Kennen & Kunnen blok 4

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 4e klas vwo | 817 woorden
  • 19 december 2001
  • 25 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
25 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Kennen en Kunnen: 1.A. De Eerste Wereldoorlog ontstond direct door de moord op de Oostenrijk-Hongaarse kroonprins. B. De dieper liggende oorzaken: - Nationalisme van de verschillende landen leidde tot spanningen. De Fransen wilden bijvoorbeeld niets anders dan wraak vanwege de Duits-Franse oorlog van 1870. - Imperialisme en kolonisme leidde tot spanningen in de kolonies. De Engelsen hadden het grootste overwicht en ze waren van plan dat te behouden. - Militarisme vergrootte de kans op oorlog. Alle landen hadden grote legers, en wat heb je aan legers als die niet kunnen vechten. - De drie eerder genoemde oorzaken leidden tot een bewapeningswedloop. - Bondgenootschappen tussen de betrokken landen leidden ook tot een grotere kans op oorlog. - De politieke leiders maakten fouten door te denken dat ze ieder conflict vreedzaam konden oplossen. 2A. Omstandigheden die op de achtergrond van invloed waren: - De uitkomst van de 1ste WO zat sommige nationalistische Duitsers erg hoog. Ze wilden vergelding daarvoor. - Het verdrag van Versailles zat veel Duitsers erg hoog, omdat het niet gunstig was voor de economie. B. Oorzaken die direct tot de oorlog hebben geleid: - De economische crisis van 1929. - Adolf Hitler. - Het feit dat de NSDAP aan de macht kwam. C. De rol van de nationaal- socialistische ideologie: De ideologie speelde een grote rol bij het ontstaan van de oorlog. Zij wilden de schande van Versailles uitwissen en een groot Duits rijk. 3. Er ontstonden veel nieuwe wapens, waardoor het oorlog voeren sterk aangepast moest worden. Bijvoorbeeld door het mosterdgas. Daardoor moesten veel soldaten een gasmasker op. Ook de tactieken moesten hierdoor worden aangepast. 4.A. Ze moesten op een totaal andere manier oorlog gaan voeren dan ze gewend waren. De tactieken moesten veranderd worden, en ze moesten met andere wapens leren omgaan. B. Er vielen veel meer slachtoffers onder de bevolking dan vroeger, omdat het mosterdgas ook in de steden kon komen. Ook vliegtuigen speelden een grote rol hierbij. 5A. Alle mannen moesten verplicht in het leger om te gaan meedoen aan de oorlog. Hierdoor raakten zij veel meer betrokken ij de oorlog. De vrouw had geen dienstplicht. B. Een minderheid is veel minder betrokken bij de oorlog dan het grootste deel van de bevolking. Zij denken niet zo nationalistisch als de rest van het volk en hierdoor zijn ze dus minder betrokken. C. De arme mensen moesten verplicht in het leger en ze waren meer betrokken bij de oorlog. Ook vanwege het feit dat ze wapens moesten gaan maken. D. Mensen in de leeftijdsgroep 18-45 waren veel meer betrokken bij de oorlog omdat ze dienstplicht hadden. De rest van de bevolking had dat niet, en daardoor waren ze denk ik toch minder betrokken bij de oorlog. 6. Burgers in bezette gebieden konden twee dingen doen: aanpassen of verzetten. Hierdoor werd de betrokkenheid dus ook veranderd. Als je je aanpaste gebeurde er niks, maar ging e in verzet… 7> zie eenheid over dit onderwerp. 8. Wat er te verwerken viel: - De slachtoffers - Grote aantallen mannen moesten weer in het arbeidsproces worden opgenomen. - De kapotte huizen moesten weer opgebouwd worden. 9. Wat er in het bijzonder na de 2de WO te verwerken viel. - Degenen die met de Duitsers hadden samengewerkt wilden niets anders dan dat vergeten. - Er werd weinig aandacht geschonken aan verzetsmensen en ondergedoken Joden. - De politiek moest worden hersteld. - De mensen gingen eigen rechter spelen. 10. Hoe verwerkten ze de oorlog: - Herdenkingen - Politieke activiteiten - Artistieke en commerciële activiteiten. - Wetenschappelijke en educatieve activiteiten. 11. De Volkenbond en de VN waren voorbeelden van instanties die vrede wilden bewaren. 12A. VB: 24 staten
VN: De VN had er veel meer. B. VB: Alleen justitieel

VN: Op alle gebieden
C. VB: VN: Doordat de VN veel meer leden heeft, heeft hij ook veel meer macht dan de VB. D. VB: Bij de VB waren er veel teveel onderlinge geschillen. Hierdoor wilden de landen hun macht niet afstaan. VN: Er waren minder onderlinge geschillen en de landen waren dus bereidt om afstand te doen van een beetje van hun macht. 13. A. Het was een enorme stap voorwaarts in de internationale betrekkingen. Ze ondernamen grote humanitaire en economische activiteiten. B. Ze grepen niet vaak en snel genoeg in. Als ze dit wel hadden gedaan ze er misschien geen 2de WO zijn geweest. 14. A. Hij heeft veel macht gekregen en ze weten die macht goed te gebruiken. Hierdoor is het een goede organisatie geworden die de spanningen op Aarde in goede banen kan leiden. B. Sommige landen hebben teveel macht binnen de VN. 15. De regels die de VN hanteert worden veel internationaler geaccepteerd dan de regels van de VB. Hierdoor heeft de VN meer succes dan de VB. 16.A. De oorlog wordt massaler en dodelijker en er wordt meer aangedrongen op het berechten van oorlogsmisdadigers. B. C. Het werd vaak misbruikt. 17. Ze wisten dat er veel slachtoffers zouden vallen en daardoor hadden ze geen zin in de oorlog.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.