Duits project: Das passiert nicht alle Tage
Leesboekje opgaven: Das passiert nicht alle Tage
Inhoud:
50 belangrijkste voegwoorden bladzijde 2 en 3
Antwoorden op de vragen:
H1, H2 en H3 bladzijde 4
H4, H5 en H6 bladzijde 5
H7, H8 en H9 bladzijde 6
H10 en H11 bladzijde 7
Moeilijke woorden bladzijde 8 en 9
Dit zijn de 50 belangrijke voegwoorden:
- Anders = sonts
- Of = oder
- Maar = aber
- Dat = dass
- En = und
- Maar = sondern
- Dus = also
- Dan = dann
- Dan = denn
- Dan = als
- Want = denn
- Daarom = desalniettemin
- Desondanks = trotzdem
- Maar = nur
- Omdat = weil
- Terwijl = während
- Hoewel = obwohl
- Wanneer = wann
- Toen = als
- Nadat = nachdem
- Voordat = bevor
- Zodat = damit
- Doordat = inden
- Zodat = so dass
- Hoe = wie
- Toen = damals
- Liever = sondern
- Voor = bevor
- Sinds = seit
- Hoewel = obwohl
- Zodat = Damitt
- Inplaats van = anstatt zu
- Sinds = da
- Tot = bISS
- Dan = als
- Of = ob
- Maar = aber
- Omdat = denn
- Als = Wenn
- Omdat = weil
- Als = wie
- Maar = nur
- Anders = sonst
- Voordat = bevor
- Waarheen = wohin
- Voordat = ehe
- Zover = so weit
- Meer = mehr
- Hoewel = obgleich
- Toch = trotzdem
Dit zijn de antwoorden op de vragen per hoofdstuk:
Hoofdstuk 1
- Groot
- Dik en sterk
- Grijs en scherp
- Getrouwd
- 60 km per uur
- Er komt een zwarte Mercedes langsrijden.
- Het heeft een aanhanger.
- Een televisie
- 420
- Hamburg
- Een jong, mooi meisje met rode lippen en ze heeft een koffer bij zich.
- Snelweg Hamburg 400 meter
Hoofdstuk 2
- Omdat de motor en radio aan staan.
- Zodat hij het meisje kan verstaan.
- Het meisje had een smal gezicht.
- Ze heeft rood haar
- Ze heeft blauwe ogen
- Regenjas, sandalen en een donkerblauwe broek.
- Willie vraagt of zij hem goed kan verstaan als de radio uit staat.
- Nee, een vriendin.
- Ze heet Lore Schmied
- Mooi weer, want de zon schijnt.
- Een politiecontrole
- Er zijn 3 wagens
- Er wordt niet gezegd waarom ze worden gecontroleerd, maar ze moeten staande houden voor controle.
- Ze hebben blauwe lichten
Hoofdstuk 3
- Omdat ze t niet kan verstaan.
- In celle.
- Ze is bang omdat de overvaller gevaarlijk kan zijn.
- Omdat er zoveel politie is.
- Een mantel.
- Een zwarte hoed en een mantel.
- Een blauwe Volkswagen.
- Onbeleefd/brutaal.
- Dat de hei er mooi bij ligt.
- Fallerie fallera.
- Omdat hij lelijk zingt .
Hoofdstuk 4
- Want ze vindt Willie erg aardig.
- Dan spaart ze haar geld en kan ze iets anders ervoor kopen, namelijk een badpak of bikini.
- Dat ze in de trein naar Hamburg zit.
- Ze heet Helga.
- Ein badeanzug, oftewel een badpak.
- Aan een mooie blauwe bikini en een strand aan de Noordzee.
- Blauw, want dat staat haar het best/goed.
- 20 kilometer van Hamburg.
- De bomen heten sparren.
- Een Ford.
- Met 100 kilometer per uur.
Hoofdstuk 5
- Het is half 4.
- Haar benen zijn stijf.
- Ze is benieuwd naar wat erin zit.
- Een groot bruin pakket.
- Een tv.
- Ze hoort een geluid.
- Een kort geschreeuw.
- Hij is al een kwartier weg.
- Een blauwe volkswagen.
- De auto komt uit Celle.
Hoofdstuk 6
- De auto is helemaal leeg behalve het dashboardkastje daar zit een pakje sigaretten, een zaklamp en een pen.
- Het is de auto van de inbreker omdat het kenteken begint met HH en dit betekend dat de auto uit Hamburg komt dus is de auto van de inbreker.
- HH betekend dat de auto uit Hamburg komt.
- Ze ziet de man op ongeveer 300 meter afstand.
- De man heeft een koffer in zijn hand.
- De man gaat naar zijn truck.
- De man kijkt niet rond dus ziet hij Lorre niet.
- Lorre rent naar de trailer en springt erop
- Lorre klimt door de opening van het zeildoek.
- De bestuurder van de vrachtwagen is de chauffeur van de vrachtwage
Hoofdstuk 7
- Ze ligt in de trailer tussen de dozen.
- Lorre denkt eerst dat ze aan het dromen is.
- Als ze door de opening kijkt ziet ze de snelweg richting Hannover.
- De bestuurder van de Opel kadett de mt dat Lorre gewoon zwaait zonder reden
- Ze heeft een idee om iets op de kartonnen doos te schrijven.
- Ze schrijft “POLITIE CRIMINELEN IN DE VRACHTWAGEN”.
- De vrachtwagen rijdt langzamer omdat ze van de snelweg af gaan en Hamburg in rijden.
- Omdat de bestuurders de letters niet zien schijnt ze met de zaklamp op de letters zodat de bestuurder van de andere auto het wel kan lezen.
- Een oudere dame.
- Ze denkt dat ze weg moet gaan in plaats van te helpen.
Hoofdstuk 8
- Hij remt plotseling, waardoor zij valt
- Er staat een politieauto voor de vrachtwagen
- Drie agenten
- De dame ziet er geschonken uit
- De rover gaat vluchten
- De brug over de Elben rent hij weg
- De man springt in het water
- Een dame
- De groene Opel
Hoofdstuk 9
- Waar ze is
- Ze is bij de politie
- Wat er met de boef is gebeurd en met haar ouders
- De politie agent
- Koffie
- Ja, ze hebben gebeld
- Kleinschmidt
- Goede dag
- Hoe ze op de aanhanger kwam
- Een paar minuten later
- Naar het zuiden
- Dat ze een interview willen
- 130 kilometer per uur
- Omdat ze een plek kan aanwijzen
Hoofdstuk 10
- Ze herkent het bos en de bomen/sparren.
- Ja.
- Omdat ze de auto ziet.
- Klaasen.
- Hij had een sjaal om haar mond gebonden.
- Zijn hoofd doet pijn.
- Hij is moe/vermoeid.
- Waar is mijn vrachtwagen?
- De Waldweg.
- Hij wil een sigaret.
Hoofdstuk 11
- Helga zit op de bank.
- De sterren.
- Ze is aan het bellen.
- Omdat ze nu eindelijk een bikini kan kopen en ze op tv komt met haar interview.
- Naar Travemünde.
- Oostzee.
- Ze kan er zwemmen, shoppen en uitrusten.
- Eerst gaan ze een blauwe bikini kopen, hierna gaan ze een koffie drinken met Willie en eten en om 6 uur gaan ze tv kijken.
- Bij Brehms.
Moeilijke woorden:
schwarzer - zwarte
schweren - ernstig
Steuer - belasting
Schlagersängerin -hitzangeres
herunter - naar beneden
bequem - comfortabel
hübsches - vrij
Secunden - seconden
Guckt - piepgeluiden
wackeln - wiebelen
dr?hnt - brult
Rundfunk - oproep
grinsen - grijnzen
Fernseher - televisie
Birken - berken
schrecklichen - verschikkelijk
Flasche - fles
Armbanduhr - horloge
verschwinden - verdwijnen
Träumen - dromen
laut - luid
?ffnung - opening
Gottes - god
unruhig - rusteloos
geräusch - klinken
ziemlich - tamelijk
heraus - erbuiten
Kugelscheiber - pen
tannen - sparren
dumme - dom
wieder - opnieuw
winkt - wenkt
paarmal - paar keer
flattern - wapperen
Zeigefinger - wijsvinger
Vorort - voorstad
erschockenem - bang
hinter - achter
Schiffssirenen - schip sirenes
erschrocken - verschikt
illustrierte – geïllustreerd
betrachtet – beschouwd
komisches – komisch
aufgeregt – opgewonden
Waldweg – bosweg
Tannen – dennen
verschwand – verdween
Flasche – fles
Kurve – curve, bocht
tapferen – dapper
dicker – dik
Bankräuber – bankrover
Kommissar – commissaris
Zimmer – kamer
bremst – remmen
fliegend – vliegend
Sekunden – seconden
schreit – geschreeuwd
gucht - piepgeluiden
REACTIES
Er zijn nog geen reacties op dit verslag. Wees de eerste!
Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.
:name
:name
:comment
1 seconde geleden