Het lezen van een Griekse Tragedie

Beoordeling 8
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 4e klas vwo | 2105 woorden
  • 21 oktober 2005
  • 17 keer beoordeeld
Cijfer 8
17 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Opdracht 8 A – Vertel de tragedie per scène na. Proloog (r. 1-99) Antigone en Ismene praten over het verlies van hun broers en het verbod van Creon om hun ene broer, Polynices, die in het verkeerde kamp zat, te begraven. Antigone is van plan het lijk wel symbolisch te begraven, Ismene probeert haar van dit plan af te helpen, maar tevergeefs. Antigone wil het toch doorzetten, ondanks het verbod en de doodstraf die daar op staat, als ze betrapt wordt. Parodos en koorlied (r. 100-161) De zon komt op na de dag(en) van oorlog tegen Argos’ leger, waar ook Polynices toe behoorde, die gewonnen werd door Thebe. Zeus heeft Thebe geholpen door te donderen en bliksemen voor zij aankwamen. De beide zoons vochten tegen elkaar, terwijl de rest bleef staan. Feestvieren met Dionysus die nacht. Creon is nu de koning van Thebe. Eerste epeisodion (r. 162-331) Creon erft de troon, als broer van de koningin, aangezien koning Oepidus, eveneens als zijn enige twee zoons dood is en zijn vader en verdere familieleden reeds heengegaan zijn. Iedereen moet van hem eerlijk spreken. Creon laat het bevel uitvaardigen Polynices op het slagveld te laten liggen en niet te begraven, zodat hij door de dieren wordt opgegeten. Het lijk moet permanent bewaakt worden. Een wachter vertelt Creon dat het lijk van Polynices begraven is en niemand weet door wie. Creon wil de dader hebben, anders zal het leger aldaar opgehangen worden. Eerste stasimon (r. 332-375) De mens wordt beschreven als meest bijzondere en aparte wezen. Hij kan de aarde bewerken en gebruiken, de taal zich eigen maken, de zee met vis gebruiken, zich beschermen tegen weer en wind, maar kan de dood niet ontlopen. De mens kan ook negatieve dingen doen, zoals onrechtmatig rechtspreken om de eigen positie te verbeteren of altijd negatief te denken. Tweede epeisodion (r. 376-581) Antigone is opgepakt, omdat ze haar op heterdaad hebben betrapt, nadat de soldaten het zand van het lijk hadden afgeveegd en zij hem opnieuw ging begraven. Zij gaat in discussie met Creon. Zij bekent meteen. Zij geeft haar standpunt weer: het begraven van haar broer vond zij meer prioriteit hebben (wat, volgens haar, de goden ook vonden), dan het opvolgen van een bevel van de koning. Creon vindt zichzelf en zijn bevel belangrijker en veroordeelt haar ter dood. Hij verdenkt Ismene ook en laat haar ook bij zich komen. Ismene bekent valselijk er ook bij betrokken te zijn, om de straf van haar zus te verlichten. Antigone wil de daad en de straf alleen dragen en ontkent dat Ismene er iets mee te maken heeft. Ismene gaat in discussie met Creon of hij de geliefde van Haemon (zijn zoon) wel ter dood mag veroordelen. Aan het eind wordt Antigone ter dood veroordeeld door Creon en worden ze beiden opgesloten. Tweede stasimon (r. 582-625) Het koorlied gaat over de familiedrama´s van de afstammelingen van Labdakos. Zij hebben geen enkele generatie overgeslagen: -Labdakos –Iokaste –Laios –Oepidus –Polynices -Eteocles –Antigone. De drama´s blijven zich herhalen tot er geen nakomeling meer over is. Derde epeisodion (r. 626-780) Haemon is het eerst met zijn vader, Creon, eens. Creon vertelt hem duidelijk dat hij nooit moet zwichten voor zijn gevoelens voor een vrouw. "Beter buigen voor een man, dan zwichten voor een vrouw." Haemon draait ineens om als een blad aan een boom, hij vertelt Creon hoe er over Antigones lot gedacht wordt in de stad en dat men hem dat niet durft te zeggen uit angst voor straf. Zij vinden dat Antigone lof verdient in plaats van straf. Haemon vindt eveneens dat zijn vader een verkeerde beslissing heeft genomen. Hij vindt ook dat zijn vader dictatoriale neigingen heeft. Zodra Creon dit niet accepteert pleegt Haemon zelfmoord. Creon heeft dit nog niet door en maakt Antigone´s straf bekend: opsluiting in een onleefbare grot zonder voedsel. Derde stasimon (r. 781-801) De liefde is onoverwinnelijk en gemeen, zij verandert mensen volledig. Zij heeft ook nu weer een slachtoffer gemaakt. Vierde epeisodion (r. 802-943) Antigone gaat het de bevolking vertellen op de dag van haar executie. Zij zegt getrouwd te zijn met de dood, niet met iemand anders. Zij is alom geprezen, maar doet van niet. Zij zal moeten lijden, maar zal eervol lijden. Zij hoort niet bij de doden, nog niet, en niet bij de nu stervenden. Zij denkt aan haar familie, waar het noodlot ook heeft toegeslagen. Ze vindt dat niemand om haar geeft. Creon wordt niet goed van de klaagzang en laat haar afvoeren. Zij mag als ze overleeft niet weer terug komen. Polynices is volgens Antigone de schuldige van haar lot. Ze heeft een troost: ze heeft aan haar verplichtingen bij doden voldaan, dus ze zal door haar familie met open armen worden ontvangen. Vierde stasimon (r. 944-987) Danaë werd ook afgevoerd en opgesloten en kreeg een kind van Zeus, die zoals het orakel al voorspelde zijn grootvader per ongeluk doodde. Het noodlot sloeg onontkoombaar toe. Dryas´zoon weigerde Dionysus´cultuur te accepteren en weigerde de Muzen, als straf werd hij opgesloten in een grot. Hij kon ook niet ontkomen aan het noodlot. Phineus was getrouwd met de dochter van Boreas, koning van de noordenwind. Hij verstootte haar, maar zonder haar twee zonen. Hij hertrouwde met een vrouw die zo jaloers werd, dat ze de ogen van de beid zoons uitstak. Als straf voor de daad van de vrouw en de verstoting van zijn eerste vrouw werd hij ook blind. Het noodlot is onontkoombaar. Bij de dochter van Boreas, Kleopatra, sloeg later toch ook het noodlot toe. Vijfde epeisodion (r. 988-1114) Tiresias, de ziener, voorspelde koning Creon dat hij tot nu toe de juiste koers heeft gekozen, maar dat hij uit moet kijken, want hij balanceert op het randje van het lot. Vijfde stasimon (r. 1115-1154) Tiresias waarschuwt Creon de doden nogmaals te pijnigen en zijn fouten herzien en erkennen, eventueel zelfs spijt te betuigen. Creon accepteert dit niet en beledigt Tiresias, waarop Tiresias hem flink de waarheid zegt: hij is een dictator van het ergste soort. Tiresias voorspelt hem een snel naderende en pijnlijke dood en verdwijnt. Creon gaat diep nadenken en komt tot de conclusie dat Tiresias gelijk heeft, omdat hij eigenlijk bij al zijn voorspellingen de waarheid zei. Hij besluit het meisje persoonlijk te gaan bevrijden, omdat hij haar ook persoonlijk heeft gearresteerd. Hij vindt het nodig, omdat hij anders voorkombare fouten heeft gemaakt. Bacchus woont in Thebe en zorgt voor allen. Hij zorgt voor de grote Bacchus-feesten en heeft vele Bacchanten achter zich. Hij is Thebe goed gezind. Exodos (r. 1155-1346) De bode komt tot de conclusie dat men over niemands leven mag beslissen. Dat Creon zich de macht heeft toegeëigend en er misbruik van heeft gemaakt; nu is Creon alles kwijt. Zolang jij en iedereen om je heen maar gelukkig is en tevreden. Creon ziet het meisje Antigone aan een strop hangen, Haemon staat er woest naast, zodra hij zijn vader ziet. Hij spuwt hem recht in het gezicht en wil hem doden met zijn zwaard, maar Creon is al weggerend. Zodra Haemon dit door heeft slaat hij de hand aan zichzelf, naast Antigone. Haemon heeft zelfmoord gepleegd, Eurydice, zijn moeder en Creon´s echtgenote, is helemaal van de kaart. Zij pleegt kort daarna ook zelfmoord. Iedereen is nu dood, behalve Creon, die nu ook dood wil, maar geen manier kan vinden hoe. Hij beveelt zijn dienaren hem weg te brengen en op te sluiten. Epiloog (r. 1347-1353) De conclusie uit het hele stuk is dat men nooit hoger mag gaan dan veilig, anders val je dieper dan ooit. Verstand komt met de jaren. B – Typeer de personages kort. Antigone: ze is de dochter van de vroegere koning Oedipus. Ze heeft een sterke persoonlijkheid en grote idealen, wat uiteindelijk haar dood wordt. Ismene: zij is de zus van Antigone, en haar tegenpool. Ze is een lief, leuk, zacht, maar onnozel meisje. Ze begrijpt hierdoor de idealen van haar zus niet, en probeert haar ervan af te houden om haar te beschermen. Creon: hij is de koning van Thebe, en de oom van Antigone. Hij is een heerszuchtige en egoïstische man. Haemon: hij is de zoon van Creon en de verloofde van Antigone. Hij is oprecht in zijn liefde voor haar, en wil niet zonder haar verder door het leven gaan.
Opdracht 9 A – Wat is het dilemma waarin het hoofdpersonage zich bevindt? -> De hoofdpersoon is Antigone, en ze moet kiezen tussen haar broer begraven, of luisteren naar de bevelen van de koning. B – Welke oplossing kiest hij/zij daarvoor? -> Zij kiest ervoor om haar broer te begraven, en de bevelen van koning te negeren. (Zie tekst, regel 45 t/m 47) C – Wat is de mening van de andere personages over het dilemma en de oplossing? -> Antigones zus, Ismene, wil haar leven niet riskeren door, tegen de bevelen van Creon in, het lijk van hun broer te begraven. (Zie tekst, regel 49 – 69) Creon (en al zijn bewakers en aanhangers) zijn vanzelfsprekend tegen het weghalen van het lijk, het zijn immers zijn eigen bevelen. Uit de tekst wordt niet duidelijk wat Haemon van de beslissing van Antigone vindt, maar later lees je dat Antigone volgens hem inderdaad gestraft moet worden. Echter, zijn visie hierop wordt plots veranderd als Antigone zelfmoord heeft gepleegd. D – Wat is jouw mening over de oplossing? -> Op zich is het goed dat Antigone zo gehecht is aan haar familie, maar de risico’s zijn ook zeker niet verwaarloosbaar. Ik weet niet of ik dezelfde keuze had durven maken. E – Denk je dat het dilemma specifiek is voor de Oudheid of zou het zich nu ook kunnen voordoen? -> Ik denk niet dat zo een dilemma zich tegenwoordig in onze samenleving nog zou kunnen voordoen. Nu is het normaal dat iedereen na zijn dood begraven/gecremeerd wordt, mits dit mogelijk is. Maar ik weet niet of er misschien andere culturen zijn op deze wereld waar het begraven van overledenen nog wel eens verboden wordt. Opdracht 10 A – Met wie heb je je tijdens het lezen geïdentificeerd? In de proloog (de discussie tussen Antigone en Ismene) werden voortdurend argumenten voor het wel of niet begraven van Polynices aangehaald, die ik wel redelijk vond. Hierdoor kon ik me af en toe met deze twee identificeren. Ook heb ik me even kunnen identificeren met de wachter die Creon komt vertellen dat iemand het lijk heeft begraven. In regel 323 maakt hij namelijk een opmerking die ik (niet letterlijk) maar ook wel eens gemaakt zou kunnen hebben. Ik maak vaker opmerkingen met woordspelingen of andere bijdehante opmerkingen.
B – Welk personage had jouw sympathie, welk je antipathie? Licht je antwoord toe. Antigone had mijn sympathie omdat zij doet wat ze wil, en dat is haar gevoelens achterna gaan. Ze is zelfverzekerd en laat zich niet overtuigen door anderen iets anders te doen, terwijl ze er zelf helemaal anders tegenaan kijkt. Creon had mijn antipathie omdat ik die man gewoon niet kan uitstaan. Hij is zo ongelooflijk egoïstisch, daar hou ik gewoon niet van. Hij maakt voortdurend negatieve en kritieke opmerkingen naar anderen, en zegt ook voortdurend dat hij ‘de beste’ is en dat alles moet gaan zoals hij het zegt. Hij mag dan wel koning zijn, maar ik vind niet dat je zo moet gaan regeren. Opdracht 11 Welke scène vond je het indrukwekkendst? Licht je antwoord toe. De indrukwekkendste scène vind ik het tweede epeisodion: de scène waarin Creon met Antigone praat, vlak nadat Antigone is opgepakt, na op heterdaad betrapt te zijn bij het begraven van het lijk. In deze scène discussiëren ze over de straf die Antigone moet krijgen. Creon praat en discussieert hier op dezelfde manier waarop hij altijd praat: egoïstisch en onsociaal. Hij dreigt voortdurend met de doodstraf. Het indrukwekkend in de scène vind ik dan dat Antigone geen kik geeft, na gehoord te hebben van haar doodstraf. Ze wist het uiteraard wel, maar ze blijft ze volhouden dat het niet terecht is en ze blijft er ook vrij rustig onder. Als later Ismene zich ook nog in de discussie mengt (zij is ook opgepakt), vertelt ze dat ze medeplichtig is aan het begraven van hun broer. Wederom blijft Antigone haarzelf verdedigen, maar nu ook haar zus (wat natuurlijk logisch is omdat Ismene er niks mee had te maken). Ik vind het ook mooi dat Ismene Antigone toch verdedigt, Ismene had natuurlijk ook tegen Antigone kunnen vertellen dat ze naar haar had moeten luisteren en dat ze niet zo stom had moeten zijn. Ik vind het dan ook jammer dat aan het eind van deze scène wordt bekendgemaakt dat Antigone toch de doodstraf krijgt.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.