Historia 3
Deel 8
1.Wat is het uitgangspunt van de sociale orde in onze hedendaagse maatschappij ?
alle mensen hebben dezelfde rechten
Welke internationale verklaring vormt hiervoor de basis ?
Universele verklaring van de rechten van de mens
2. In de middeleeuwen bestond geen sociale gelijkheid . Welke waren toen de drie standen ? Wat waren hun taken in de maatschappij ? wie profiteerde daarvan ?
de Clerus had als taak bidden en hij deed dat voor adel& de boeren .
de Edelen hadden als taak om te vechten voor de clerus & de boeren.
de boeren hadden als taak om voedsel te produceren voor de edelen & de clerus
3.Welke privileges genoten de geestelijken ? Grootgrondbezit , eigen rechtbanken , vrijgesteld van belastingen .
4.Welke belangrijke rol speelden ze nog buiten de kerk en waarom ?
Ze hielpen bij het bestuur omdat ze konden lezen en schrijven .
5. Welke twee elementen vormden de basis van de macht van de adel ?
Grondbezit en militaire macht
6.Welke privileges genoten de edelen ?
De boeren werkten voor hen , ze betaalden geen belastingen .
7.De boerenstand viel uiteen in twee categorien . Welke, en waarin verschilden ze van elkaar ?
vrije boeren en horige boeren . ze verschilden van lijfeigenen en laten .
Overste van een abdij = abt
Een onvrije boer , gebonden aan het land = horigen
Een voorrecht voor bijzondere personen of groepen van personen = privilege
Stand van geestelijken = clerus
Gewijde persoon , in dienst van de kerk = geestelijken
Een afgesloten groep in de maatschappij , bepaald door geboorte , met eigen (voor)rechten en plichten = stand
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden