2 Beveiligen
■■ 2.1 Veilig in huis
1 – combinatie heet water en kleine kinderen.
– combinatie water en elektriciteit
– oude mensen en trappen
2 – spelen met vuur
– roken in bed
– brandende kaarsen
– slechte elektrisch installatie
3 langdurig koelen met koud water
4 Door het grote aantal regels loop de consument
niet het risico onveilige producten te kopen.
5 – beugel waardoor de twee helften niet uit elkaar
kunnen schuiven;
– plastic dopjes onder de poten waardoor de
poten niet weg kunnen schuiven;
– een dwarsverbinding aan de bovenkant waaraan
je je vast kunt houden;
– ribbels op de treden waardoor je er niet makkelijk
af glijdt.
6 De afstanden zijn kleiner waardoor je kleinere
stappen kunt nemen. Dat is veiliger; zeker voor
kinderen en ouderen.
7 a Vallen van een trap komt harder aan.
b Vallen van het dak komt nog harder aan.
c In huis breng je het grootste deel van de dag door
samen met andere mensen die overal knikkers,
bananenschillen en andere spullen laten slingeren.
8 a Dat is gedaan om te voorkomen dat ze al tijdens
de bouw afgaan door stofwolken of door sigarettenrook
van de bouwvakkers.
b De stoomwolken van de warme douche laten de
rookmelder ook afgaan.
9 a Er gaat een lichtstraal langs de liftdeur. Staat er
iemand in de deur dan wordt de lichtstraal onderbroken
en weigert de deur te sluiten.
b De sensor is een lichtgevoelige cel in de deurstijl
van de lift. De verwerker is een stuk elektronica in
de lift die er voor zorgt dat de motor van de liftdeur
niet reageert als er geen licht op de cel valt. De
uitvoer is een signaal naar de motor van de liftdeur.
10 a Een druksensor in de rail die voelt als er een trein
overheen rijdt. Of een lichtsensor die meet of er
iets langs de rail gaat.
b De verwerker stuurt een signaal naar de spoorbomen
als de sensor aangeeft dat er een trein
aankomt. De uitvoer is de motor die er voor zorgt
dat de spoorbomen dicht gaan.
11 practicum
12 a Als de stroom door de zekering te groot wordt,
wordt het draadje zo heet dat het doorsmelt waardoor
de stroomkring verbroken wordt.
b Bij een smeltzekering moet je de kapotte zekering
uit de houder draaien en een nieuwe inzetten.
13 a De aarding van het apparaat. Door de aarding
loopt er stroom door de buitenkant van het apparaat
naar de aarde. De aardlekschakelaar reageert
daarop en schakelt de spanning van de elektriciteitsdraden
in huis.
b De zekering vliegt eruit omdat de stroomsterkte in
een groep te groot wordt.
c De aardlekschakelaar reageert omdat er stroom
weglekt via schroef, kind en vloer.
14 a TV en DVD-speler zijn parallel geschakeld. Je kunt
ze apart laten spelen.
b Een zekering is in serie geschakeld met de wasmachine.
Als de zekering doorbrandt, moet de
wasmachine tegelijk geen spanning meer krijgen.
15 a De sensor meet het verschil tussen de stroom die
het huis ingaat en de stroom die het huis verlaat.
b De verwerker controleert of dat verschil groter of
kleiner is dan 30 mA. En hij geeft een signaal naar
de schakelaar als dat verschil groter dan 30 mA is.
c De uitvoer is het onderbreken van de stoomkring.
16 a Per groep kan maximaal 16 A stroom geleverd
worden. Als je meer groepen hebt, kun je meer
apparaten aansluiten. Valt één groep uit dan vallen
niet alle apparaten in huis uit.
b Het maximale vermogen van die groep is:
P = U Å~ I = 230 Å~ 16 = 3680 W. Er is al 2000 W
ingeschakeld; er blijft dus 1680 W over voor lampen
van 100 W. Er kunnen 16 Lampen van 100 W
extra aangesloten worden. De 17e lamp laat de
zekering smelten.
17 a Als de bliksem inslaat kunnen er hoge spanningen
op het elektriciteitsnet ontstaan. Hierdoor kunnen
je elektrische apparaten beschadigd
raken.
b Als er weinig tijd zit tussen het moment dat je de
bliksem ziet en je de donder hoort, is het onweer
dichtbij: 3 seconde tijd betekent ongeveer 1 km afstand.
De snelheid van het geluid is 340 m/s. In
3 s legt het geluid dus 3 Å~ 340 = 1 km af.
2.2 Inbraak en diefstal
18 De inbreker heeft een groter oppervlakte dan de
kat en zendt dus meer straling uit. De automaat
reageert pas als er voldoende straling opvalt.
19 a Als er geen stroom loopt. Dan reageert het alarm
ook als de spanning wegvalt, zodat er maatregelen
genomen kunnen worden
b Als de draden van de alarminstallatie worden
doorgeknipt valt de stroom ook weg en gaat het
alarm af.
20 practicum
21 practicum
22 practicum
23 practicum
24 practicum
25 practicum
26 Om te controleren of mensen geen spullen uit
winkels meenemen zonder te betalen.
Om te controleren of mensen geen wapens bij zich
hebben.
27 De röntgenstraling die bij mensen wordt
gebruikt mag geen schade aanrichten in het
lichaam. Voor de bagage wordt sterkere straling
gebruikt.
28 a Elektromagnetische straling dringt niet door een
afscherming van metaal. De tags in de tas zijn dan
niet bereikbaar voor de straling van het
detectiepoortje.
b Om niet iedereen, met een elders gekocht tostiijzer,
de winkel uit te jagen.
29 Het detectiepoortje is een zender en hoe verder je
van de zender staat, hoe zwakker het signaal. Ook
de RFID-tag is een zendertje als de tag actief
wordt en daarvoor geldt hetzelfde.
30 a Het kluisje zendt een signaal uit dat de RFID opgevangen
wordt. De chip zendt een signaal terug
met de juiste code voor het betreffende kluisje. Het
kluisje vangt de juiste code op en gaat open.
De antwoorden gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden