Muziekgeschiedenis Module 5.
Hoofdstuk 25 Impressionisme:
9a. javaanse gamelan en andere exotische klanken
b. vage lijnen, strepen en punten, donkere kleuren vervangen door lichtere, schilderen hun indruk van de natuur
c. verkorten & verlengen melodieën, verbreken van de gebruikelijke periodische opbouw
d. piano: gebruiken van 3 pedalen, melodietonen blijven hangen en vermengen met klankvlakken die ontstaan door merkwaardige akkoorden
e. stukken op dans gebaseerd: vlijmscherp, puntig en soms overdreven precies. in andere werken: dromerig en lui
Hoofdstuk 26 dodecafonie:
6a. 12
b. het doen klinken van 12 halve toonstappen waarin men een octaaf kan verdelen, alle tonen moeten gebruikt worden maar niet in de onderlinge relaties die eeuwenlang gebruikelijk waren.
c. de tonen zijn niet meer betrokken op een andere toon maar rechtstreeks van belang in de compositieopbouw.
d. een toon mag pas de tweede keer gebruikt worden als de andere 11 aan bod zijn geweest
enigste uitzondering: directe herhaling, de componist mag deze zovaak gebruiken als hij wilt
de hele reeks kan getransponeerd worden naar een andere toonhoogte.
7a. leraar: arnold schönberg, leerlingen: alban berg, anton webern
b. de dodecafonie
c. muziek is een gelijktijdigheid en opeenvolging van tonen en tooncombinaties die zo geordend zijn dat haar werking op het oor aangenaam is en haar werking op het waarnemingsvermogen versterkend werkt zodat deze indrukken occulte delen van onze gevoelssfeer vermogen te beïnvloeden en dat deze invloed ons in een droomland van vervulde wensen leven laat of in een gedroomde hel.
d. Wozzeck // Lulu
e. de bekwaamheid om een gedachte in een duidelijke eenvoudige begrijpelijkste vorm te gieten
f. positief
g. boulez, maderna, nono, henze en stockhausen
Hoofdstuk 27 Expressionisme
11a. nieuwe generatie wees de oude waarden af, ze hadden er geen vertrouwen meer in,
b. de diepste gevoelens van de mens
c. vernieuwing in de harmonie, gelijkberechtiging tussen dissonant en consonant die ook voor melodievorming grote consequenties met zich meebrengt, bitonaliteit, dodecafonie, polytonaliteit, atonaliteit vervangen het 19e eeuwse totale systeem. Extreme liggingen vergen het uiterste van instrumenten, dynamische tegenstellingen wisselen elkaar bijna chaotisch af, bizarre instrumentale combinaties bepalen de klankkleur, melodieën bestaan uit kleine secundes grote septiemen en overmatige intervallen, ostinatie en vrij ritme wisselen elkaar af, polymetriek en polyritmiek zijn geen zeldzaamheid meer.
d. galop, sacre du printemps, petrouchka, vuurvogel
e.allegro barbaro-bartók / rasendes zeitmas wild tonschönheid ist nebensache – hindemith
Hoofdstuk 28 Experimenten
6a. – muziek van de oosterse volken
- melodie, ritmiek, van het gezang van vogels
- bewegingen van planeten en kometen, atomen en atoomdeeltjes
b. gebaseerd op reeksen, hebben niet alleen betrekking op toonhoogte zoals in de dodecafonie maar ook op de duur van de tonen, de articulatie, de dynamiek, de klankkleur.
c. ritmes melodieën en samenklank zijn niet meer herkenbaar; emoties sterk op de achtergrond
d. la marteau sans maître – Pierre boulez
7a. Oosterse muziek, studies over indiase filisofie, japans zenboedhisme en oud chinese boeken
b. componist tussen de traditie (wat altijd heeft bestaan) en de luisteraar en de uitvoerder
c. toevalsmuziek, alea=dobbelsteen componist=raamwerk, artiest=uitvoeren en invullen raamwerk
d. het dirigisme van de 19e eeuwse componisten die steeds nauwkeuriger gingen voorschrijven hoe hun werk moest worden uitgevoerd
8a. handeling als uitgangspunt – gebeurtenissen werden in woorden en tekens vastgelegd
b. kloppen op viool, stuiterballetjes op pianoklep, water in een glas, capriolen menselijke stem: fluisteren, krijsen, herhalen medeklinkers
c. het is niet meer belangrijk om te noteren hoe een stuk moet klinken
9a. tussen de twee wereldoorlogen van de vorige eeuw
b. Een elektronisch instrument waarom slechts eenstemmig gespeeld kan worden. Het mysterieuze geluid was zeer bruikbaar voor het creëren van geheimzinnige effecten.
c. muziek gebaseerd op alledaagse geluiden
d. edgar vasère peetvader componisten elektronische muziek, formuleerde 1939 toekomstgericht credo: voordelen machine: loskomen van willekeurige gelijkzwevende systeem, mogelijkheid elke willekeurige onderverdeling octaaf te krijgen, onverwacht bereik hoge lage registers, nieuwe harmonische schitteringen,
hoofdstuk 29 Jazz
7a. blues is soort volksmuziek vanaf 19990 door de noordamerikaanse zwarte bevolking beoefend en beluisterd werd
b. noord-amerika
c. zorgen van het dagelijks leven
d. coupletten van 12 maten, -> 1 1 1 1 – 4 4 1 1 – 5 4 1 1
e. noten uit de mineurladder die in combinatie met de majeurbegeleidingsakkoorden een schrijnende spanning oproepen
f. BB King, Bessie Smith, Ma Rainey
REACTIES
1 seconde geleden