Hoofdstuk 6 Opdracht 6 t/m 52

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 4e klas havo | 4243 woorden
  • 11 juli 2014
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
3 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

6

1.a. bedenk een reden waarom Moshen gevlucht zou kunnen zijn.

Door een oorlog waardoor het niet meer veilig is in Iran of door het schenden van de mensenrechten.

b. Moshen moest Iran verlaten, zijn vader zit in de gevangenis. De vrijheid die er in Nederland is, is voor hem niet vanzelfsprekend. Schrijf 5 dingen op die voor jou bij vrijheid horen.

1. de kleren dragen die je wil

2. dingen kunnen zeggen die je vindt

3. met de persoon trouwen die je leuk vindt.

4. je eigen geloof mogen kiezen

5. gaan en staan waar je wil

c. bedenk 2 dingen die voor Moshen bij het woord vrijheid horen.

1. zeggen hoe je over iets denkt of wat je vindt.

2. je eigen geloofsovertuiging kiezen.

6.1

2. lees de inleiding van deze paragraaf.

a. waarom werd de vader van Moshen opgepakt?

Omdat hij aan mensen vertelde wat het bahaigeloof is terwijl dat niet is toegestaan in dat land.

b. waarom vluchtte de moeder van Moshen naar Nederland?

Omdat haar familie werd bedreigd door de politie en de kans liep om ook opgepakt te worden.

3. lees de tekst ‘waarom vluchten mensen?’.

a. welke 3 redenen om te vluchten worden in de tekst genoemd?

1.Om de politiek, want als ze een ander geloof hebben of andere ideeën dan de politieke leiders worden ze vervolgd.

2. Om de oorlog, als er oorlog is zijn vaak de burgers in hun land armoede heerst en ze hopen op een beter leven in een ander land.

3. om de economie, omdat er in hun land armoede heerst en ze hopen op een beter leven in een ander land.

b. waar worden de meeste vluchtelingen opgevangen?

In de kampen in hun eigen regio

4. je doet deze opdracht met z’n tweeën. De één leest bron 2 en de ander leest bron 3.

a. wat overkwam Sarah of Mustapha?

Mustapha vluchtte omdat het in zijn land niet veilig was. Zijn vader was meegenomen door de Taliban en was bang dat hij ook meegenomen zou worden. Daarom is hij met een vrachtwagen meegereisd. Nu mag hij nog in Nederland blijven omdat hij minderjarig is, maar hij weet niet of hij hier later ook nog mag blijven.

b. waardoor overkwam haar/hem dat?

Door de Taliban

c. wat liet Sarah/Mustapha achter bij haar/zijn vlucht?

Mustapha liet zijn moeder, broertjes en zusjes achter

d. bij welke groep vluchtelingen hoor Sarah/Mustapha?

Hij hoort bij de politieke vluchtelingen

e. lees elkaars antwoorden. Noem een overeenkomst en een verschil tussen de verhalen van Sarah en Mustapha.

Overeenkomst: Ze moesten vluchten omdat het in hun land niet veilig was.

Verschil: Sarah kon nog op tijd vluchten maar de vader van Moshen niet.

 

5. je doet deze opdracht met z’n tweeën. Jullie gaan 2 brieven schrijven.

1. de een schrijft een brief namens Sarah of Mustapha aan een familielid (kinderen, broertjes/zusjes). In je brief verwerk je in elk geval de volgende zaken:

• wat wil Sarah of Mustapha weten van het familielid?

• wat vertelt Sarah of Mustapha hen over het leven in Nederland?

• hoe ziet de toekomst er uit?

2. de ander is het familielid en schrijft een brief terug aan Sarah of Mustapha. In je brief verwerk je in elk geval de volgende dingen:

• dat je begrijpt waarom hij of zij gevlucht is

• hoe het gaat met jou en andere familieleden

• hoe de situatie in jouw land nu is

 

 

1. Lieve moeder,

Als eerste wil ik zeggen hoe erg ik je mis, hoe gaat het met je? Met mij gaat het goed, in Nederland is iedereen heel aardig en er is veel vrijheid. Ik kan hier studeren voor een baan en geld verdienen. Ik zal hier goed mijn best doen, dat beloof ik! Ik zal je veel schrijven.

Groeten Mustapha

 

2. Mijn lieve Mustapha,

Ik mis je ook heel erg en ik hoop dat je het daar goed hebt, ik snap dat je bet gevlucht en ik ben trots op je. Met de rest van de familie gaat het goed maar we zijn wel op onze hoede, van je vader heb ik nog geen bericht en ik bid nog elke dag voor hem. Er worden overal in het land mensen ontvoerd en vermoord dus het is goed dat je bent gevlucht. Pas je goed op jezelf? Ik hou heel veel van je.

Groeten je moeder

 

6. lees de tekst ‘Asiel’.

a. geef een ander woord voor ‘asiel’

bescherming en veilig onderdak

b. wanneer krijgt een vluchteling asiel?

Alleen als die gene in zijn land groot gevaar loopt

c. geef van de volgende vluchtelingen aan of ze in Nederland asiel krijgen:

1. asielzoekers zijn vluchtelingen die om bescherming vragen

waar

2. alle asielzoekers  worden in ons land toegelaten

Niet waar

3. economische vluchtelingen worden altijd toegelaten.

Niet waar

9. terugblik op de paragraaf

 

6.2

10. lees de inleiding van deze paragraaf

a. bij welke groep vluchtelingen hoort de moeder van Moshen?

Politieke vluchtelingen

b. welk gevaar lopen Moshen en zijn moeder als ze terug gaan naar Iran?

Dat Moshen word meegenomen en zijn moeder nooit meer zal zien en misschien wel mishandeld of vermoord kan worden.

 

11. lees de tekst ‘Dictatuur’.

Vul de ontbrekende woorden in de onderstaande zinnen in.

a. in een dictatuur heeft een (1) dictator de macht. De massamedia worden (2) gecontroleerd door de regering. Er mag geen (3) kritiek op de leiders in voorkomen. De bevolking wordt beïnvloed door (4) propaganda. Tijdens verkiezingen kun je niet (5) anoniem stemmen. Rechters zijn in (6) dienst van de regering. Tegenstanders worden zomaar (7) opgepakt.

De antwoorden gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

 

b. waarom controleert de regering in een dictatuur de massamedia?

Om te zorgen dat er geen kritiek in staat over de leider(s), anders zou dit hun macht kunnen beschadigen en dan zouden bijv. mensen in opstand komen.

 

12. maak deze opdracht met z’n tweeen. Overleg met elkaar welke gevolgen het heeft voor iemand als in zijn land:

a. de media niet vrij zijn

dan wordt de persoon beïnvloedt door de propaganda van de leider(s)

b. er geen geheime en vrije verkiezingen zijn

dan stemt de persoon op diegene dat de leider wil dat hij stemt.

c. rechters niet onafhankelijk zijn.

Dan wordt de persoon niet op een eerlijke manier berecht, maar op de manier zoals de leiders dat willen.

d. mensen zomaar opgepakt kunnen worden

dan zal de persoon niet in opstand komen tegen de leider(s).

 

13. lees bron 5

a. waaruit kun je opmaken dat Angeliana Martina Salazar niet in Nederland woont?

Doordat de soldaten zeggen dat ze een opstandeling is en ze gewoon haar huis binnenvallen en haar bedreigen met de dood.

b. kies twee woorden die volgens jou het beste bij deze bron passen. Kies uit: angst- vrijheid- onvrijheid- verzet- dictatuur- macht- geweld. Licht je keuze toe.

Onvrijheid en dictatuur; onvrijheid omdat mensen zomaar zonder reden opgepakt of vermoord kunnen worden en geen recht van spreken hebben. Dictatuur, omdat de leiders de soldaten de opdracht geven om te mensen te gaan terroriseren.

c. welk kenmerk van een dictatuur herken je in deze bron?

Tegenstanders  van de regering worden zomaar opgepakt en opgesloten door de politie of het leger. Vaak worden ze gemarteld en soms vermoord.

 

d. bedenkt hoe het verder zal gaan met Angelina. Gaat ze terug naar haar huis, blijft ze bij haar moeder  of gaat ze weg uit haar land? Leg je antwoord uit.

Waarschijnlijk gaat ze weg uit haar land, want het duurt ook niet lang voordat die soldaten bij haar moeder langs gaan en in Nederland gebeurd dat niet want hier is er vrijheid.

 

14. bekijk bron 6

a. beschrijf wat je ziet

een persoon (waarschijnlijk een dictator) die de mond van iemand anders (burger) dicht naait.

b. wie is de man achter de naaimachine?

een dictator

c. wie zijn de andere mensen?

De burgers

d. wat gebeurt er met die mensen?

Hun mond wordt dicht genaaid, dus die hebben geen recht van spreken.

e. leg uit dat dit goed past bij een dictatuur.

In een dictatuur heeft alleen de dictator het recht van spreken en de burgers niet. Dat laat deze afbeelding hier zien

 

15. bekijk bron 7

a. beschrijf wat je ziet.

Een leger die hoort bij de man op de achtergrond (de dictator)

b. hier wordt de leider afgebeeld? Kies uit: positief/ negatief

positief

c. waaraan kun je dat zien?

Omdat het leger trots en blij kijkt en de dictator ook.

d. waarom past deze poster goed bij een dictatuur?

Omdat mensen worden beïnvloedt door propaganda waarin de dictator alleen goed wordt afgebeeld.

 

16. lees de tekst ‘Verzet’ en bron 8

a. geef van de volgende zinnen aan of ze goed of fout zijn.

1. in een dictatuur verzet niemand zich tegen de regering

Fout

2. in een dictatuur is het gevaarlijk om je te verzetten tegen de regering

Goed

3. onder vluchtelingen in Nederland zijn mensen die zich hebben verzet tegen hun regering.

Goed

b. waarom werd Naser uit bron 8 bedreigd?

Omdat hij zich verzette tegen de regering

c. wat kan volgens Naser wel in een rechtsstaat zoals Nederland en niet in Iran?

In Nederland wordt je eerlijk berecht en in Iran niet.

d. stel, dat jij Naser bent. Zou je wel of niet vluchten? Leg je antwoord uit.

Ik zou wel vluchten want anders zou ik waarschijnlijk weer opgepakt worden of misschien wel mishandeld of vermoord.

 

17. deze opdracht hoeft niet (hierin moesten we een rap maken)

 

 

18. vergelijk het leven in een dictatuur met het leven in een democratie in zoals Nederland. Maak het schema af:

 

 

Wie heeft de macht?

Democratie: de volksvertegenwoordiging (het parlement)

Dictatuur: de dictator of een klein groepje mensen

1. kunnen kranten schrijven wat ze willen?

Democratie: ja, want iedereen heeft vrijheid van meningsuiting

Dictatuur: nee, de kranten worden gecontroleerd om te kijken of er kritiek in staat over de leider

2. is er propaganda?

Democratie: nee, mensen mogen zelf weten wat ze willen denken of geloven.

Dictatuur: ja, de leider doet dit om de burger te beïnvloeden

3. zijn de verkiezingen anoniem en vrij?

Democratie: ja, je kan kiezen op de party die je wilt en het blijft anoniem

Dictatuur: nee, het kan niet anoniem en als je niet stemt op de leider kan je worden opgepakt.

4. zijn de rechters onafhankelijk?

Democratie: ja, de rechters zijn onafhankelijk, onpartijdig en berechten iedereen op een eerlijke manier

Dictatuur: nee, de rechters zijn in dienst van de regering en de mensen worden niet eerlijk berecht.

5. wat gebeurt er met mensen die andere ideeën hebben?

Democratie: zijn vrij om hun mening en ideeën te uiten.

Dictatuur: worden opgepakt, mishandeld en soms zelfs vermoord

19. terugblik op de paragraaf

 

6.3

20. lees de inleiding van deze paragraaf

a. waarom heeft Moshen heimwee naar zijn geboorteland.

Omdat daar de rest van zijn vrienden en familie wonen.

b. waarom is Moshen toch blij dat hij hier in Nederland is?

Omdat hij hier vrij en veilig is. En in Nederland kan je niet zomaar opgepakt worden, je kan hier ook voor je mening uitkomen.

 

21. lees de tekst ‘Democratische ideeën’.

a. maar de volgende zinnen af.

In een democratie:

• mogen mensen doen,vinden en geloven wat ze willen, als ze zich maar aan de (1) wet houden

• is iedereen voor de wet (2) gelijk

• zijn er regelmatig (3) verkiezingen

• is de rechter (4) onpartijdig

• kun je alleen (5) opgepakt worden als je de wet hebt overtreden

• moet de (6) overheid zich ook aan de wet houden

b. geef aan of de volgende zaken wel of niet bij een democratie horen.

1. het volk regeert via vertegenwoordigers

Wel

2. je mag alles doen wat je wilt.

Wel

3. sommige mensen zijn voor de wet belangrijker dan andere

Niet

4. mensen hebben vrijheid van meningsuiting

Wel

5. rechters moeten doen wat de regering zegt.

Niet

6. ook de ministers moeten zich aan de wet houden

Wel

7. de regering houdt verkiezingen wanneer het haar goed uitkomt

Niet

 

22. bekijk bron 9

a. leg in je eigen woorden uit wat Loesje bedoelt

dat als je denkt dat je het hier in Nederland al slecht hebt dan moet je Nederland eens met de rest van de wereld vergelijken, dan zie je dat we het nog eens niet zo slecht hebben.

b. ben je het met Loesje eens? Leg je antwoord uit.

Ja, want we hebben alles goed geregeld in Nederland en we hebben ook een welvarend land.

 

23. bekijk bron 10 en 11

a. wat hoort bij welke bron?

1. mensen die gekozen zijn door het volk stemmen over een beslissing.

Bron 11

2. alle inwoners stemmen over een beslissing

Bron 10

3. directe democratie

Bron 10

4. indirecte democratie

 

Bron 11

b. beide vormen van democratie hebben voor- en nadelen. Neem het volgende schema over in je schrift en vul het verder in.

 

1. kiezers zijn heel betrokken bij de politiek

Voordeel of nadeel?:voordeel

Directe of indirecte democratie?: directe democratie

2. mensen hebben de tijd om zich goed te verdiepen in het onderwerp waar ze over stemmen

Voordeel of nadeel?: voordeel

Directe of indirecte democratie?: indirecte democratie

3. mensen houden het algemeen belang in de gaten

Voordeel of nadeel?: voordeel

Directe of indirecte democratie?: indirecte democratie

4. kost veel tijd

Voordeel of nadeel?: nadeel

Directe of indirecte democratie?: directe democratie

5. mensen kiezen voor hun eigen belang en niet voor het algemeen belang

Voordeel of nadeel?: nadeel

Directe of indirecte democratie?: directe democratie

6. kiezers zijn minder betrokken bij de politiek

Voordeel of nadeel?: nadeel

Directe of indirecte democratie?: indirecte democratie

c. wat vind jij de beste vorm van democratie? Let je antwoord uit.

Ik vind de indirecte vorm beter omdat het minder tijd kost en mensen kunnen zich verdiepen in het onderwerp waar ze over stemmen en dat kan niet als je dat op een directe manier doet.

 

24. lees bron 12

Geef van ieder krantenkop aan of er sprake is van democratie. Geef ook steeds aan waarom je dat vindt.

1. ‘geen vergunning voor demonstratie tegen komst AZC’

dit is geen democratie omdat mensen hier niet hun mening kunnen laten zien.

2. ‘werkgever krijgt hoge boete wegens discriminatie’

Dit is democratie want in Nederland mag je niet mensen discrimineren en moet je iedereen gelijkwaardig behandelen.

3. ‘D66 wil gekozen burgemeester’

Dit is democratie want hier moeten mensen op een burgemeester stemmen en wordt er eerlijk gekozen.

4. ‘maatregelen regering is strijd met de wet’

Dit is geen democratie omdat ook de regering zich aan de wet moet houden zoals iedereen.

5. ‘overheid kan acties vrachtwagenchauffeurs niet verbieden’

Dit is democratie want hier laten de vrachtwagenchauffeurs hun mening zien.

 

25. neem het volgende schema over in je schrift en vult het verder in.

Kenmerken van democratie:

1. je mag niet zomaar opgepakt worden

2. iedereen is gelijk

3. je mag stemmen op wie je wilt.

4. je mag zeggen wat je wilt, als je je aan de wet houdt.

5. rechters zijn niet in dienst van de regering

 

Hoe is dat in een dictatuur?:

1. je kan zonder reden opgepakt worden.

2. er wordt onderscheid gemaakt tussen de leiders en de burgers, de burgers moeten de leiders gehoorzamen en geen kritiek geven.

3. je moet op de leider stemmen, anders kan je opgepakt worden.

4. je mag geen kritiek geven op de leider of zeggen wat je denkt

5. rechters zijn in dienst van de regering

 

26. lees de tekst ‘grondrechten’

a. voor wie gelden de grondrechten?

Voor iedereen (die in Nederland woont)

b. waarom zijn grondrechten belangrijk?

Omdat de grondrechten de inwoners beschermen

c. zoek bij de volgende situaties het juiste grondrecht.

1. een school mag een leraar niet ontslaan, omdat hij homoseksueel is.

Recht om in je persoonlijke waarde gelaten te worden.

2. greenpeace organiseert een bijeenkomst voor haar leden.

Vrijheid om te vergaderen en te demonstreren

3. de politie mag jou alleen in bijzondere gevallen fouilleren.

Recht op onaantastbaarheid van het lichaam

4. de politie mag jouw e- mails alleen lezen als de rechter daar toestemming voor geeft.

Recht op brief- en telefoongeheim

5. de school waarop je zit, wordt betaald met geld van de overheid.

De overheid moet haar best doen om ervoor te zorgen dat mensen eten, onderdak, werk, onderwijs en gezondheidszorg krijgen.

d. kan een werkloze naar de rechter gaan om de overheid te dwingen hem een baan te geven? Leg je antwoord uit.

Nee, want de werkloze moet zelf ook iets doen om zijn situatie te verbeteren. De overheid kan hem bijv. een bijscholen zodat hij sneller wordt aangenomen op de arbeidsmarkt.

 

27. lees bron 13

a. geef in je eigen woorden de bedoeling van artikel 1 weer.

Alle mensen die in Nederland zijn moeten allemaal op een gelijke manier behandeld worden en dat discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras geslacht of op welke grond dan ook, niet is toegestaan.

b. waarom zullen de makers van de grondwet deze bepaling in artikel 1 hebben opgenomen en niet bijv. in artikel 32?

Omdat dit een van de belangrijkste regels is.

 

28. lees bron 14

Kies een uitspraak uit van een bekende Nederlander die jou aanspreekt. Leg uit waarom je die gekozen hebt.

‘een wereld zonder kleur is geen fuck aan’ van Patty Brard, omdat hij duidelijk en toch wel een tikkeltje grappig is vindt ik zelf.

 

29. internet opd.

 

30.a. maak de puzzel neem hem over in je schrift.

1. rechters zijn in Nederland niet in dienst van de overheid. Ze zijn onpartijdig

2. kiezers zijn altijd ouder dan achttien

3. elke vier jaar mogen volwassenen in Nederland stemmen

4. een recht dat voor iedereen in Nederland geldt, is een grondrecht.

5. persoon die beslist of iemand de wet heeft overtreden. Rechter

6. de basiswet van Nederland. grondwet

7. bestuur waarbij de macht in handen is van één persoon of een kleine groep mensen. dictatuur

8. hierin staat wat wel en niet mag in Nederland. wet

9. als je in een land kunt zeggen wat je denkt, is er vrijheid

10. iedereen is voor de wet gelijk

b. welk woord staat er van boven naar beneden in de grijze vakjes?

Democratie.

6.4

 

33A: Geef aan of de volgende dingen wel of niet bij een compromis horen.

1 Naar iemand luisteren: Wel

2 Voor 100% gelijk willen krijgen: Niet

3 Een beetje toegeven: Wel

4. Helemaal doen wat iemand zegt: Niet

 

33B: Geef van de volgende voorbeelden aan wel compromis er gesloten word.

Voorbeeld1: Dat Maaike om 1 uur thuis komt, maar dan met haar vriendin afspreekt om mee te fietsen.

Voorbeeld2: Dat in plaats van een proefwerk een schriftelijke overhoring komt over de helft van hoofdstuk 5, want binnen een week proefwerk opgeven mag niet en ze hadden al een proefwerk op die dag.

 

33C:Bedenk zelf een compromis uit jouw schoolsituatie.

 Dat de leerlingen meer moeten doorwerken want ze staan heel erg achter met werk.

 

33D: Leg uit dat democratie en compromis bij elkaar horen.

Bij een compromis wordt er samen gekeken naar een oplossing en bij een democratie mag ook iedereen meedenken.

 

34A: Geef aan bij welke stroming de volgende uitspraken horen:

1: De overheid moet ervoor zorgen dat er niet te grote verschillen zijn tussen arm en rijk: Sociaaldemocratische stroming

2: De overheid moet iemand die rijk is geen extra hoge belastingen opleggen: Liberale Stroming

3: Asielbeleid moet streng zijn: Nieuwe partijen

4.Familie en buren horen mensen die het niet goed getroffen hebben te helpen: Christendemocratische stroming

 

34B: Geef van de volgende partijen aan bij welke stroming ze horen:

1 CDA: Christendemocratische stroming

2: PvdA: Sociaaldemocratische stroming

3: VVD: Liberale stroming

4: LPF: Nieuwe partijen

 

35A: Sociaaldemocraten en christendemocraten komen beide op voor de zwakkeren in de samenleving. Wat is het verschil?: Sociale democraten willen dat de regering helpt, maar christendemocraten willen dat mensen helpen (niet de regering) en alleen als niemand helpt dan mag regering helpen.

35B: Wat is de belangrijkste waarde van liberalen?: Vrijheid.

35C: Wat is de belangrijkste waarde van Sociaal democraten?: De rijkdom goed verdelen, dat niemand het slecht heeft.

35D: Wat is de belangrijkste waarde voor de nieuwe partijen?: Asielbeleid moet streng zijn.

 

36: Aan de naamval een partij kun je vaak al zien bij welke stroming die hoort. Welke partij hoort bij welke stroming?

1. Liberale stroming: Volkspartij voor vrijheid en democratie (VVD)

2. Sociaal democratische stroming: Socialistische partij (SP)

3. Christen Democratische stroming: Staatkundig Gereformeerde partij (SGP)

4. De Nieuwe partijen: Lijst Pim Fortuyn (LPF)

 

37A: Waarom gaan leiders van politieke partijen vooral in verkiezingstijd met elkaar in debat op televisie?: Dan horen meer mensen hun en krijgen ze meer stemmen.

37B: Waarom zijn verkiezingen zo belangrijk voor politie partijen? Hoe meer stemmen de partij krijgt hoe meer zetels kamer en daardoor heeft de partij meer macht.

 

 

 

38: Geef aan of je in de volgende situaties lid moet zijn van een politieke partij:

1.Jeroen wil graag lid worden van de tweede kamer:

 Ja, maar je moet gekozen worden.

2: De directeur van een groot bedrijf wil graag minister van Economische zaken worden:

Nee, want als je Minister van Economische zaken wilt worden dan moet je lid zijn van een partij en dan wordt je die baan misschien aangeboden.

3.Mevrouw Heien gaat bij de Tweede Kamerverkiezingen stemmen op D’66:

3.Mevrouw Heien gaat bij de Tweede Kamerverkiezingen stemmen op D’66:

Nee, iedereen mag stemmen want Nederland is een democratisch land.

4.Op een partijvergadering stemt Els over het feit of de partij in de regering moet blijven:

Nee, want Els is niet lid van die partij.

5.Caroline schrijft een kritische ingezonden brief aan een krant over het kabinetsbeleid:

Nee, want iedereen mag zijn mening uiten in dit land.

 

39A: Waarom roept ‘tekenstijl’ in bron 17 mensen op lid te worden van D’66?:

Om het kabinet te laten vallen.

 

39B: D’66 heeft op een gegeven moment geen nieuwe leden meer toegelaten. Waarom denk je? Anders zouden al die nieuwe leden Jan Peter Balkenende naar huis stemmen.

 

42A: Leg uit waarom democratie en compromis bij elkaar horen.

 Bij een compromis wordt er samen gekeken naar een oplossing en bij een democratie mag ook iedereen meedenken.

 

42B: Noem de drie politieke stromingen:

1. Sociaaldemocratische stroming

2.Chirsten-Democratische stroming

3. Liberale stroming

 

42C: Geef van de volgende zinnen aan bij welke stroming die het beste passen:

1. Inspiratie in geloof. (god?) Christendemocratisch

2. Rijkdom eerlijk verdelen. : Sociaal-democraten

3.Overheid moet zo min mogelijk ingrijpen: Liberale stroming

4. Hoge Belastingen: Sociaal-democratisch

5. Zorgen voor familie en naasten: Christen-democratisch

 

44Beschrijf in 5 zinnen hoe het verhaal van Moshen volgens jou verder gaat.

Na een maand moeten Moshen en zijn moeder vertrekken naar Iran. Daar worden ze een tijdje opgevangen door een neef van Moshen. Moshen zelf kan naar school(zijn moeder mag het huis niet verlaten zonder mannelijke metgezel). Moshen valt een beetje door de mand doordat hij heel anders gewend is. Op een dag komt hij thuis er zitten kogelgaten in de muur en alle kasten en laden zijn overhoop gehaald hij ziet het bebloede lichaam van zijn neef in de hoek van de kamer liggen hij rent er naartoe. Ze hebben haar meegenomen zegt zijn neef. Wie? Huilt Moshen. Soldaten antwoord zijn neef, Moshen barst in tranen uit van verdriet maar ook uit woede, hij had zijn moeder moeten beschermen, hij had de soldaten tegen moeten houden, hij en zijn moeder hadden in Nederland moeten onderduiken toen het nog kon.

 

45A: Maak de volgende zinnen af:

- Mensen die vanuit Nederland naar buitenland verhuizen noem je Emigranten

- Mensen die vanuit het buitenland naar Nederland verhuizen je Immigranten

 

45B: Trek een conclusie over het aandeel immigranten in Nederland op basis van de grafiek(blz164):

 Er komen weer veel Immigranten in ons land want er is werk.

 

46A: Verwacht je dat de moeder van Moshen als vluchteling is toegelaten? Als leven gevaar loopt in dat land waaruit ze gevlucht zijn, worden ze toegelaten.

 

46B: Worden economische vluchtelingen op grond van Verdrag van Geneve toegelaten?( Het verdrag kent voor het eerst het recht op asiel toe in een ander land aan elk individu dat in zijn of haar land vervolgd wordt omwille van politieke, religieuze, etnische en andere reden.. )  : Staat niks over economische reden dus niet.

 

46C: Het Verdrag van Geneve is na de tweede wereldoorlog opgesteld. Als het verdrag tijdens Tweede wereldoorlog geldig was geweest, zouden joden dan als vluchtelingen zijn beschouwd? :   Ja

 

47A: Wat valt je op aan het aantal asielverzoeken tussen 2000 en 2003?

Er komen steeds minder asielzoekers.

 

47B: Wat valt je op aan het aantal ingewilligde asielzoekers tussen 2000 en 2003?:

Er worden meer asielzoekers verwijdert and ingewilligd.

47C:Wat valt je op aan het aantal asielzoekers dat Nederlands moest verlaten tussen 2000 en 2003?:

De nummer asielzoekers die moeten verlaten groeit

 

49: In welke fase van de asielprodecure zitten de ouders van Mirza?:

Stap6: Na Diploma moet Mirza werk vinden en aangenomen worden, dan mag hij blijven.

 

51A: Beschrijf wat je ziet op de cartoon: Verdonk stuurt iedereen “Uit” Nederland

51B: Wat is de boodschap van de cartoon?:

In 2004 stuurde mevrouw Verdonk heel veel mensen uit.

51C: Klopt die boodschap met cijfers uit bron 20? : Deze tekening is gemaakt in 2004, en de cijfers daar gaan maar tot 2003...

 

52: Leg in je eigen woorden uit waarom de vier stellingen waar of niet waar zijn:

1 Nederland heeft altijd vluchtelingen erkend: Niet in de oorlogen.

2.Omdat Nederland een van de ondertekenaars van het verdrag van Geneve is, zijn we verplicht vluchtelingen op te nemen: Nee want als er geen goede reden is om te verblijven mogen ze niet blijven.

3.Veel Asielzoekers worden afgewezen: ongeveer 30-50% van asielzoekers word afgewezen dus ja...

4.Als iemand in een asielzoekerscentrum verblijft, wil dit niet zeggen dat hij/zij in Nederland mag blijven. Ja, in asielzoekerscentrum wordt er bepaald of je mag blijven, dus misschien krijg je nee als antwoord.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.