Antwoorden Nederlands (op niveau) Woordenblok Blok 1, 3, en 4
Blok 1 opdracht 2
Diplomatiek = zeer omzichtig, rekening houdend met de gevoeligheden van anderen
Discreet = in staat gegevens vertrouwelijk te behandelen
Flexibel = zich gemakkelijk aanpassend aan wisselende omstandigheden
Integer = onkreukbaar
Loyaal = trouw aan het bedrijf of aan de aangegane verplichtingen
Abstract denkend = kunnen denken zonder naar de werkelijkheid te kijken
Accuraat = nauwkeurig
Ambitieus = eerzuchtig
Assertief = zelfverzekerd
Communicatief = makkelijk met anderen pratend
Coöperatief = op samenwerking gericht
Creatief = in staat zelf iets te maken of te bedenken
Emotioneel stabiel = evenwichtig in het omgaan met gevoelens
Sociaal voelend = begrip en gevoel hebben voor medemensen
Gedisciplineerd = volgens een strak (tijd)schema werkend
Initiatiefrijk = iets (nieuws) willen ondernemen
Innovatief = vernieuwend
Punctueel = stipt, zeer nauwkeurig
Representatief = geschikt om (een bedrijf, instelling) te vertegenwoordigen
Responsabel = verantwoordelijk
Opdracht 3
Uit hoofde van = op grond van
Euvel duiden = kwalijk nemen
Blijkens = zoals blijkt uit
Abusievelijk = bij vergissing
Onverwijld = onmiddellijk
Teneinde = om
Desalniettemin = toch
Daar = omdat
Restitutie = teruggave
Bijgevolg = dus
Genoegzaam = genoeg
Offeren = aanbieden
Krachtens = op basis van
Anderszins = op een andere manier
Blok 3 opdracht 1
Cartoontekenaar = tekenaar van spotprenten
Cartoontekenaar = tekenaar van spotprenten
Radiocolumn = kort stukje dat iemand regelmatig en op een vaste tijd uitspreekt op de radio
Weblog = online logboek, ingekort tot blog, waarop iemand regelmatig teksten schrijft over wat hij heeft meegemaakt
Coverstory = omslagverhaal (verhaal dat al op de omslag wordt aangekondigd)
Digibeet = iemand die niets weet van computers
Televisiedocumentaire = tv-film over bestaande (niet verzonnen) gebeurtenissen
Edutainment = opvoedkundig (vormend) vermaak
Infotainment = informatief amusement op radio en tv
Journaille = persmuskieten
Komkommertijd = (de) vakantietijd waarin er weinig nieuws is
Nasynchroniseren = gesproken tekst in een film vertalen en zo inspreken dat het lijkt alsof de spreker de tekst zelf zegt
Opinieweekblad = weekblad met artikelen waarin de schrijvers meningen naar voren brengen
Paparazzi = opdringerige fotografen van de sensatiepers
Primetime = tijd dat de kijk- of luisterdichtheid het hoogst is
Reality-tv = tv-uitzendingen met waargebeurde, vaak sensationele gebeurtenissen (bijv. rampen) als onderwerp
Tabloidformaat = klein, handzaam formaat
Verschoningsrecht = recht om je informatiebron te verzwijgen
Mediageniek = bij uitstek goed overkomend op televisie of op andere media
Persbureau = bureau dat de nationale en internationale nieuwsvoorziening verzorgt, waar dagbladpers en omroepen in binnen- en buitenland gebruik van maken
Perscommuniqué = officiële mededeling aan de pers
Opdracht 3
Adequaat = passend
Ad interim = tussentijds
Antiautoritair = tegen het dwingend opleggen van gezag
Arbitrair = willekeurig, zoals het toevallig uitkomt
Authentiek = oorspronkelijk
Biometrisch = met meetbare lichamelijke kernmerken
Calamiteit = grote ramp
Compressor = apparaat dat lucht samenperst
Concessies doen = op een aantal punten toegeven
Curieus = merkwaardig
Demagogie = het ophitsen van de massa door leugenachtige voorstellingen
Elementair = de basis betreffend
Hautain = hooghartig
Hypothese = vooronderstelling (veronderstelling)
Ideologie = geheel van opvattingen
Impasse = probleem waarvoor men geen oplossing vindt
Impliceren = inhouden
Plaquette = gedenkplaat
Plenair = voltallig
Pluriform = veelvormig
Blok 4 opdracht 1
Trendy = modieus, eigentijds
Clou = de kern, dat waar het om draait
Promoveren = de graad van doctor verwerven
Fenomeen = verschijnsel
Cryptische = duister, moeilijk te begrijpen
Referentie = verwijzing
Intrigerend = boeiend, fascinerend
Dissertatie = wetenschappelijk werk om de graad van doctor te verkrijgen
Evidente = heel duidelijk
Hachelijke = gevaarlijk, riskant
Brands = merken
Gemanipuleerde = beïnvloed, door kunstgrepen behandeld
Registreren = vastleggen, optekenen
Strategie = aanpak
Pointe = de kern, dat waar het om draait
Geapprecieerd = gewaardeerd
Mysterieus = geheimzinnig
Slogan = slagzin
Onomstotelijk = onbetwistbaar, onweerlegbaar
Relativeren = afzwakken
Confronteren (met) = in aanraking brengen met
Kompaan = collega, kameraad
Interpretatie = uitleg, betekenisverklaring
Adequate = passend, juist
Condities = voorwaarden
De antwoorden gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden