Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Gele vragen H8 + H9

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 5e klas vwo | 3083 woorden
  • 1 juli 2016
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
2 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Gele vragen H8 §6-10 en H9

 

De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie

 

16) Het bedrijfsleven moest de rol van de oorlogsindustrie voor de staat gaan vervullen. De landbouw was het volk waar het zuiverst het ‘Germaanse ras’ bewaard was gebleven. Zij moesten in de nieuwe leefruimte in het Oosten zorgen voor de voedselvoorziening van het uitgebreide Duitse volk. Ook de landbouw werd in dienst gesteld van de voorbereiding op de oorlog.

 

17) De vrouwen kregen van de nazi’s de rol van moeder toegediend. Kinderen krijgen werd ze aangemoedigd, terwijl werk ze juist werd ontmoedigd. Alle vrouwen in dienst van de overheid werden ontslagen. In de oorlog zelf moesten vrouwen echter het werk van de mannen, die naar het front waren, overnemen en was de arbeidsparticipatie van vrouwen in het bedrijfsleven en in de overheid groter dan ooit tevoren.

 

18) De jeugd werd genazificeerd op scholen en in organisaties. Op scholen moest in leerboeken in de geest van het sociaal-nationalisme opgevoed worden. Alle jeugdverenigingen werden opgeheven of gingen op in de jeugdbeweging van de nazi’s: de Hitlerjugend (HJ). Voor meisjes was dit de Bund Deutscher Mädel (BdM). Vanaf 1936 was deelname verplicht. Hierna kwam de Rijksarbeidsdienst: alle 18 jarigen moesten een half jaar ‘arbeidsdienstplicht’ vervullen in werkkampen.

 

19) a. Het ministerie voor volksgezondheid en propaganda droeg bij aan de greep van de nazi’s op kunst en publiciteit.

 

b. De radio werd door Goebbels in een belangrijk propagandamiddel veranderd. Iedereen moest een radio in huis hebben en werknemers waren verplicht om naar toespraken van Hitler te luisteren over de radio. Daarnaast stelde Goebbels de Rijkscultuurkamer in, waarvan iedereen die actief was in de publicatie of kunst, lid moest worden.

 

20) De nazi’s wilden met hun terreur bereiken: gevaarlijke tegenstanders direct uitschakelen en weifelaars en toekomstige tegenstanders zodanig schrik aanjagen dat ze niet aan verzet tegen nazi-maatregelen zouden durven denken. Beide waren min of meer succesvol.

 

21) a. De Schultz-Staffel (SS, 1925) werd opgericht als bescherming van de leiders van de NSDAP en Hitler. Later kreeg het er taken bij. Zo moest de SS de nationaalsocialistische staat gaan beschermen door het uitschakelen van tegenstanders. In de laatste jaren werd bovendien de Waffen-SS opgericht, een soort elite-SS. Deze werden ingezet op de belangrijkste plaatsen op het front.

 

b. De grootste misdaad van de SS is het mishandelen en vermoorden van gevangenen in concentratiekampen (al voor de oorlog opgericht door de SA) en het oprichten van nieuwe vernietigingskampen, waarin miljoenen mensen (vooral Joden) zijn vermoord.

 

22) De nazi’s richtten vóór de oorlog al concentratiekampen op voor het overschot aan (communistische) gevangenen na de Rijksdagbrand in mei 1933.

 

Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de Joden

 

23) a. Voor de oorlog was het doel van de rassenpolitiek om Joden tot emigratie te dwingen. Ze wilden de Joden dus min of meer ‘wegjagen’.

 

b. Dit probeerden zij te bereiken door terrorisatie en isolatie van Joden.Voorbeelden hiervan zijn:

- April 1933: boycot van Joodse winkels afgekondigd na massaal ontslag joden bij de overheid.

- 1935: de Neurenberger wetten. Joden werden verboden om met te trouwen met mensen van ‘Duits bloed’.

- 1938: Openbare voorzieningen worden voor Joden verboden verklaard.

- Reichskristallnacht 1938: De moord van een Joodse jongen op een Duitse diplomaat in Parijs ontketende een grote actie van de nazi’s op Duitse Joden.

 

24) a. Tijdens de oorlog veranderde het doel van de rassenpolitiek. De ‘Endlösung’ was de definitieve oplossing van de nazi’s, namelijk het executeren van alle communistisch functionarissen, zigeuners en Joden.

 

b. Dit  deden ze eerst door het doodschieten, maar toen dit niet praktisch bleek, gingen de nazi’s over op vergassen.

 

c. Vele vernietigingskampen kwamen erbij met verschillende doelen. Zo waren er kampen die tot doel hadden zoveel mogelijk ‘Untermenschen’ te vergassen, werkkampen waar mensen moesten werken tot ze erbij neervielen en werkkampen die tevens vernietigingskampen waren. Tot slot waren er kampen waarin krijgsgevangenen werden ondergebracht.

 

25) Het verzet in Duitsland was veel moeilijker dan in de bezette gebieden:

- Gewone leden van de NSDAP, de SA en de SS hielden burgers in de gaten.

- Hitler had een grote aanhang.

- Verzet tegen Hitler werd tijdens de oorlog als landverraad gezien.

 

26) a. Onder socialisten, communisten en liberale, conservatieve en kerkelijke kringen kwam er verzet tegen het Hitler-regime op gang.

 

b. Het verzet was vooral geweldloos. Ze probeerden bijvoorbeeld mensen te laten onderduiken en verspreidde anti-Hitlerpamfletten.

 

27) De geestelijken stonden niet volledig afwijzend tegenover het Hitler-regime, omdat ze het met sommige programmapunten eens waren, zoal de rol van de vrouw als moeder in het gezin en het anticommunisme. In 1937 veranderde de Kerk van houding, nadat de Hitler-regering zich niet aan het Concordaat bleek te houden. De paus keurde de nationaal-socialistische leer af. Het protest bleef voornamelijk echter alleen bij uitingen van ontevredenheid.

 

28) Het merendeel van de hoge officieren waren conservatieven, geen nazi’s. Toch hielden ze trouw aan Hitler met dank aan de eed die ze aflegden. Er waren wel enkele uitzonderingen op deze trouw. Zo kwam er verzet uit angst voor de val van het Duitse Rijk en werd er onder andere een tijdbom geplaats in Hitlers hoofdkwartier. Dit was echter tevergeefs en een staatsgreep bleef uit. Daarnaast deserteerden (verlaten van het leger) veel soldaten uit verzet.

 

De verdeling van de wereld in 2 ideologische blokken

 

29) Nadat de Geallieerden het niet eens konden worden over de toekomst van Duitsland werd het land onderverdeeld in 2 staten: de Bondsrepubliek Duitsland (BRD) van de westerse Geallieerden en de Duitse Democratische Republiek van de Russen.

 

30) a. Het belangrijkste politieke verschil tussen de BDR en de DDR was dat de DDR een communistische eenpartijstaat werd, waar de BDR federaal en democratisch was. De DDR moest een socialistische modelstaat worden.

 

b. In economisch opzicht verschilden ze ook veel. De DDR had een geleide planeconomie, waar de eerste levensbehoeften als voedsel, kleding e.d. de helft van de werkelijke prijs waren en er gratis gezondheidszorg en onderwijs was, maar luxe goederen had men nauwelijks. De BDR daarentegen was erg welvarend dankzij het Wirtschaftswunder. Onder leiding van Konrad Adenauer begon een periode van grote economische bloei. Profiterend van de financiële hulp uit de VS werd Duitsland in 10 jaar één van de sterkste industrie en handelsnaties van de wereld.

 

31) Onder Willy Brandt ontstonden er vanaf 1969 betere betrekkingen tussen de BDR en de DDR. De BDR erkende de grens tussen Polen en de DDR maar nog steeds niet de grens tussen de DDR en de BDR. In 1985 voerde Gorbatsjov hervormingen in in Rusland en dit leidde de eenwording van Duitsland in. Als gevolg van het bezoek van Gorbatsjov aan de DDR en het aftreden van Honecker(leider DDR) viel op 9 november 1989 de muur en Duitsland werd op 3 oktober 1990 weer officieel één staat.

 

32) Economisch stond de verenigde staat tegenover twee problemen: de staatseconomie in het oosten moest overschakelen op een markteconomie en de Oost-Duitse industrie moest word verduurzaamd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gele vragen hoofdstuk 9

 

1) De directe oorzaak (aanleiding) van de Tweede Wereldoorlog is de invasie van Duitsland op Polen in september 1939.

 

2) a. Sommige onderzoekers vinden dat Frankrijk, Engeland en Rusland, naast Hitler, medeverantwoordelijk zijn voor het uitbreken van de oorlog. Zij denken dit omdat:

- Franse en Engelse dachten dat ze vrede konden handhaven als ze aan sommige eisen van Hitler tegemoet zouden komen. Dit bleek niet te kloppen.

- Stalin maakte door zijn verdrag met Duitsland de weg vrij voor Duitsland om Polen binnen te vallen.

 

b. Andere onderzoekers vinden dat de hoofschuld bij Engeland en Frankrijk ligt.

- Het Verdrag van Versailles had Duitsland allerlei beperkingen opgelegd zoals het betalen van een enorme schadevergoeding en uitsluiting van het zelfbeschikkingsrecht. Hitler wilde alleen wat van Duitsland was afgenomen terug winnen.

- Frankrijk en Engeland lieten Hitler lange tijd zijn gang gaan, waardoor Hitler dacht dat hij polen wel zonde consequenties kon binnenvallen

- Frankrijk en Engeland hadden in plaats van het wantrouwen met Rusland een verdrag moeten sluiten. Dan had Stalin geen verdrag met Hitler hebben gesloten omwille de veiligheid van Rusland.

 

c. Weer andere onderzoekers geloven dat alleen Hitler en de NSDAP de schuldigen waren.

- Engeland en Frankrijk zagen in dat het verdrag van Versailles te hard was voor Duitsland en lieten Hitler toe dit te herstellen, ook het zelfbeschikkingsrecht moest gaan gelden voor Duitsland.

- Het is begrijpelijk dat Engeland en Frankrijk concessies wilden maken met Duitsland met de verschikkingen van de vorige oorlog nog vers in het geheugen.

- Het wantrouwen van de Engelsen en de Fransen op Stalin was gerechtvaardigd, omdat het communisme het westerse kapitalistische ideaal onderuit wilde halen.

 

Het voeren van 2 wereldoorlogen

 

4) De Tweede Wereldoorlog was meer een wereldoorlog dan de Eerste, omdat nu ook Noord-Afrika en Azië twee belangrijke strijdtonelen waren. In Europa waren bovendien meer landen betrokken. In 1941 ging de VS na Pearl Harbor ook deelnemen.

 

5) Het verschil van de bezettingspolitiek van Duitsland in West- en Oost-Europa was dat in West-Europa het gericht was op de nazificatie van de bevolking. Ze werden als ‘Arische volken’ als mogelijke bondgenoten beschouwd. Dit hield in:

Politiek: propaganda en uitschakeling van eventuele tegenstanders.

Economisch: in dienst stellen van de Duitse oorlogsinspanningen en Arbeitseinsatz (gedwongen werken in Duitsland).

In Oost- Europa was de bezettingspolitiek veel wreder. Oost-Europeanen waren van een ‘lager dienstbaar ras’ dat uitgebuit, verdrongen en zonodig vermoord kon worden.

6) De Tweede Wereldoorlog was een bewegingsoorlog waar de Eerste Wereldoorlog een loopgravenoorlog was.

 

7) Er waren meer doden in de Tweede Wereldoorlog vergeleken met de Eerste Wereldoorlog. Oorzaken hiervoor waren

- Tijdens deze oorlog waren veel meer landen en soldaten betrokken.

- Duitse, Russische en Franse soldaten moesten tot het uiterste doorvechten en mochten zich niet overgeven.

 

8) De krijgsgevangenen werden tijdens de tweede wereldoorlog slecht behandeld. Zowel door de russen als door de Duitsers werden regels geschonden, vooral ten aanzien van Poolse soldaten.

 

Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij de oorlogsvoering

 

9) Uitvindingen hadden grote impact op de Tweede Wereldoorlog: luchtmacht neemt toe, bombardementen zorgen voor burgerslachtoffers, radar en onderzeeboten, vliegdekschepen, de V1, de V2 en atoombommen.

 

10) In de Tweede Wereldoorlog waren er veel meer burgers bij de oorlog betrokken, meer burgerslachtoffers en meer verwoestingen dan in de Eerste Wereldoorlog. Zo namen vrouwen het werk van mannen in militaire dienst over en deden verzorging, grotere gebieden werden getroffen door beter vervoer, massale bombardementen en vooral de massamoorden in en buiten de concentratiekampen door nazi-Duitsland.

Ook leidde de tactiek van ‘de verschroeide aarde’ aan het Oostfront tot grote verwoestingen: zoveel mogelijk vernietigen om niets in de handen van de tegenstander te laten vallen.

 

De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie

 

11) Ook de propaganda maakte gebruik van nieuwe ontwikkelingen, dankzij de (verbeterde) techniek van film, radio en ook strooibiljetten.

 

De Duitse bezetting van Nederland

 

12) De Tweede Wereldoorlog begon in Nederland op vrijdag 10 mei 1940. Na vijf dagen capituleerde het Nederlandse leger na dat het Nederlandse leger niet goed bewapend noch goed voorbereid was en het bombardement op Rotterdam op 14 mei en de vrees op meer bombardementen. De Nederlandse regering was op 13 mei uit veiligheidsoverwegingen naar Engeland gevlucht.

 

13) Neutraliteit leek de beste politiek in de jaren ’30 om Nederland te beschermen. Ook was het goed voor de handel en moreel vonden Nederlanders het beter: goede voorbeeld geven aan andere landen om geen oorlog te voeren. Bovendien was het een geslaagde tactiek geweest tijdens de Eerste Wereldoorlog.

 

14) a. Het bestuur in het bezette Nederland werd geregeld door ‘rijkscommissaris’ Seyss-Inquart.

b. De taak van de Duitse politie in Nederland was eventueel verzet voorkomen of te onderdrukken. Duitse soldaten moesten de kust verdedigen en konden worden ingezet om de orde te handhaven of om Engelse of Amerikaanse bommenwerpers neer te halen.

 

c. De doeleinden die de Duitsers hadden bij de bezetting van Nederland waren:

- Nederlandse arbeiders inschakelen voor de oorlogsindustrie van Duitsland. (landbouw- en industrieproducten leveren)

- De Nederlandse ‘Germaanse’ bevolking strikken voor het nationaal-socialisme.

 

15) a. De bezetter probeerde via propaganda de Nederlandse bevolking vrijwillig laten overstappen op het nationaal-socialisme. Ze hielden bijvoorbeeld strikt toezicht op de kranten en televisieprogramma’s.

 

b. De Nederlandse Unie, een beweging strijdende voor politieke vernieuwing, kreeg veel aanhang. Dit kwam vooral doordat er al vóór de oorlog veel ontevredenheid was over de politiek en het niet in staat kunnen zijn om o.a. de economische crisis te bestrijden.

 

c. Veel Nederlanders waren bereid om zich in meer of mindere mate samen te werken met de Duitsers. Ze deden dit vooral uit eigenbelang: men wilde hun baan niet verliezen. Anderen deden het uit ideologisch oogpunt: sloten zich aan bij de NSB of gingen strijden aan het Oostfront uit afkeer tegen de parlementaire democratie of het communisme.

 

16) a. In 1941 ging de bezetter harder optreden om het nationaal-socialisme door te voeren. Dit deed het omdat het niet aansloeg bij de Nederlandse bevolking en Nederland moest een grotere rol gaan spelen bij de oorlogsvoering doordat de VS mee ging doen in de oorlog.

 

b. Kunstenaars moesten lid worden van de Kultuurkamer, er kwam één Rijksradio: de Nederlandse omroep en alle vakbewegingen gingen op in het Nederlands Arbeidsfront.

 

c. De enige politieke partij die nog was toegestaan was de NSB (Nationaal-socialistisch Beweging), met als leider ir. Anton Mussert.

 

d. De april/mei-stakingen braken uit toen oud krijgsgevangenen werden opgeroepen voor het Duitse leger. Deze staking werd op hardhandige wijze onderdrukt, maar het gaf wel moed aan andere soldaten wat leidde tot soldaten die niet kwamen opdagen, maar gingen onderduiken.

 

17) De belangrijkste maatregelen tegen de Joden in Nederland waren:

- isolatie, registratie en vervolgens ontslag van joodse ambtenaren.

- segregatie op gebied van scholen en openbare voorzieningen.

- verplicht een gele ster op de kleding.

- Joden moeten zich melden voor ‘werkverruiming in Duitsland’ na Februaristaking. (deportatie)

 

18) a. De burgers werden bijna constant herinnert aan de oorlog. Door de affiches op de muren, berichten in de krant, radio en het ontstaan van schaarste aan levensmiddelen en goederen was de oorlog meer dan levend in Nederland.

 

b. Sommige beroepsgroepen waren meer bij de bezetting betrokken dan anderen. Het bleek een dilemma voor veel Nederlandse fabrikanten, ambtenaren en politieagenten die aan de Duitsers diensten moesten verlenen.

 

19) a. Het georganiseerde verzet had aan het begin van de oorlog nog maar honderden mensen, in 1944 waren dit zo’n 25.000.

 

b. De verzetsstrijders hielden zich vooral bezig met activiteiten als de verzorging van  onderduikers, opvang van de bemanning van neergeschoten Engelse of Amerikaanse vliegtuigen, vervaardiging en verspreiding van illigale kranten, vervaardiging van valse persoonsbewijzen en bonkaarten, het plegen van sabotage en overvallen om aan goederen voor onderduikers te komen en het liquideren van voor het verzet levensgevaarlijke verraders. (Actief verzet)

 

c. Vormen van passief verzet hadden vooral te maken met het laten onderduiken van of het hulp verlenen aan onderduikers. Een anderen vorm van passief verzet was het beroep opzeggen om de bezetter geen dienst te verlenen.

 

20) Het zuiden van Nederland werd als eerste bevrijd. Hier werden bij zware gevechten grote vernielingen aangericht. In de rest van het land werden door de Duitsers razzia’s gehouden om arbeidskrachten te verzamelen. Op de massale vorm van verzet hiertegen werd hard opgetreden. In het westen van Nederland heerste er door een schaarste aan alle soorten levensmiddel een hongerwinter. Ongeveer 15.000 mensen overleden hierdoor. Op 5 mei 1945 was de overgave van de Duitse troepen een feit.

 

Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij de oorlogsvoering

 

21) Als gevolg van de Tweede Wereldoorlog kwamen ongeveer 40 miljoen mensen om het leven. Voor de overlevende familieleden waren de gevolgen groot. Miljoenen gezinnen verloren gezinsleden en vrouwen moesten hun kinderen bijvoorbeeld alleen opvoeden. Ook nu nog ondervinden veteranen lichamelijke, mentale en psychische problemen van de oorlog.

 

22) a. Na de Tweede Wereldoorlog werden voor het eerst, in Tokio en Neurenberg, voormalige leiders van de verliezende staten voor hun oorlogsmisdaden berecht in een internationaal oorlogstribunaal.

 

b. Het was een moeilijke opgave om de collaborateurs te berechten. Het was lastig om algemene regels hiervoor te formuleren en het grote aantal maakte het een onmogelijke opgave. Daarnaast konden massaprocessen de samenleving ontwrichten.

 

23) Op korte termijn waren de enorme verwoestingen van groot belang, omdat er grote economische schade was aangericht.

- De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog

- De dekolonisatie die een einde maakte aan de westerse hegemonie

 

24) Wijzigingen in de grenzen waren er na de Tweede Wereldoorlog in de verschuiving van Polen naar het Westen, de onderverdeling van Duitsland in 4 bezettingszones (zie H8), Estland, Letland, Litouwen en delen van Slowakije en Roemenië werden deel van het Russische Rijk en Istrië werd toegevoegd aan Joegoslavië.

 

25) a. Na de Tweede Wereldoorlog groeiden de VS en Rusland uit tot twee supermogendheden, die bijna de hele wereldpolitiek bepaalden.

 

b. Ook de positie van Nederland in de wereld veranderde aanzienlijk. Nederland sloot zich aan bij het westerse blok.

 

26) Door tegenstellingen tussen de VS en Rusland ontstond de ‘Koude oorlog’ en daarmee een bewapeningswedloop. Zowel het westerse blok als het communistische blok wilden steeds meer en betere kernwapens in bezit krijgen.

 

27) Na de Tweede Wereldoorlog bleken de nationalistische bewegingen binnen de koloniën sterk zijn toegenomen. Dit leidde tot dekolonisatie in veel gebieden (India, Pakistan, Indonesië).

 

28) Het einde van de oorlog zou het begin van het atoomtijdperk worden. Dit was de periode na de Tweede Wereldoorlog, waarbij in een versneld tempo de ontwikkeling van de atoombom ontstond.

 

29) a. In de lente van 1945 werd het Handvest van de Verenigde Naties door vijftig landen getekend. De taak van de VN was nieuwe oorlogen voorkomen en te helpen bij de bestrijding van armoede, ziekten, honger en onrecht in de wereld.

 

b. De Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) werd opgericht door het Westen om oorlogen te voorkomen door samenwerking op militair gebied.

 

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.