1.1. Wat is de celcyclus?
De veranderingen van de cel van mitose naar mitose.
1.2. Leg uit waarom de controlemomenten in de interfase zo belangrijk zijn.
Om te controleren op fouten. Als die er zijn wordt de celcyclus gestopt en de cel eventueel gedood.
1.3. Uit welke 3 fasen bestaat de interfase? Geef kort aan wat in deze fasen gebeurt.
Fase 1= G1-fase. De cel neemt 20% in omvang toe. Defecten in het DNA worden gerepareerd. Enzymen die nodig zijn voor de replicatie van DNA worden aangemaakt. Deze fase duurt gemiddeld 8 uur.
Fase 2= S-fase. Tijdens deze fase wordt het DNA gedupliceerd. De chromosomen bestaan aan het eind van deze fase uit 2 chromatiden. Deze fase duurt ongeveer 8 uur.
Fase 3= G2-fase. Deze fase duurt ongeveer 3 uur. De enzymen die nodig zijn voor de mitose worden aan gemaakt. Organellen worden bijgemaakt en de cel groeit verder.
1.4. In de M-fase vindt mitose plaats. Uit welke 4 fasen bestaat de mitose?
1. Profase
2. Metafase
3. Anafase
4. Telofase
2.1. Bestudeer de complete animatie en teken voor een cel met n=2 schematisch de 4 fasen van de mitose. Beschrijf bij iedere tekening kort wat er met de chromosomen/chromatide gebeurt. Let op: Voor de mitose is er een interfase, beschrijf eerst kort wat er in deze cel met n=2 in de interfase plaatsvindt.
Metafase: Chromosomen verplaatsen naar het middenvlak.
Telofase: De chromosomen worden weer verpakt in een kernenvelop en despiraliseren
In de interfase worden de DNA-moleculen verdubbelt.
Profase: DNA-moleculen spiraliseren
Anafase: Chromatiden worden uit elkaar getrokken en gaan naar de polen.
3.1. Bestudeer de afbeelding goed en teken voor een cel met 2n = 6 schematisch de metafase, de metafase I en de metafase II. Geef aan in welk proces(meiose/mitose) deze fase plaatsvindt.
Metafase 2n=6 (mitose) Metafase I 2n=6 (meiose I) Metafase II 2n=6 (meiose II)
REACTIES
1 seconde geleden