Hoofdstuk 6

Hoofdstuk 6
Valt er wat te lachen?

1) Het doorbreken van een verwachtingspatroon.

2) Humor heeft in heden veel met timing te maken.

3) Iets waarom je moet lachen, zoals cabaret of comedy.

4) Droge humor.

5) Door grappige opmerkingen of rare gezichten

6) Als je mensen aan het lachen maakt, geef je ze positieve energie, waardoor ze misschien eerder beter worden.

7) Ze maken humor ten nadele van henzelf.

8) De overeenkomsten zijn dat ze allebei mensen aan het lachen maken, en een kostuum dragen. De verschillen zijn dat een nar aan het hof werkt, niet geschminkt is en praat. Een clown daarentegen werkt (meestal) in een circus, is geschminkt en is sprakeloos.

9) Cabaretiers, acteurs in een comedy.

10) Vaak zijn ze vrijgezel, en maken gevatte of domme opmerkingen.

11) Lelijk, achterlijk, motorisch gestoord en asociaal.

12) Een striptekenaar kan geen bewegingen tekenen en Mr. Bean kan geen fantasiebeelden uitbeelden.

13) Taalgebruik en timing

14) Een grap aan het eind.

15) Herman Finkers, Jan Wolkers en Remco Campert.

16) Volgens mij niet.

17) Er moet een groot gevolg aan de actie vastzitten.

18) Vorm en functie vormen één geheel.

19) Melkunie, Apeldoorn Verzekeringen en Adecco.

20) Mijn klasgenoten kiezen ook voor reclamespotjes met humor.

21) Daardoor onthoudt men de producten.

22) Om aan te geven wat de Fransen ervan denken.

23) De molen, het weer, het water en het vlakke landschap.

24) Nee, er zijn wel typische Hollandse eigenschappen, maar de werkelijke boodschap wordt met de Franse woorden weggehaald.

25) Sarcasme, er wordt net gedaan of het normaal is om met één hand rond te lopen, maar wij weten zelf ook wel dat dat eigenlijk heel erg is.

Dit wil je ook lezen:

Online oplichting

26) Is erg confronterend, misschien denken jongeren er dan beter over na.

27) “ Als hij in je hand ontploft, is je stunt geflopt.”

31) Ik denk dat ik het hetzelfde gedaan zou hebben, omdat ik het zo erg mooi en origineel vind.

32) Veel aandacht aan de zintuigen en duidelijke contouren.

33) Ballet met de oorspronkelijke bewegingen erin verwerkt, op klassieke muziek zonder de moderne dans.

34) Ritme gevoel hebben, lenig zijn, en een goede conditie hebben.

35) In Groosland is de tegenstelling met het normale ballet erg duidelijk: In het normale ballet zie je hoofdzakelijk slanke tot magere mensen en in Groosland zijn het de kostuums die de dansers erg dik maakt.

36) Algemeen voorkomende kenmerken, gemiddelden, een aantal voorbeelden zijn: - De gemiddelde man is 1.82m lang, - Het gemiddelde inkomen per hoofd van de bevolking is f 4894, 62 bruto per maand, - De gemiddelde vrouw krijgt 2,6 kinderen

37) Ja, deze stereotiepen tellen voor de hele wereld.

38) Als een blinde daarover grappen maakt, lijkt het meer op zelfspot en accepteren mensen het eerder. Als een goedziende daarover grappen maakt, lijkt het meer op een belediging.