Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Palet Filmtheorie

Beoordeling 9.5
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 4e klas vwo | 637 woorden
  • 18 mei 2011
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 9.5
5 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. Storyboard: Een stripverhaal van beelden

Scenario: Filmverhaal

Filmsets: Decors

Draaiboek: Planning filmopnamen in bepaalde volgorde

2. Art Direction: De vormgeving van het beeld

3. Voorbeeld: een 2e wereldoorlog film, als leger aan de kant komt op D-day, waar je reclamevlaggen ziet hangen.

4. Filmsets: Plaats waar gebeurtenissen van film zijn opgenomen

Rekwisieten: Alle losse voorwerpen voor een filmset

Kostuums: Kleding, kapsels & Make-up van de acteurs


5. Kadreringen: Groot totaal kader, totaal kader, half totaal of medium kader, medium close-up, close-up & extreme close-up

6. Shot: Niet gemonteerd

Scéne: Wel gemonteerd

7. Camerastandpunt: Uit een bepaalde hoek genomen

Camerabeweging: Een bepaalde beweging

8. Camerastandpunten: Neutraal, Vogelperspectief, kikkerperspectief

9. Camerabewegingen: Pan, lift, dolly, crane & Handheld

10. Voice-over: Een commentaarstem bij beelden

11. Functies van geluiden: Laten horen wat je ziet & Vestigen van aandacht op details.

12. Functies van muziek: De Filmmuziek, muziek met zelf een functie

13. Draaiboek: Hierin staat in welke volgorde de opnames plaatsvinden

14. Montage: Het bewerken van de film (knippen, plakken)

15. Functie van editor: Monteren

16. Manieren van monteren: Cut, Fade, Dissolve, Wipe & Con

17. Verschil (dis)Continuïteit: Bij Continuïteit is er een duidelijke breuk


18. Kuleshov-effect voorbeeld: Shot van acteur naar dode baby naar acteur naar soep

19. Klassieke verhaalopbouw: Dat een verhaal steeds volgens dezelfde stappen word verteld

20. Fasen van klassieke verhaalopbouw: Introductie, probleem, reactie hoofdpersoon, climax, einde

21. Introductiefase van de film: Het word gebruikt om je het eerste kwartier volledig in het verhaal te trekken

22. Method Acting: Het overtuigd spelen van een geloofwaardige persoon

23. Stereotype Hollywood personages: De stoere held, mooie vrouw, onsympathieke schurk

24. Filmtrailer: Korte indringende reclames

25. Plot: De beelden

Verhaal: De vertellende dingen

26. Plot-driven: Draait rond het probleem

Character-driven: Draait rond de hoofdpersoon

27. Artfilm: Verzamelnaam voor films die niet volgens het Hollywood-principe zijn gemaakt

28. Kenmerken Artfilm: Personages minder Stereotiep, het denken van de personages is belangrijker dan de handelingen, niet alle onduidelijkheden verklaart & Open einde.

29. Regisseur: Aanwezigen aansturen & soms casting/montage

Scenarioschrijver: Schrijven van het filmverhaal


Producent: Centrale contactpersoon, zorgt voor werkbare sfeer en past op de centen

Artdirector: Bepaalt met regisseur de stijl en tijdsbeeld en geeft de regisseur advies

Editor: Vormgeven aan het filmverhaal door het rangschikken van beelden en geluiden

Geluidsman: Opnemen en manipuleren van het geluid

Lighting-cameraman: Filmen en zorgen voor het licht

30. Oergenres: Komedic, Melodrama, Western & Thriller

31. Melodrama: Draait om de gevoelens van stereotype personages

Film noir: Een onzekere man komt die buiten zijn schuld in problemen komt

Oorlogsdrama: Machteloosheid, ontreddering en vertwijfeling staan centraal

Western: Strijd tussen de “good guys” en de “bad guys”, held wint (cowboys)

Thriller: Hoofdpersoon komt in angstaanjagende situatie, oproepen van spanning

Horrorfilm: Gaat ook over oproepen van spanning, maar dan een stapje verder.

Documentaire: Niet verzonnen, toont niet verzonnen mensen en gebeurtenissen.

Animatiefilm: Een film van een reeks getekende beelden of opnamen van oa. poppen


Videoclip: Minifilmpjes van muziek

Reclameclip: Reclameboodschappen op tv en in de bioscoop (minifilm)

32. Pulp Fiction: Je hoort het geluid wel krachtig, maar de illusie is groter dan een vuistslag zelf

33. Uitreksel hoofdstuk 6: Filmgeschiedenis


Vroeger was film stilstaand beeld, maar het veranderde langzaam naar bewegend beeld. December 1895 word gezien als de geboorte van de film. In het begin werd de film duivels en ordinair beschouwt, maar rond 1905 werd het een echte “hit”. Rond 1910 stichten zich filmmaatschappijen in Amerika die de filmwereld regeren. In 1927 komt het geluid in de film. Wat het einde betekende voor sommige acteurs. Na WOII kwam de televisie, die de mogelijkheid bood beeld en geluid thuis te ontvangen. De meeste opbrengen van Hollywood liggen bij de blockbusters: spectaculaire actiefilms die spanning drama en een vleugje humor combineren. In Nederland hebben we niet echt een filmindustrie, maar we hebben wel enkele Oscars onze films gekregen. Ook Azië concurreert erg met films en het Indiase Bollywood produceert ook aardig wat films. Met de komst van MTV in ‘80 komt er een nieuwe vorm van monteren met het heel snel achter elkaar monteren van beelden. Dogma ’95 werd opgesteld om enkele betaalbare manieren van digitaal filmen te maken zoals de no-budget film: the Blair witch project.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.