Oefenopgaven lenzen + uitwerkingen

Beoordeling 4.2
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 5e klas vwo | 457 woorden
  • 16 mei 2003
  • 74 keer beoordeeld
Cijfer 4.2
74 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Extra oefenopgaven Klas 5 voor Klas 4 SCOOP 1 H6§2 mei 2003 V J M Meulenbroek
Algemene opmerkingen: - schrijf alle afstanden direct en consequent in m, je hebt meteen S uit de lensformule; - bij het kijken naar een bril kijk je in alle gevallen naar een virtueel beeld (b negatief) dat zich bevindt aan dezelfde kant van de bril als het voorwerp (origineel); - een (goede) bril brengt het virtueel beeld op de afstand waar het “ongewapende” oog het nog net wel scherp kan zien; - een positieve lens maakt een virtueel beeld verder weg dan het voorwerp (absolute waarde van b groter dan v, daarom is 1/v + 1/b = S en dus ook f immers positief) - een negatieve lens maakt een virtueel beeld dichterbij dan het voorwerp (absolute waarde van b kleiner dan v, daarom is 1/v + 1/b = S en dus ook f immers negatief) - bij een positieve lens zijn f en b altijd positief, b is negatief als v < f - bij een negatieve lens zijn f en b altijd negatief (en v altijd positief) 1) Oma Cor kan nog maar vanaf 0,60 m scherp zien, maar ze wil vanaf 0,25 scherp zien. Bereken de sterkte van de bril die ze daarvoor nodig heeft. Antw: de bril moet een virtueel beeld maken op 0,60 m afstand dus b = - 0,60 m en het origineel moet op 0,25 m staan dus v = + 0,25 m aldus is S = 1/f = 1/b + 1/v = -1/0,60 + 1/0,25 = -1,67 + 4,0 = + 2,33 dpt. 2) Ome Henk kan met zijn bril nog maar tot 0,50 m scherp zien. Zijn bril heeft een sterkte van S = + 1,25 dpt. Tot hoever kan Henk scherp zien zonder bril? Antw: de bril moet van een voorwerp (origineel) op 0,50 m ( v = + 0,50 m) een virtueel beeld maken dat verder weg staat (dus v < 0 m). Aldus wordt S = 1/f = 1/b + 1/v ofwel + 1,25 = 1/b + 1/0,50 = 1/b + 2,0 ofwel – 0,75 = 1/b en dus b = -1,33 m dit virtueel beeld staat aan dezelfde kant als het voorwerp (origineel) op de afstand waarmee het oog van Henk het “ongewapend” aankan: tot 1,33 m kan Henk scherp zien zonder bril. 3) Hoe sterk moet de bril worden zodat Henk op 0,25 m scherp kan zien? Antw: het virtuele beeld moet weer op 1,33 m komen waar Henk het nog net scherp kan zien; dus b = - 1,33 en de gewenste plaats van het voorwerp wordt dus v = + 0,25 m. Aldus volgt voor de sterkte S = 1/f = 1/b + 1/v = -1/1,33 + 1/0,25 = -0,75 + 4,0 = + 3,25 dpt. 4) Wiebe kan maar tot 0,80 m scherp zien en verderaf niet meer scherp. Bereken de sterkte van de bril waarmee hij tot oneindig scherp ziet. Antw: de bril moet een voorwerp (origineel) van oneindig ver ( v = oneindig, 1/v = 0) afbeelden op een virtueel beeld op 0,80 m afstand ofwel b = -1/0,80. Volgt voor S = 1/f = 1/v + 1/b = 0 + -1/0,80 = -1,25 dpt dus S = - 1,25 dpt. Let op f en S zijn negatief.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.