Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Katern 1 Zo zijn onze manieren

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • Klas onbekend | 896 woorden
  • 11 november 2006
  • 23 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
23 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Opdracht 5 A Welke in West Europa aan het begin van de Middeleeuwen bestaande gebruiken trachtte de Kerk in de loop van de Middeleeuwen te veranderen? - Geloofsrituelen
De kerk probeerde de gelovigen door rituelen duidelijk te maken wie Jezus Christus was en wat het christendom inhield. (bron 1) - Geloofsinhoud
Er kwamen voorschriften over gedrag en geloofsinhoud. Zoals de Tien Geboden, geven van aalmoezen, begraven van doden en de Twaalf Artikelen aanvaarden. (bron 2) - Door de Kerk als verkeerd beschouwde handelingen
Geestelijken moesten het geloof in het bestaan van hel en vagevuur propageren als een aanmoediging om mensen aan de regels te laten houden. (bron 3) Welke waarden en normen lagen aan de houding van de Kerk ten grondslag? De meeste straffen bestonden uit boete doen. De verplichtingen waren: - de mis bijwonen op zondag - biechten, minstens eenmaal per jaar in de paastijd - te communie gaan, minstens eenmaal per jaar, in de paastijd. (bron 1) Met welke maatregelen streeft de Kerk na 500 kerkelijke discipline na? Door het ontstaan van een boeteboek, komen er meer wetten. (bron 4) In welke mate leidde dit streven van de Kerk tot veranderingen in waarden, normen en gedrag tussen 500 en 1350? Mensen gehoorzaamden de Kerk. Ze waren er bang voor om gestraft te worden. (bron 6 en 7) Welke invloed had de opkomst van lezen en schrijven op de wisselwerking tussen de Germaanse en de christelijke cultuur? Germaanse vorsten gebruikten geestelijken als schrijver en raadgever. (bron 11) Welke vreedzame wisselwerking was er tussen de Germaanse en de christelijke cultuur? De christelijke cultuur nam veel over van de Germaanse cultuur. (bron 11) In welke opzichten botsten de Germaanse en de christelijke cultuur? Germanen hadden wel kaarsen in de kerk en de christenen niet. (bron 18) Welke invloed had de kerkelijke disciplinering op het ontstaan van scherpere scheidslijnen tussen geloof en ‘bijgeloof’? De Kerk bepaalt alles en dus zijn de scheidslijnen heel duidelijk. In bron 4 staan duidelijke straffen voor bijgeloof. Ga na wat er voor en tegen de volgende verklaring valt in te brengen: ‘De christelijke cultuur had een grotere aantrekkingskracht dan de Germaanse.’ Voor: - In het christendom ben je gedwongen te geloven. - Het christendom is beter georganiseerd. - In het christendom konden zonden worden vergeven. Tegen: Het Germaanse geloof is minder streng. Probeer zelf ook nog een verklaring te bedenken. De christenen vermoorden niemand, maar de Germanen wel.
Opdracht 5 B Welke verschillen in cultuur bestonden er tussen de bovenlaag en de rest van de stedelijke bevolking? - Behuizing
De bovenlaag had stevigere huizen en het was minder rommelig. (bron 1) - Kleding
De bovenlaag had chiquere kleding, maar de armen droegen vodden. (bron 4 en 5) - Maaltijden
De bovenlaag had luxer eten en ze aten met bestek. (bron 1 en 3) - Gedrag (dansen, feesten) De armen vieren feest in een kleine ruimte, waar de mensen op elkaar zitten gedrukt en het heel vies is. De bovenlaag hadden een grote balzaal, orkest en chique kleding. (bron 4 en 5) Hoe probeerde de bovenlaag kritiek van de rest van de bevolking binnen de perken te houden? De bovenlaag zei dat de benedenlaag alleen op de vastenavond zich niet aan de regels hoefden te houden, maar zodra de avond voorbij was moesten ze zich wel weer aan de regels houden. (bron 6 en 7) In welke opzichten en op welke wijze probeerde de bovenlaag het gedrag van de rest van de bevolking te beïnvloeden? Er ontstond een beschavingsoffensief. (inleiding par. 4) Hoe reageerde de rest daarop? - vreedzame reacties
Toneel spelen (bron 11), vastenavondspel (bron 12) en boeken persen (bron 13). - minder vreedzame reacties
Er ontstonden grote spanningen tussen de armen en de rest van de bevolking door een pestepidemie. (bron 19) Welke verklaring(en) kun je bedenken voor de houding van de bovenlaag? - Ze willen rijk blijven. - Ze willen hun macht behouden. - Ze willen sterk blijven. Welke verklaring(en) kun je bedenken voor de houding van de benedenlaag? - Ze willen gelijke rechten. - Ze willen serieus worden genomen. - Ze willen niet in armoede leven. Opdracht 5 C Op welke manieren vermaakte de bovenlaag zich? Ze organiseerden feestelijke bijeenkomsten. (bron2) Op welke manieren vermaakte de rest van de bevolking zich? Ze gaven feesten op het platteland en met prinsjesdag gingen ze naar de kroeg. (bron 3 en 7) Welke verschillen waren er tussen het vermaak van de bovenlaag en de rest van de bevolking? - De bovenlaag hield zich wat rustiger. - De bovenlaag zat in een mooiere omgeving. - De bovenlaag danst chiquer, de benedenlaag danst heel wild. (bron 6) - Bij de benedenlaag ligt er veel rommel op de grond. (bron 7 en 8) Welke gedragingen en gebruiken probeerden men te veranderen? - het dansen (bron 5 en 6) - het roken (bron 9 en 11) - de kleding (bron 12 en 13) - het drinken (bron 4) Wie probeerden dat? En tot welke bevolkingslaag hoorden zij? Dominees, schrijvers en schoolmeesters. Zij zijn uit de gegoede burgerij. Van welke waarden ging ze daarbij uit? - De benedenlaag moest zich net zo gedragen als de bovenlaag. - De bovenlaag vinden dat ze boven de benedenlaag staan. - Beide lagen moeten zich aan de regels van het geloof houden. - Beide lagen moeten dansen zonder vreemde gedachten. Veranderde de positie van vrouwen en kinderen in de loop van de Gouden Eeuw? Zo ja, had die veranderde positie invloed op gedrag en/of gebruiken? Ja. Meisjes konden op hun 12de al trouwen, vrouwen overheerste meer, vrouwen zoenden in het openbaar, sloegen vrijmoedige taal uit en wandelden zonder begeleiding. (bron 23, 27 en 28)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.