Metropool Thema 1

Beoordeling 7.8
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 5e klas vwo | 752 woorden
  • 12 januari 2011
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 7.8
10 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

2a) Ik vind dat de rechten in Nederland goed geregeld zijn en dat aan al die punten wel aandacht besteed wordt.
2b) Bij ons is er een speeltuin geplaatst, zodat kinderen ruimte hebben om te spelen. Dit zou ik de burgemeester van München ook aan kunnen raden.

3a) Nee, hij kan en mag er nergens op fietsen, dus heeft hij er niks aan.
3b) Tegen zijn moeder, omdat ze tegen hem zegt dat hij moet gaan fietsen en dat niet kan. Zijn houding tegenover volwassenen is dus in dit geval spottend.

4a) Hij draait zich om. Ik weet niet waarom hij dat doet.
4b) Er zijn een aantal woorden die herhaald worden, zoals fährt, Knab, Trittroller en Straβenbahn. Ook wordt er humor gebruikt. En je zou kunnen zeggen dat er ook een omkering in zit.
4c) Ik zou het gewoon als zinnen uitspreken, zodat het echt een klein verhaaltje is, zonder pauzes na elke regel.

5a) Kaïn was de enige broer, toen Abel geboren werd kreeg hij ineens alle aandacht. Kaïn leerde dat het leven moeilijk was, Abel dat het leven vrolijk is.
5b) (1) Hij heeft veel harder gewerkt voorzijn bieten en graan dan Abel voor zijn lammetjes, maar Abel krijgt alle eer. (2) Alles en iedereen is slecht tegen Kaïn, maar goed tegen Abel.
(3) Als ze hun moeder bloemen brachten, kuste en omhelsde hun moeder Abel, omdat hij de jongste was, terwijl Kaïns bloemen veel mooier waren.
5c) Nee, want Abel geniet van alle aandacht en hij doet geen moeite om Kaïn ook de eer en aandacht te bezorgen die hij graag zou willen.
5d) Ik zou hem schuldig bevinden. Dat je broertje meer aandacht krijgt dan jij is nog geen reden om hem te vermoorden.

6a) Het effect is dat de lezer denkt dat de schrijver het verhaal verteld over iemand anders. Ik vind toch dat een ik-perspectief het meest geschikt is voor een verhaal over jeugdherinneringen, omdat het toch heel erg vanuit jezelf geschreven is.
6b) De grootmoeder is de baas.
6c) Hij is bang, ze zijn groter dan hij.
6d) Het gaat niet goed thuis, hij wordt gepest en in elkaar geslagen. Hij heeft een ongeluk gehad waardoor hij een kwart jaar in bed heeft moeten liggen.

7a) Hij zegt dat een vliegtuig een tegengestelde werking van de zwaartekracht nodig heeft, omdat het zwaarder is de omringende lucht. Die kracht wordt veroorzaakt doordat de vleugels haaks op het vliegtuig staan.
7b) Hij wil niet naar zijn zoon luisteren en vind het onzin wat hij zegt.

8a) Hij is bang dat hij de aanbieding niet krijgt.
8b) De vader wil de tv op een andere zender zetten en reageert niet op zijn zoontje.

9a) Omdat dat modieus is.
9b) Omdat het van grote invloed op de mode is en ze vinden het decadent. Het meisje zegt dat haar overgrootvader en grootvader ook een nikkelen brilletje droegen en dat waren mijnwerkers.
9c) Nee, ik draag gewoon kleding die ik mooi vind en wat lekker zit. Ik heb wel een bepaalde stijl, maar niet om een imago te vormen.
9d) Omdat ze hem heel mooi en kleurrijk vindt. Haar klassenleraar vindt dat ze reclame maakt voor het kapitalisme.
9e) De schrijver bedoelt dat dit mensbeeld van jaren geleden was en dat het uit de tijd is.
9f) Dat hij het afkeurt.

10a) Tegen het moeten luisteren naar haar ouders. Haar vader vraagt haar om zijn pantoffels te halen, dat wil ze niet. Ook als haar moeder het vraagt doet ze het nog niet.
10b) Als ze groot is, wil ze iets doen en niet alleen huisvrouw zijn. Dat lijkt me geen goede oplossing, want dan moet je wel naar je baas luisteren en doen wat hij/zij zegt.
10c) Hersens.

11a) Omdat ze hen beide niet wil kwetsen.
11b) Omdat het een buitenlander is.

12a) Staubgewölke, Schornsteinresten, Schuttwüste.
12b) Als de man weg wil gaan.
12c) Hij zegt dat hij 27 konijnen heeft en dat de jongen die wel mag bekijken, en dat de ratten ’s avonds slapen.
12d) Hoopvol.
12e) (1) Er wordt geen inleiding gegeven. (2) Er is geen karakterbeschrijving. (3) Het is spannend en interessant.

13a) Dat ze er niet goed uitzag.
13b) De wind en de regen.
13c) (1) Je wordt midden in de handeling gegooid: het verhaal begint op het moment dat Martin een mes op tafel legt. (2) Een kort, maar bepalend deel van een mensenleven wordt beschreven: dit deel is bepalend in het leven van Martin en Bastian. (3) Het is spannend.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.