Thematisch deel 2: L'enfant

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 5e klas vwo | 1847 woorden
  • 30 augustus 2006
  • 24 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
24 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Handelingsdeel ‘un peu d’amour...’

1. Un sac de billes

1.1 Introduction
1. Ik denk niet dat ik ooit gediscrimineerd ben. Ja, misschien kun je ‘buitengesloten’ worden als je klein bent als discrimineren omschrijven. Dat je sommige dingen niet mag doen of niet mag horen, omdat je nog te klein bent, je zou dit als een buitensluiten kunnen omschrijven, maar ik denk toch niet dat dit discriminatie is. Je wordt je vaak met goede bedoelingen buitengesloten; “daar ben je nog te klein voor, dat kun je niet aan”. Echt discriminatie is een stuk negatiever.
2. ***
3. Dat Joden een bepaalde stempel krijgen, waardoor ze door veel mensen verafschuwd worden. Veel kinderen begrijpen dit niet eens.

1.2 C’est compris?
4a. Juist
4b. Onjuist
4c. Juist
4d. Onjuist
4 e. Onjuist
5. Dat kinderen, Joden of niet-joden, niet goed begrijpen wat een Jodenster precies inhoudt.

1.3 Exploitation
6. Omdat ze overal geweigerd konden worden omdat ze Joods waren en Joden deugden niet en die stempel was er om aan te geven dat dit dus iemand was niet minderwaardig was.
7. Er was veel werkeloosheid, doordat er een grote oorlogsindustrie opgezet werd kregen erg veel mensen werk. De werkeloosheid daalde en dat is goed voor de economie.
8. Het ging erg slecht in Duitsland, veel mensen waren arm. Toch waren er ook veel rijke Joden, want die zaten vaak in de handel en daar kon je best veel geld mee verdienen. Hitler kreeg dus een hekel aan de rijke Joden en dus ook aan alle Joden. Hij vond dat de Joden de beste baantjes in Duitsland inpikten.
9. Dat Joden zuinig en gierig zijn en altijd uit zijn op geld, vandaar dat zij de beste banen hadden en de Duitsers zelf niet.

2. Sans famille

2.1 Introduction
1. Ik denk dat het over iemand gaat die geen familie heeft, iemand die ‘Alleen op de Wereld’ is…
2. Ze werden te vondeling gelegd en gingen naar een tehuis of in het beste geval naar een pleeggezin.
3. Ook in een tehuis, maar er wordt actief naar een goed pleeggezin gezocht.
4. Ja

2.2 C’est compris?
5. Om aan te geven dat ze het helemaal niet breed hebben, maar dat Remi het toch echt als een thuis ervaart. Het maakt het extra ‘tragisch’.
6. Remi en zijn pleegmoeder willen helemaal geen afscheid van elkaar nemen, want dit plannetje is bedacht door de pleegvader van Remi. Ze moeten dus uit elkaar terwijl ze het alle twee niet willen
7. Dat Vitalis een beetje medelijden met hem heeft.
8. “Arrivée devant notre barrière, elle la poussa et entra dans la cour qu’elle traversa rapidement.“ (regel 48-49)

2.3 Exploitation
9. Landen in Azie denk ik en Rusland. Laatst was er ook in Nederland een pasgeboren baby’tje te vondeling gelegd.
10a. Sommige mensen zien geen enkele andere uitweg en vinden blijkbaar dat dit beter is voor hun kind. Misschien worden ze gevonden en opgevoed door een goede familie, maar ik zou mijn kind nooit te vondeling leggen.
b. ***
11. Remi is eerlijk en Vitalis en zijn pleegmoeder zijn indirect eerlijk, bovendien zijn de volwassenen in dit stuk, met name zijn pleegvader heel erg zakelijk.
12. Ik denk het wel, maar je kunt het niet natuurlijk niet over alle kinderen of over alle volwassenen zeggen. Je hebt hele eerlijk volwassen en hele asociale kinderen.
13. Als je in een weeshuis woonde was er elke dag eten, je had met zekerheid van je bestaan. En als je onderwijs krijgt is dit goed voor je toekomst, hoe meer je leert hoe beter werk je meestal later kunt doen. Kinderen die gewoon bij hun ouders woonden kregen misschien wel helemaal niet elke dag eten en als je moet werken in plaats van dat je onderwijs krijgt is dit niet goed voor je toekomst.
14. Kinderen moesten ook gaan werken om wat brood op de plank te krijgen. Men was in die tijd vaak erg arm, dan heb je geen geld om je kinderen naar school te sturen, dus moeten de kinderen ook werken.

3. La première journée à l’école

3.1 Introduction
1. Ik weet eigenlijk niks meer van mijn echte eerste schooldagen, zowel die van de basisschool als van de middelbare school. Wat ik nog wel van de middelbare school is dat we altijd nog vijf minuten voor de eerste bel vast naar het lokaal gingen lopen, als het pauze was. Want anders kwamen we veel te laat natuurlijk…
2. ***

3.2 C’est compris?
3. Onderzoekend, oplettend, de meester wil van alles van de kinderen weten.
4. B
5. A
6. C
7. Omdat de meester in het Arabisch praat en Brick spreekt geen Arabisch, maar een soort dialect.
8. De voorouders kwamen in een oorlog terecht en om die te ontlopen zijn ze een rivier overgestoken en toen kwamen ze in de vallei d’Ighzir terecht, dit is was een rotsachtige en onhergbergzame plek, maar wel veilig voor de oorlog.
9. A (Ze leven niet volgens precieze tijdwaarneming en daarom heeft niemand een horloge)
10. C
11. Hij moet om acht uur ’s morgens op school zijn en hij vraagt zich af hoe hij precies op tijd zal gaan komen.

3.3 Exploitation
12. boeiend, realistisch
13. Bij mij verliep mijn eerste schooldag veel gemakkelijker, ik begreep de juffrouw en ik hoefde niet bang te zijn over de tijd.
14a. Ik denk van niet, we leven in een drukke samenleving. Iedereen heeft overal afspraken en men heeft een druk schema.
b. Het leven verloop misschien zonder haast, want je moet nooit ergens persé om een bepaalde tijd zijn. Alles is meer ‘ongeveer’.
c. ***

4. Berceuse pour mon enfant mort
Pour mon enfant frais

4.1 Introduction
1a. Berceuse = wiegeliedje
1b. Een lief liedje dat je zingt voor een kindje dat in je armen ligt, vaak om het rustig te krijgen of om het in slaap te krijgen.
2. Het zinnetje ‘Il ne faut pas’ en het woord ‘D’ailleurs’

4.2 C’est compris?
3a. Het kind hoeft niet bang te zijn in het donker, want ze kan met de regen spelen en het gras zien groeien.
3b. Voor de moeder leeft het kind nog steeds. Dat blijkt uit het feit dat het kind nog steeds kan spelen en kan kijken.
3c. Het kind kan spelen met de wormen, de regen en met de bloemen
3d. Het kind ligt in de wieg van de aarde
4. Er wordt nergens met zoveel woorden gezegd dat ze dood is, wel dat ze onder de grond is en dat ze daar het gras ziet groeien en de regen ziet vallen. Pas in de laatste zin staat dat ze dood is.

4.3 Exploitation
5.
Wiegelied voor mijn dode kind

Je mag niet bang zijn in het donker
Noch voor de wormen
Trouwens
Je zal met de regen kunnen spelen
En kunnen kijken hoe het gras groeit
Men mag geen aarde in jouw mond stoppen (??)
En braaf op me blijven wachten
Trouwens
Men heeft je bloemen gegeven
Om je te troosten dat je zo klein bent
En dood
6. De afgebeelde illustratie lijkt mij het graf van het kindje en het gedicht is voor het dode kind.
7. Omdat een kind nog een heel leven voor zich hoort te hebben. Men mag pas dood gaan als je alles al gezien hebt en als je veel gedaan hebt, als je oud en grijs bent dus. Bovendien is het begraven van hun eigen kind het ergste wat er is voor ouders. Geen enkele ouder zou het aan graf van zijn of haar kind mogen staan.
8. ***
9.
Voor mijn jonge kind

Als een kleine rijpe perzik
Kwam je in mijn leven
En ik zal je voorzichtig plukken
Zodat ik je lang kan houden
Jouw geur van fruit

Je zult slapen
Je wimpers op je wang
Als zeegras
En ik zal naar je kijken
En tegelijkertijd verbaasd zijn
De boom
En de aarde

5. Vole

5.1 Introduction
1. Jean-Jacques Goldman is een songwriter die nummers schrijft voor onder andere Celine Dion. Hij schreef in 1995 zelfs een hele CD voor haar ‘D’eux’.
2. Over een geliefde

5.2 C’est compris?

3. Naar de hemel
4. Haar familie denk ik, want ze gaat de hele tijd over ‘verlaat ons’, ‘laat ons’ en er staat ‘petite soeur’.
5. Ik denk dat degene die weggaat (dood is?) nog een kind is, want er staat ‘vlieg, vlieg, klein zusje’. Ook staat er ‘jouw kinderleven’.
6. Ze heeft een heel ellendig leven gehad, misschien was het kind ziek. In de hemel vindt ze een beter leven, waar ze gelukkiger is. Als het kind naar de hemel gaat zullen de ouders ook minder verdrietig zijn, want het kind heeft erg veel pijn en verdriet als ze in leven blijft. Door te overlijden zal het verdriet en de pijn ophouden en zal ze een gelukkig leven krijgen ‘aan de andere oever (de hemel dus)’.
7. Bloemen en gelach, want dat wilde het kind zo graag
8. De volgende reis naar de hemel. Voor de goedgeordende geest is de dood tenslotte gewoon het volgende grote avontuur.
9. Met vleugels de lucht in, omhoog naar de hemel, als een zwaluw.
10. Regel 3; Va t’en loin, va t’en sereine’, ze moet rustig worden.

5.3 Exploitation

11. boeiend, ontroerend
12. Positief: ma douce (mijn lief), mon ange (mijn engel), des fleurs (bloemen), des rires (glimlach), Mon amour (mijn lief)
Negatief: misère (ellende), ma douleur (verdriet), souffrance (lijden), lourd (zwaar), épuisées (uitgeput)
Het is een verdrietige situatie, maar als het kind overlijdt is het eigenlijk beter, het is beter voor iedereen, het is een soort opluchting. Het kind lijdt zoveel, en daarom ook het gezin, dat het eigenlijk beter is zo.
13. Je wordt geen zanger om het geld, maar om een bepaald verhaal te vertellen over onderwerpen wat de mens bezighoudt.
14. Licht – diepzinnig, unieke onderwerpen - onderwerpen van alledag
15a. Hij vertelt op een duidelijke manier en dit ontbreekt vaak bij de meeste liedjes
b. Voor zaken die hem bezighouden, hij zet zich in voor de maatschappij, bijvoorbeeld voor de organisatie Restos du Coeur
16. Volgens mij is het een soort vrijwilligersorganisatie, dat gratis maaltijden verstrekt voor arme mensen.

6. Retour au thème

6.1 Exploitation

1.

Erg verdrietig Lief Een soort
opluchting
Het kind is Willen het beste voor hun kind begraven en niet
naar de hemel Verdrietig Het kind is
niet echt
dood, maar
in de hemel

2a.

b. ***
3. In de prozafragmenten hadden de kinderen nog een soort ontzag of zelfs angst voor de volwassenen. Tegenwoordig is dat in de westerse maatschappij niet meer zo erg, je kijkt misschien wel op tegen iemand, maar het is niet zo dat je bang voor iemand bent, alleen maar omdat het een volwassene is.
Andersom is er natuurlijk ook veel veranderd, volwassen mensen keken toen heel kleinerend tegen kinderen aan, dat is nu veel minder, sommige mensen hebben dat natuurlijk soms nog wel, maar meestal worden kinderen nu toch ook wel als volwaardige mensen gezien, alleen moeten ze nog veel leren.
Ik denk dat de verhouding kinderen en volwassen nu veel ‘vriendschappelijker’ is als je bijvoorbeeld spreekt over vader – zoon, of meester – kind.

REACTIES

P.

P.

Bedankt!! Het meeste klopt wel, dit bespaart me weer een hoop tijd ;-)

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.