomo
4. zo oud als Methusalem
5. hij is voor haar de ware Jozef

Opdracht 5
1. in zak en as zitten

A erg verdrietig en aangeslagen zijn
2. het gouden kalf aanbidden
C rijkdom het belangrijkste vinden
3. oog om oog, tand om tand
F toegeven niet koppig zijn
4. een judas zijn
G een verrader zijn
5. Iemand geen haar krenken
H Iemand geen enkele kwaad doen
6. de Benjamin zijn
E de jongste zijn
7. Water bij de wijn doen
B wraak nemen
8. een rib uit mijn lijf
D erg duur

Opdracht 6

1. Heb je de jobstijding al vernomen?
Erg slecht nieuws
2. dat is paarden voor de zwijnen werpen
iets geven waar ze iets aan hebben
3. ik was nog in adamskostuum
hij was nog naakt
4. is me een doorn in het oog
het zit me in de weg
5. het plan viel in goede aarde

iedereen vond het een goed idee
6. toen gold de regel oog om oog, tand om tand
als je iets deed kreeg je hetzelfde terug
7. ik was mijn handen in onschuld
ik was het niet
8. door het oog van de naald gekropen
ze heeft net geluk gehad

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.