Hoofdstuk 2

Beoordeling 3.9
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 5e klas havo | 810 woorden
  • 14 januari 2004
  • 78 keer beoordeeld
Cijfer 3.9
78 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Maatschappijleer H2
1. a) Bron2 in bron 1 wordt de politiek helemaal zwart gemaakt. b) Dat zou kunnen. Spreek me wel aan. c) Democratie: vertegenwoordigers worden gekozen door het volk. Meningen en voorstellen worden doorgegeven aan het parlement. Dictatuur: regeringsleiders zeggen wat er moet gebeuren volk heeft niets in te brengen. d) Voordelen: beslissingen worden snel gemaakt. Nadelen: er is maar 1 mening. e) Voordeel: veel meningen. Nadeel: duurt lang voordat er wetten zijn aangenomen. f) Zaak kelly in groot brittanie. g) Wel: sport en welzijn. Niet: buitenlandse zaken. 3. a) Onjuist, gebeurt door iemand anders. b) Juist, ontslaan kan natuurlijk altijd maar hij blijft een rechter. c) Juist. d) Onjuist, dat wil Amerika er van maken. e) Ja, het volk heeft invloed. f) Ja, maar de koningin ondertekent het als allerlaatst nog. g) Ja klopt, samen met de andere twee grootste (of 1 grootste) h) Zie boek. i) 1
j) 4

k) 2
l) 3
5. a) regels die voor iedereen gelden. b) geen giftige stoffen lozen in het water. c) Sex in het openbaar. 6. a) Van school sturen wel maar opsluiten gaat tegen de wet in. b) Wettelijk niet toelaatbaar. c) Justitie. d) Fraude met geldzaken. 7. a) Volwassenen hebben baat bij andere dingen dan jongeren. b) School gaande kunnen meer geven om nieuwe computers en volwassenen aan het openbaar vervoer naar werk toe. c) Uitbouw van een chemische fabriek. d) Afscheiding tussen tuinen in. e) Regeringsleider zegt alles, mensen geen invloed en geen grondwetten in tegenstelling tot een democratie, 8. a) – 10. a) algemeen kiesrecht, Vrijheid van meningsuiting. b) Mensen kiezen om de vierjaar een nieuw kabinet. Veel mogelijkheden om een eigen partij te kiezen. c) Je kunt zeggen wat je wilt over andere mensen zolang je de wetten er niet mee schend. d) Direct kun je partijen kiezen i.p.v. stromingen. 11. a) Neej
b) Ja
c) Neej
d) Ja
e) Ja
f) Neej
12. a) Omdat er 1 leider is die alles vertelt. b) Omdat bij een democratie mensen rechten hebben om te kiezen naar hun eigen wil. c) Partijen tegen wetten in. d) Weg met anti democraten en haaaalooooooooo! racistische mensen… 13. a) Vrijheid wordt aan het volk verleend. Landelijke regels, en samen besluiten. b) Sociale gelijkheid, conflicten samen oplossen, 14. a) – b) Alcohol op straat, goede veiligheid maar zelf wil ik eigenlijk wel op straat alcohol gebruiken, maar hou d me er aan vanwege de veiligheid. c) Uitschelden van politie. d) Anders doen mensen wat ze willen. 15. a) Stemmen. b) Het is slecht voor je gezondheid en mensen die niet roken houden er niet van. 17. a) – gelijke rechten – overheid moet zich houden aan de wetten – macht scheiding – grondrechten in de wet. 18. a) Asielzoekers zouden minder rechten hebben. b) Ze mogen in hoger beroep gaan maar niet als asiel zoekende. Dat gaat tegen de rechten in. c) Nee, ze moeten niet zeuren. 19
23

a) De Betuwelijn. b) Greenpeace, geloven in de wereld die optimaal gebruikt word
24
a) Rechts, PvdA is links dus rechts… b) Links, invloed van de overheid en streven naar gelijkheid
c) De tweede want we willen niet dat we straks onderbetaald worden. 25
a) Je eigen leven zo veel mogelijk zelf kunnen inrichten. b) Grote invloed van overheid voor bescherming van de inwoners. c) Samen sta je sterk en de overheid moet zijn mondje houden. d) Invloed van de overheid, gelijkheid. e) Niet gebaseerd op een godsdienst. f) Geen idee
26
a) overheid bemoeit zich ermee terwijl dat bij hun niet hoort. b) Mensen krijgen hier de vrije keus. c) Omdat dit voorstel eigenlijk niet bij hun past. d) Je mag zelf kiezen. En als je tijd nodig hebt kun je dat maken. 27
a) CDA
b) VVD
c) D66
d) GR.Links
e) PvdA
34
a) De macht van de koning of koningin is beperkt. Ministers zijn verantwoordelijk. Koningin doet wat er gezegd wordt. b) Afschaffen: Koningin zuigt
Behouden: Prinsessen zijn lekker… c) Prinsessen! 35
a) Kiezen en gekozen worden
b) Aantal zetels is evenredig met het aantal stemmen
c) 45*0.24= ongeveer 11 zetels
36
a) VVD, Gr.L., GPV
b) CDA
c) Revoluties
d) Lange macht bevalt mensen niet. 37
a) Regering, kabinet en ministerraad

b) Het moet een meerderheid zijn
c) Uitvoerende macht, dus ze kan ook nee zeggen. 38
a) De confessionele hebben verloren. b) Links en rechts bij elkaar in 1 coalitie
39
a) Hun hebben sowieso al genoeg zetels voor een coalitie in hun eentje dus die werden het dan ook meteen. b) Er moet na overleg een coalitie gevormd worden. c) Partijen moeten hun standpunten er in verwerken. d) Anders kan het fout gaan
e) Een partij is altijd de grootste
40
Allemaal 800.000.000
41
a) Ministers, ministerraad, Staten-Generaal, regeringspartijen, oppositiepartijen, fractie
b) Ministers controleren en volk vertegenwoordigen
c) Parlement vertegenwoordigt het volk en de regering vertegenwoordigt het volk
44
a) Dualistisch
b) Monistisch
c) Monisme
45
a) Onjuist
b) Juist
c) Juist
d) Juist
e) Onjuist
f) Juist
46
a) Wetgevende macht
b) Minderheid
c) Ja natuurlijk. Zei moeten uiteindelijk beslissen. 47
a) Onjuist

b) Onjuist
c) Juist
d) Juist

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.