Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Thema 3

Beoordeling 4.7
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 5e klas havo | 1564 woorden
  • 14 november 2003
  • 60 keer beoordeeld
Cijfer 4.7
60 keer beoordeeld

Maatschappijleer hoofdstuk 3 1
a) Als iemand ouder wordt nemen ze vaker een vast baan. b) omdat ze dan bijv. hun studie hebben voltooid. c) Ja ik denk het wel. Ik ga ook een vast baan nemen na mijn studies. 2
a) Geld. Dat is waarschijnlijk het belangrijkste omdat je voorwerpen en diensten wilt gebruiken en die nou eenmaal geld kosten. 3
a) ‘Arbeid is goed voor de mens’ b) ‘Werk loont’ en ‘Arbeid maakt mens’ c) ‘Niks voor niks’ en ‘Geld jongt niet’ 5
a) Het verdienen van een inkomen en het kunnen voorzien in het eigen levensonderhoud en in dat van het gezin. Het verdienen van geld is voor bijna iedereen de belangrijkste reden om te gaan werken. Immaterieel: De mogelijkheid tot verdere zelfontplooiing. In dit soort beroepen moeten mensen voortdurend blijven studeren om bij te blijven (bijv. advocaat en musicus). - Het ontwikkelen van zelfrespect, het vergroten van het gevoel van eigenwaarde. Wie werkt heeft het gevoel erbij te horen en iets te doen dat op een of andere manier nuttig is voor anderen. b) Maatschappelijk: Wil zeggen voor de maatschappij, dus diensten etc. Technisch wil zeggen dat het gaat over goederen. c) Een samenleving waarin arbeid een centrale plaats in neemt. d) 1. Onjuist

2. Juist
3. Juist
4. Juist
e) Afspraken rond het verrichten van arbeid. Zoals minimum jeugdloon. f) – g) – h) Geld. 7
a) Materiële: Koopkracht
Immateriële: Lichaamsbeweging
b) Nee, koopkracht heb je alleen als je betaalde arbeid verricht. c) Het neemt tijd in beslag. En het kan misschien gevaarlijk werk zijn waardoor je lichamelijk letsel kan oplopen. d) Dat kan wel. In tegenstelling tot de functies. 10
a) Stroming Verschil
Calvinisme Hard werken is goed en eerlijk geld verdienen
Karl Marxx Werken is een last. b) Het Calvinisme had een opvatting die vertelde dat werk goed was. Het Calvinistische (Johannes Calvijn) arbeidsmoraal was dat je hard moest werken en woekeren met de talenten die je van god had gekregen. Iedereen moest werken, rijk én arm. In deze tijd kwam ook het kapitalisme op. Werklozen kunnen tegenwoordig niks meer doen aan hun werkloosheid tenzij dat aan hun opleiding ligt. c) Eigen schuld wordt niet echt meer gebruikt maar toch komt het voor. d) – 12
a) Traditioneel arbeidsethos

b) Ik doe al aan werken dus niet van toepassing. 16
a) Ja, ze gaan de straat op en doen verkeerd werk bijvoorbeeld waardoor ze ook niet echt goed geld verdienen en verkeerde dingen moeten doen om aan geld te komen. b) Ik vind dat wel kloppen, als je namelijk weer de kans krijgt zou ik dat zeker doen. Mijn arbeidsethos zou zeker weer stijgen aangezien het geld oplevert dat vaak wel van belang is. 19
a) Ik weet het verschil denk ik niet goed maar ik denk dat arbeidsrecht zoiets is inhoud als rechten die bij arbeid komen spelen. Recht op arbeid wil zeggen dat werkloosheid niet behouden hoeft te worden en je werk aangeboden zou moeten krijgen. b) – c) Ik vind dat je best kunt zeggen dat je naar werk moet zoeken als je werkloos bent. Maar je kunt natuurlijk iemand niet dwingen. Ik heb er wel wat tegen als je geen zin hebt om te werken en leeft van een uitkering op je luie reet. Dan mag je best vrijwilligers werk doen 2x in de week of zo. d) Klopt. Maar als er op een school niet meer plaats is zal het toch ophouden. 20
a) 92.6 procent 6187/6681=0.926*100=92.6% b) Onder de totale bevolking verstaan we ook de kinderen en die werken niet. c) 7.4 % d) Heel hoog, de werklozen uit 1996 zijn meer dan de werklozen uit 1990
e) Nee de mannen werken net zo hard als vrouwen hoewel er meer mannen zijn dan vrouwen. 21
a) Eigenlijk kun je dat niet zomaar zeggen. Dat is meer een algemeen begrip voor het begrijpen van je vak en het beleven van wat je daarmee bereikt. b) Ja, misschien zorgt het ervoor dat er minder respect wordt afgelegd voor bepaalde beroepen. 22
a) De arbeidsmarkt verschuift maar dan niet in zijn geheel. Meer in sectoren. b) Ja misschien maar dan niet op een grote schaal. Je merkt wel dat de vrouwen sneller zijn gegroeid dan de mannen. 26
a) Dat je jezelf kunt ontspannen. b) Uitrusten of uitslapen. c) Door elkaar. 27
a) Mensen doen minder om hun sociale contacten te behouden. Kijk maar naar Romanie Schuurmans. b) Mensen gaan minder lezen. 29
a) Je mag wat mij betreft je vrije tijd zelf indelen. Anders was het niet echt vrije tijd. b) Ja
c) – 32
a) Ja want ze betrekken de werklozen erbij en dat is sociaal democratisch. b) Nee niet langdurige werklozen die zullen naar mijn menig moeilijk een baan accepteren in tegenstelling tot een persoon die nog niet lang een werkloze is. 34
a) Neej, maar ze lijken er wel op. Een argument hiervoor is dat ze geen rekening houden met de consumenten in tegenstelling tot de producenten. b) Ik vind dat ze gelijk hebben met deze stelling. Je kunt niet al consumerend zomaar het milieu verbeteren. Dat gaat niet, je zult er moeite voor moeten doen.
Opdracht 36 a) Mensen snappen niet waarom iemand een bepaalde handeling doet. b) Ze snappen elkaar bezigheden niet. De een kan het niet snappen dat de ander de hele dag een bepaalde handelingen non-stop kan doen. c) Ja, ik denk van wel. Mensen hebben zelf een bepaalde mening over iets en dat moet men maar respecteren. Veel kunnen het niet snappen waarom zo’n baan er is. Opdracht 39 a) Is een ladder met een aantal beroepen waar men tegen op kijk. Zijn beroepen die niet iedereen kan doen. De status in de maatschappij. b) Vuilnisman en beroepsvoetballer zou ik hoger zetten en apotheker en pastoor zou ik lager zetten Opdracht 40 a) Is de stijging of daling op de maatschappelijke ladder. b) Ja, er zijn niet echt een aantal lagen in de maatschappij. Iedereen respecteert elkaar en neemt het voor elkaar op. c) Ja. Opdracht 42 a) Anders gaan de mensen denken dat die baantjes alleen worden opgevuld door allochtonen. Nu kan men zien dat er ook anderen zijn die dit willen. b) Zeggen dat ze erop vooruit gaan als ze het anders aanpakken. 44
a) De overheid garandeert minimum niveau van welvaart en draagt zorg voor het welzijn van de burgers
45
a) Er wordt in een verzorgingsstaat uitgegaan van zowel sociaal-democratische uitgangspunten als el liberalistische uitgangspunten. 46
a) Het gaat zowel over de werkgevers als werknemers en het volk. b) Sociale verzekeringen zijn verzekeringen die voor de gezondheid en het welzijn van het volk zorgen. Sociale voorzieningen zijn voorzieningen die daar bij helpen. c) Voor sociale voorzieningen hoeft met niet te betalen en gebeurt dat door de belasting. Voor sociale verzekeringen moet je juist de belasting betalen. 48

a) De crisis van de verzorgingstaat ontstaat door 3 oorzaken.; economische problemen zoals te veel uitgaven en geen bezuinigingen; bestuurlijke problemen zoals een slechte opstelling van de regels;en sociaal culturele problemen die over het gedrag van het volk gaat. b) Toen was de tijd gekomen dat de verzorgingstaat een beetje tot stand begon te komen en vorm te nemen voor zoals hij nu is. De tijd die daarvoor nodig was laat de bron hier zien. Die tijd had ook langer geweest kunnen zijn maar daarvoor staat de bron hier niet. 49
a) Prijsbeleid staat voor het reduceren van bijvoorbeeld de uitkering en bijv. het loon tijdens ziekte verlagen zodat geld bespaard kan worden. Met volume beleid wordt bedoeld dat er werd ingezien dat er teveel mensen gemakkelijk in de WAO kwamen en er een aardig centje aan overhouden en dat niet kon. Het WAO zorgde dus voor veel werklozen en er werd dus bijstand aangemaakt. Die was veel lager dan de WAO dus mensen gingen sneller beter worden etc. b) Er blijven mensen die niet willen of kunnen werken dus werkloosheid blijft ook bestaan. 54
a) Ik denk dat dat is omdat de geschoolde vakarbeiders ook écht weten waar ze het over hebben. Die zijn meer gespecialiseerder dan ongeschoolde arbeiders uit dat vak. b) Materiele positiebeweging en volwaardige positie. 55
a) De arbeiders hebben veel macht en zo’n staking is niet niks als je kijkt naar het aantal arbeiders dat dan ook zal staken. Dat zal wel heel wat problemen op leveren. b) Ik weet niet wat sporadisch is. 58
a) Over hun invloed op politieke stemmingen en wetten en regels die van hun belang zijn. b) Nee, ik vind het geen discriminatie omdat jongeren tegenover de volwassen niet een aparte groepering of samenleving zijn. 59
a) Overlegpartner, regelgever, werkgever, initiator
b) Overlegpartner met werkgever zijn in elkaar gelijken maar kunnen ook kunnen die elkaar beoordelen en afkeuren. 61 - 62
a) Technologische werkloosheid en dat wil zeggen dat de technologische vooruitgang zorgt voor werklozen maar toch ook weer voor banen zorgt. Lastkant van hedendaagse arbeid dat ons vertelt dat hedendaags arbeid door nieuwe ontwikkeling voor nieuwe vragen en vraagstrikken leiden. Segmentering van de arbeidsmarkt dwz dat voor veel banen geld dat ze geen goede arbeidsvoorwaarden bieden. Ook de garanties vallen af. b) Dat ze niet moeten zeuren en gewoon met de digitalisatie en alle nieuwe technologie mee moeten werken. c) Een eigen oplossing mag ook wel… Doe wat aan de problemen met je eigen ideeën. 64
a) De druk van werkgevers is erg hoog. b) Ja, als werkgever heb je nou eenmaal die macht en mag je die gebruiken. 66

a) Arbeidsgeschiktheid en arbeidsbereidheid zijn de norm. b) Ze kunnen zich toch weer gaan opzetten tegen deze ideologie. En zorgen daarvoor dat de ideologie weer zal moeten veranderen.

REACTIES

R.

R.

27
a) Mensen doen minder om hun sociale contacten te behouden. Kijk maar naar Romanie Schuurmans.
??????????????

18 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.