Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Opdracht 16 t/m 48

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 4e klas havo | 2065 woorden
  • 11 juli 2014
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Opdracht 16

A Noem twee redenen waarom de partijen regelmatig partijcongressen zullen houden.

  • Om de mening van de leden waar te nemen over bepaalde onderwerpen.
  • Om de lijst van kandidaten vast te stellen.

B Wat heeft het houden van een partijcongres te maken met democratie.

Democratie houdt in dat het volk beslist over de wetten, bij een partijcongres worden vertegenwoordigers van een bepaalde partij bij elkaar gehaald en bepalen zij samen over het verkiezingsprogramma, het benoemen van het partijbestuur, het goedkeuren van de partijfinanciën enzovoort.

Opdracht 17

A Is standpunt 1 een links of rechts standpunt?  Waaruit blijkt dat?

Standpunt 1 is een links standpunt dat blijkt uit de manier waarop ze het probleem van de laagopgeleiden willen oplossen.  Het vragen om hulp van de overheid is niet iets wat een rechtse partij zou doen (die willen juist dat de overheid zich zo min mogelijk met het volk bemoeit). Het is dus een links standpunt.

B Is standpunt 2 een links of rechts standpunt?  Waaruit blijkt dat?

Standpunt 2  is een rechts standpunt dat blijkt uit de manier waarop er wordt omgegaan met dit probleem. Het laten zakken van het minimum loon zal de hoogopgeleiden niet beïnvloeden maar de laagopgeleiden wel. Liberalen (rechts) zijn meestal hoogopgeleide mensen, als het laagopgeleide mensen zouden zijn dan zouden ze hun eigen inkomsten niet negatief willen beïnvloeden.

C  Welk standpunt spreekt je het meest aan? Motiveer je antwoord.

Ik neem aan dat er van mij verwacht wordt dat ik de kant van de liberalen kies, maar geen van de twee standpunten is een goede oplossing voor dit probleem. Door het minimumloon te verlagen zijn er misschien meer bedrijven die laagopgeleiden voor een lagere prijs kunnen inhuren maar de prijzen buiten het werk zullen alleen maar stijgen waardoor de laagopgeleiden zich niks meer kunnen veroorloven. Natuurlijk klopt het dat laagopgeleiden zich niet op de arbeidsmarkt zullen redden zonder hulp van de overheid maar dan moet de overheid geen extra geld gaan geven aan mensen die laaggeschoold zijn want dat is oneerlijk  tegenover mensen die wel hebben gestudeerd. Wat de overheid volgens mij moet doen is zorgen dat laagopgeleide mensen makkelijker kunnen instromen op hoger onderwijs dan hebben ze ook meer kans op de arbeidsmarkt.

 Opdracht  18

A Uit welke stroming komt deze tekst, en waar leid je dat uit af?

Het fascisme, dat is af te leiden uit de negatieve mening over de democratie.

B Welke punten ontbreken er aan bron 9, die zeker in een tekst van de andere stroming hadden gestaan

Het verheerlijken van geweld om iets in de samenleving te bereiken.

C waarom denk je dat het communisme mensen kan aanspreken?

Communisten preken over de vrijheid van het volk, dat als zij aan de macht komen het volk veel meer inspraak heeft (terwijl dit in de werkelijk het niet zo is). Ook willen communisten alles eerlijk verdelen zodat er  geen arm of rijk meer is.

D waarom denk je dat het fascisme mensen kan aanspreken?

Het fascisme zou mensen kunnen aanspreken als zij vinden dat de overheid te weinig actie onderneemt en de burgers te weinig helpt.

Opdracht 22

A Tot welke van de politieke stromingen behoren de genoemde partijen?

CDA:  Christendemocratie

PvdA: Socialisme

VVD: Liberalisme

GroenLinks: Socialisme

D66: Sociaalliberalisme

LPF: Liberalisme

B Kun je in het stemgedrag van verschillende partijen duidelijke standpunten herkennen over het opleggen van plichten door de staat? Licht dat kort toe.

Natuurlijk, als partijen voor iets preken dat in het straatje van een stemmer valt zal deze sneller op deze partij gaan stemmen. Bijvoorbeeld als een socialistische partij het heeft over dat  er meer hulp en geld van de overheid naar de minderbedeelden moet dan zal dit invloed hebben op het stemgedrag van de minderbedeelden.

C Wat betekend het in dit verband dat er in veel fracties verdeeld is gestemd?

Dat weinig leden van een bepaalde partij dezelfde mening hadden over een bepaald onderwerp.

Opdracht 26

 A Wat valt je het meest op bij de zetelverdeling in de Tweede Kamer

Er zijn altijd twee overheersende partijen  naast de andere partijen.

B In welk jaar vonden de grootste veranderingen plaats.

1977

C Welke partijen zijn sinds 1963 duidelijk achteruitgegaan?

De CDA & De Ouderenpartijen

D Welke partijen zijn sinds 1963 duidelijk vooruitgegaan?

VVD & SP

E Probeer te verklaren waarom de onder C genoemde partijen achteruit zijn gegaan.

Bij de CDA is te verklaren door ontkerkelijking en bij de Ouderenpartijen is dit te verklaren door vergroening.

F Probeer te verklaren waarom de onder D genoemde partijen vooruit zijn gegaan.

De VVD is een partij voor belasting verlaging is omdat hard werk beloond moet worden de inkomens van Nederlanders zijn omhoog gegaan en dus stemmen ze voor de partij waarbij ze het meeste inkomen overhouden. Bij de SP is dit te verklaren doordat en steeds meer ongeschoolde of oudere burgers komen door te stemmen op de SP is er meer kans op hulp van de overheid.

Opdracht 27

A Leg uit wat het verschil is tussen een stelsel van evenredige vertegenwoordiging en een districtstelsel.

Bij een districtstelsel is het land verdeeld in even grote kiesdistricten en ieder kiesdistrict kiest een afgevaardigde in het parlement bij een evenredige vertegenwoordiging moet het aantal zetels evenredig zijn aan het aantal stemmen dit betekend als een partij 10% procent van alle stemmen krijgt deze ook 10% van de beschikbare zetels krijgt (in dit geval dus 15 want er zijn 150 zetels te verdelen).

B Wat valt je op aan de Britse verkiezingsuitslag? Kijk daarbij o.a. of de zetelverdeling representatief is voor wat de kiezers hebben gestemd en of het mogelijk is een regering van één partij te vormen.

 Het percentage dat heeft gestemd is niet te vergelijken met het aantal zetels dat de partij heeft behaald. Het is mogelijk om een regering van een partij te vormen omdat de Labourpartij meer dan de helft van de zetels heeft verzameld.

De antwoorden gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Opdracht 33

A In welke situatie kan de koningin bij de formatie de meeste politieke invloed uitoefenen?

Als er een nieuwe regering moet worden gevormd krijgt de koningin advies van o.a. fractieleiders maar moet zelf bepalen wie zij benoemd tot informateur dit is de grootste politieke invloed die de koningin heeft.

B  Wat zijn voor- en nadelen van coalitieregeringen?

Twee voordelen van coalitieregeringen zijn:

  • Een meerderheid van de kiezers wordt vertegenwoordigd.
  • De minderheid wordt achterwege gelaten.

Twee nadelen van coalitieregeringen zijn:

  • Dat er veel moet worden gediscussieerd tussen de partijen van de coalitie
  • Dit zorgt vor veel vertraging bij het nemen van politieke besluiten.

C Welke coalities waren er mogelijk na de verkiezingen in 2002?

PvdA & De VVD

D Dezelfde vraag  maar dan na de verkiezingen in 2006

De SP & De VVD

Opdracht 34

A Tussen 1994 en 2002 werd Nederland geregeerd door zogenaamde paarse kabinetten. Wat was opvallend aan de samenstelling van die kabinetten?

Deze partijen waren samengesteld uit zowel Sociaaldemocraten als Liberalen.

B Tijdens deze paarse kabinetten is het huwelijk van mensen van hetzelfde geslacht mogelijk geworden en is prostitutie gelegaliseerd. Wat heeft dat te maken met de samenstelling van die kabinetten?

Door de samenstelling van de paarse partij waren de meningen over deze onderwerpen misschien minder verdeeld.

Opdracht 36

A Bekijk de percentages van de overheidsuitgaven in 1965 en 2006 voor de verschillende beleidsterreinen en geef aan voor welke beleidsterreinen de uitgaven verhoudingsgewijs (sterk) zijn gestegen of gedaald.

Onderwijs: Gedaald met 6 cent

Staatsschuld: Gestegen met 1 cent

Algemeen bestuur, politie: Gedaald met 5 cent

Verkeer, waterstaat: Gedaald met 3,5 cent

Volkshuisvesting: Gedaald met 7,5 cent

Sociale voorzieningen: Gestegen met 7 cent

Defensie: Gedaald met 12 cent

Overig: Gedaald met 6 cent

De nieuwe uitgaven die er zijn bijgekomen zijn: financiën, justitie, buitenlandse zaken, volksgezondheid, gemeenten en provincies.

B Probeer die veranderingen te verklaren.

De veranderingen in de miljoenen nota kunnen makkelijk verklaard worden, er nu meer inwoners dus is er meer geld nodig voor onderwijs en sociale zekerheid. Omdat er nieuwe uitgaven zijn bijgekomen zijn de uitgaven die niet direct met de inwoners te maken hadden gedaald.

 

 Opdracht 37

A  Als de miljoenennota word opgesteld, ligt het grootste deel van de uitgaven al vast. Met name de salarissen van mensen in overheidsdienst. Daarnaast zijn plannen om bijvoorbeeld wegen of dijken te bouwen vaak al jaren van tevoren goedgekeurd. Er is maar een klein bedrag voor een nieuw beleid. Hoe zou jij het bedrag verdelen over de volgende onderwerpen? Maar jouw beargumenteerde keuze in maximaal 5 minuten.

Meer politie op straat: Ik denk dat met meer politie op straat (en meer politie op de juiste plekken) zou helpen tegen vandalisme en dit zou dan weer de uitgaven van de overheid verminderen.

Beter openbaar vervoer om het fileprobleem op te lossen: Er is al genoeg in het openbaar vervoer gestoken door het invoeren van de OV chipkaart (die overigens nauwelijks werkt). Ik denk dat na dit fiasco er wel genoeg is gedaan aan het openbaar vervoer in Nederland.

Subsidie voor jongere startende ondernemers: Hier zou ik wel in steken om dat het mogelijk nieuwe banen creëert en zorgt voor nieuwe inkomsten.

Strenger milieubeleid: Als er meer politie rondloopt op school is het vast niet nodig om het milieubeleid aan te scherpen. (als dit gaat over de hoeveelheid uitstoot dat vindt ik nog steeds dat er niks aan gedaan hoeft te worden omdat dat waarschijnlijk zorgt voor een verlaagd nationaal inkomen).

Hogere lonen voor leraren op zwarte scholen in grote steden: Ik vindt dit best wel racistisch als het nou ging om hoger loon van leraren in algemeen was ik hiermee in zee gegaan maar een leraar op een zwarte school geeft niet anders les dat een leraar op een witte school en verdiend daarom geen speciale behandeling.

Modernere wapens voor het leger: Nederland is op dit moment niet actief in oorlog dus ik vind het niet nodig om hier geld in te steken.

Banen voor allochtonen: Het creëren van banen voor allochtonen zou de overheid alleen maar geld kosten het zou veel beter zijn om te zorgen voor extra scholing voor allochtonen.

Ontwikkelingshulp voor de armste landen in Afrika: Nederland zou waarschijnlijk wel wat geld doneren naar arme landen in Afrika maar alleen omdat andere landen in Europa dit ook zouden doen.

C Blijkt uit jouw eigen keuzes eerder een links of rechts, een liberaal, sociaaldemocratisch of christendemocratisch strandpunt? Licht je antwoord toe.

Mijn keuzes zijn waarschijnlijk van een liberaal standpunt omdat ik dat de overheid zich niet met de inwoners moet bemoeien.

Opdracht 40

Geef aan of de volgende uitspraken juist of onjuist zijn.

A Eerste en Tweede kamer hebben recht van amendement.

Juist.

B De meeste wetonderwerpen worden gemaakt door ambtenaren.

Onjuist.

C Wetonderwerpen worden eerst behandeld in de Eerste Kamer daarna in de Tweede Kamer.

Onjuist.

D De Eerste Kamer kan wetonderwerpen alleen goedkeuren of afkeuren.

Juist.

Opdracht 41

Geef aan of de volgende uitspraken juist of onjuist zijn.

A een interpellatie is een uitgebreid onderzoek door Kamerleden over een belangrijke zaak.

Onjuist.

B Er worden jaarlijks enkele tientallen enquêtes gehouden.

Onjuist.

C Bij een kabinetscrisis treedt een minister af.

Onjuist.

 

Opdracht 46

A Wie is de burgemeester van jouw gemeente? En van welke partij is hij of zij?

De burgemeester van Hengelo is Sander Schelberg en hij is van de VVD.

B Welke namen van wethouders van jouw gemeente ken je? Van welke partij zijn ze?

Mariska ten Heuw (SP)

Jan Bron (PvdA)

Jan Bron (PvdA)

Wieger Mulder (Burger Belangen)

Erik Lievers (D66)

Janneke Oude Alink (GroenLinks)

 

C Zoek uit hoe de gemeenteraad en het college van B & W in jouw gemeente is samengesteld en vergelijk dit met de Tweede Kamer en de regering wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen, en hoe kun je die verklaren?

Overeenkomst: Beide houden ze bijeenkomsten om te praten over bepaalde onderwerpen.

Anders kan er niet eerlijk worden beslist over een bepaald onderwerp.

Verschil: het aantal zetels.

Dit is te verklaren doordat de gemeente Hengelo beslist over een veel kleinere gemeenschap.

Opdracht 48

A Vind je een aparte jongerenpartij in de gemeente een goed idee? Licht je antwoord toe.

De jongerenpartij kan beter samengaan met de normale partijen dat sluit dan beter aan als ze echt een baan krijgen in de politiek.

C maakt een lijstje van vier voor jongeren belangrijke voorzieningen of regelingen die volgens jou in jouw gemeente moeten komen.

  • Een grotere variatie in uitgaansgelegenheden.
  • Andere soorten van vermaak zoals film, theater etc.
  • Gratis OV-Chipkaarten voor jongeren boven de 18.
  • Het terugbrengen van de gratis ID-kaarten.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.