Hoofdstuk 1, Voeding en vertering

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 1859 woorden
  • 25 juni 2004
  • 762 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
762 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Basisstof 1
Opdracht 1
Dat zijn je turflijsten, en die hebben we nog niet terug gekregen.

Opdracht 2
Hebben we niet gedaan.

Opdracht 3

1. Voedingsmiddelen zijn de bruikbare bestandsdelen van voedingsmiddelen.
2. Voedingsstoffen zijn de nuttige bestanddelen in de voedingsmiddelen.
3. Zes groepen voedingsstoffen zijn: eiwitten, koolhydraten, water, mineralen, vitamines en vetten.
4. Vier functies die voedingsstoffen kunnen vervullen zijn:
*brandstof

*bouwstof
*reserve stof
*beschermde stof
5. Jonge opgroeiende kinderen hebben eiwitten nodig omdat daar belangrijke bouwstoffen in zitten.
6. Als je te veel van vetten eet, kan je te dik worden.
7. Kalk heb je nodig voor de opbouw van beenderen.
8. Als je twee glazen melk drinkt krijg je 45% van de dagelijkse aanbevolen hoeveelheid binnen.
9. het is nodig om in de puberteit veel melk te drinken omdat:
*je botten snel groeien.
*je veel veranderd.

Opdracht 4
Hebben we niet gedaan.

Basisstof 2
Opdracht 5 “knipbladen”

Opdracht 6
Hebben we niet gedaan.

Basisstof 3
Opdracht 7
Hebben we niet gedaan.

Opdracht 8

1. We geven de maat energie aan met de joule.
2. De vier factoren waarvan de energiebehoefte van een persoon afhankelijk is zijn: het geslacht, de leeftijd, het gewicht en de lichamelijke inspanning.
3. De energiebehoefte van meisjes neemt vanaf 16 jaar niet meer toe, en die van jongens wel, dat komt doordat jongens nog aan het groeien zijn.

4. Er is 1920 kJ nodig voor acht uur slapen.
5. Er is 92 kJ nodig voor 2 minuten traplopen.
6. Hij krijgt 3800 kJ binnen als hij patat met mayonaise en een frikadel eet.
7. Het overslaan van een maaltijd als je op dieet bent is verkeerd, omdat je dan meer tussendoortjes eet en daar wordt je juist dik van.
8. De persoon krijgt 2400 kJ extra binnen van de tussendoortjes.
9. De persoon van vraag 8, moet 80 minuten trimmen om het er weer af te krijgen.

Opdracht 9
Hebben we niet gedaan.

Opdracht 10
Hebben we niet gedaan.

Basisstof 4
Opdracht 11
“practicum”

Opdracht 12
“practicum”

Basisstof 5
Opdracht 13

1. Het meeste eet men in: Europa, Australië, Noord-Amerika.
2. Het minste eet men in Afrika.
3. In Azië en in Zuid-Amerika hebben mensen in sommige landen ook minder te eten dan het minimum.
4. In India en in Sri Lanka zijn twee landen die minder eten dan het minimum.
5. In Brazilië heeft men niet voldoende voedsel.


Opdracht 14

1. 1680-560= 1120 gram eet een Nederlander gemiddeld meer dan een Indiër.
2. Het voedsel van een Indiër bestaat voornamelijk uit rijst, peulvruchten en vis.
3. Een Nederlander eet het gevarieerdst.
4. Het Dagelijks menu van een Indiër bevat onvoldoende eiwitrijk voedsel.
5. Het Dagelijks menu van een Nederlander bevat voldoende eiwitrijk voedsel.
6. De gevolgen van eiwitten tekort is dat hun groei en hun ontwikkeling steeds langzamer gaan.
7. 72 Gram vetten eet een Nederlander meer dan een Indiër.
8. In Nederland komt het dat er vaker hart- en vaatziekten doordat er veel mensen een overgewicht hebben, door het vette voedsel.

Opdracht 15
1. Het is een feit, dat alle mensen te voeden zijn op de hele aarde.
2. Het is een mening, dat de rijke landen het voedsel moeten geven aan de ontwikkelingslanden.
3. Het is een feit, dat ondervoeding een tekort aan eiwitten in het voedsel veroorzaakt.
4. Het is een feit, dat een Nederlander meer eiwitten eet dan een Indiër.


Basisstof 6
Opdracht 16

1. Vertering is het afbreken van grote (niet in water) bloedoplosbare deeltjes tot kleinere (wel in water) bloedoplosbare deeltjes.
2. Vitamines, mineralen, water en glucose worden niet verteerd.
3. Koolhydraten, eiwitten en vetten worden wel verteerd.
4. De functie van verteringsklieren is het maken van verteringssappen.
5. Speeksel en maagsap zijn twee verteringssappen.
6. De verteringsklieren bij de mens zijn: speekselklieren, maagsapklieren, lever, alvleesklier en de darmsapklier.
7. Enzymen zijn scheikundige processen.
8. De enzymen zorgen ervoor dat de vertering snel verloopt.

Opdracht 17

1. De darmperistaltiek komt tot stand door het afwisselend samentrekken van kringspieren en lengtespieren.
2. Vier functies van de darmperistaltiek zijn:
*voedselbrij voorduwen.
*voedselbrij kneden.

*voedselbrij mengen met verteringssappen.
*de opname van voedingsstoffen door de darmwand heen bevorderen.
3. In afbeelding 31 trekken de kringspieren zich samen, en de lengtespieren zijn ontspannen.
4. De functie van voedingsvezel in het voedsel is dat de stoelgang goed verloopt.
5. Je moet voedsel rijk zijn aan plantaardige producten omdat dan de vertering goed verloopt.

Basisstof 7
Opdracht 18

1. Op afbeelding 33.4 zij er 24 vlakken blauw gekleurd.
2. De oppervlakte wordt verdubbeld.
3. Als je het eten kauwt dan wordt de oppervlakte per stukje kleiner.
4. Als je goed kauwt dan wordt het kleiner dus beter verteerbaar.

Opdracht 19 “knipbladen”

Opdracht 20

1. Het glazuur zorgt voor het beschermen van de tand of kies.
2. De functie van het wortelvlies is zorgen voor de bevestiging in de tand of kies in de kaak.
3. De functie van snijtanden en hoektanden dienen om stukken voedsel af te bijten.

4. De functie van kiezen is het fijnmalen van het voedsel.

Opdracht 21

1. Een volwassenen heeft 8 snijtanden en 4 hoektanden en 20 kiezen.
2. Een volledig blijvend gebit bestaat uit 32 tanden en kiezen.
Een melkgebit bestaat uit 20 tanden en kiezen.
3. De persoon mist twee kiezen en 1 hoektand.
4. Tandformule van het melkgebit
2 1 2 2 1 2
2 1 2 2 1 2
5. Een koe heeft 24 kiezen, geen hoektanden en 6 snijtanden.
6. Tandformule van een tijger
4 1 3 3 1 4
3 1 3 3 1 3

Opdracht 22

1. Als je naar je tandvlees toe poetst, dan kan er tandplak onder je tandvlees gaan zitten, en dat kan ontstoken tandvlees veroorzaken.
2. Tandplak bestaat uit resten, speeksel en bacteriën.
3. De bewering “bacteriën tasten je tanden aan” is fout, want het is de afval van bacteriën dat je tanden aantasten.
4. Het is slecht als je je tanden gebruikt als een tang, want dan kunnen er stukjes glazuur afbreken.

5. Als er in je tandpasta fluoride inzit, dan kan het glazuur tussen het eten door zich sneller herstellen.
6. Als je te veel tussendoortjes eet, dan krijg je gaatjes in je tanden.
7. In afbeelding 42 bij plaatje 3, zal iemand een zenuwbehandeling moeten ondergaan.
8. Bacteriën in tandplak kunnen ontstoken tandvlees veroorzaken.
9. Het wortelvlies beschadigd als er een tand of kies ontstoken is.
10. Tandplak die op je gebit blijft zitten wordt tandsteen.
11. Tandplak kun je verwijderen door het poetsen en tandsteen niet, dat moet je door de tandarts laten doen.

Opdracht 23

Goed voor je gebit Slecht voor je gebit
Fluoride Tandplak
Rauwe worteltjes Tandsteen
Goed kauwen Chocolade
Radijs Toffee

Opdracht 24 “practicum”

Basisstof 8
Opdracht 25 “knipbladen”

Opdracht 26

Organen die geheel in de borstholte liggen:
*Luchtpijp
*Longen
*Hart

Organen die geheel in de buikholte liggen:
*Dunne darm
*Dikke darm
*Maag
*Nier
*Lever

Organen die geheel in de buikholte en in de borstholte liggen:
*Slokdarm


Opdracht 27

1. De twee functies van het kauwen van voedsel zijn:
*de oppervlakte van het voedsel vergroten.
*de glijdbaarheid van het voedsel verhogen
2. Speeksel bestaat uit water, slijm en een enzym.
3. De functie van het slijm in je speeksel is de glijdbaarheid van het voedsel verhogen.
4. De functie van de enzym in je speeksel is dat er al zetmeel in je mond kan worden verteerd.
5. Bij het slikken wordt de neusholte afgesloten door de huig.
6. Bij het slikken wordt de luchtpijp afgesloten door het strottenklepje.
7. In je slokdarm worden enzymen geproduceerd.
8. Als je op je hoofd staat, kan er voedsel van je mond naar je maag komen. Dat kan omdat door het slikken wordt het voedsel naar de maag geduwd. Drinken is ook mogelijk, maar bij vogels weer niet.
9. De darmperistaltiek kan niet van maag naar keelholte gaan bewegen want dan moet je spugen.

Opdracht 28


1. De maag werkt als tijdelijke opslagplaats voor het voedsel, dat komt omdat de maagportier maar kleine hoeveelheden toelaat naar de twaalfvingerige darm.
2. De kneedbewegingen van de maagwand komen door het afwisselend samentrekken van lengte- en kringspieren tot stand.
3. De functie van het zoutzuur in het maagsap is bacteriën doden.
4. Als je last hebt van een “brandend maagzuur”dan komt het zoutzuur via de slokdarm een beetje omhoog.
5. Eiwitten worden voor een deel verteerd door het enzym in het maagsap.

Opdracht 29

1. De lever en de alvleesklier geven verteringssappen af aan de voedselbrij in de twaalfvingerige darm.
2. De functie van de galblaas is gal opslaan.
3. De functie van gal is vetten emulgeren.
4. Het nut van het emulgeren van vetten is dat de vetten dan beter bereikbaar zijn voor de enzymen.
5. Gal bevat een enzym dat vetten verteerd.
6. Eiwitten, koolhydraten en vetten worden verteerd door de enzymen in het alvleessap.

Opdracht 30

1. Eiwitten en koolhydraten worden verteerd door de enzymen in het darmsap.
2. De rest van het water is afkomstig van wat je drinkt.

3. Water en de daarin opgeloste voedingsstoffen en verteringsproducten worden in de dunne darm opgenomen in het bloed.
4. Door de darmplooien en de darmvlokken kan de opname van stoffen sneller plaatsvinden.
5. Het bloed vervoert de opgenomen stoffen in de dunne darm naar de cellen.

Opdracht 31

1. De naam “blindendarmontsteking”is eigenlijk onjuist omdat de blinde darm niet ontstoken is maar het wormvormig aanhangsel.
2. De brij van onverteerde voedingresten in de dikke darm worden ingedikt.
3. De functie van de endeldarm is de onverteerde voedingsresten opslaan en verzamelen.
4. De functie van de anus is de endeldarm te legen van tijd tot tijd.
5. De anus is in normale toestand samengetrokken.
6. Je merkt dat je diaree hebt als de ontlasting dun is en veel vocht heeft.
7. Bij diaree is de darmperistaltiek te sterk.
8. Het gevolg daarvan is, te weinig vocht aan de voedselresten worden ontrokken.

Opdracht 32 “knipbladen” zie hiernaast.

Opdracht 33

Verteringssap Wordt geproduceerd door: Bevat enzymen voor de vertering van: andere functies
Speeksel Speekselklieren Zetmeel Verhoogt glijd-

baarheid van het voedsel
Maagsap Maagsapklieren Eiwitten Doodt bacteriën
in ‘t voedsel
Gal Lever geen Emulgeert
vetten
Alvleessap Alvleesklieren Eiwitten, koolhydraten, vetten -

Darmsap Darmsapklieren Eiwitten, koolhydraten -

Extra basisstof 9
Opdracht 34

Voedsel Manier waarop het voedsel wordt geconserveerd
Appelmoes Inblikken
Chocomel Steriliseren
Jam Konfijten
Koffie Vacuüm verpakken
Nieuwe haring Zouten
Patates frites Invriezen
Rozijnen Drogen
Uitjes Zuur toevoegen
Vla Pasteuriseren

Opdracht 35

1. Je moet ontdooid voedsel uit de diepvries snel klaarmaken omdat het anders gaat beschimmelen.
2. Als je dierlijke voedingsmiddelen eet loop je het meeste kans om salmonella bacteriën op te lopen.
3. Je spreekt van voedselvergiftiging als voedsel besmet is met salmonella bacteriën. Je kunt daar ernstig ziek van worden.

4. Gepasteuriseerde melk bevat nog bacteriën.
5. Niet alle melk wordt gesteriliseerd omdat niet alle mensen dat lekker vinden.
6. Bij een operatie worden metalen gereedschappen verhit tot 130 C omdat dan allen bacteriën worden gedood die er nog op zitten.
7. Additieven zijn kleurstoffen, smaakstoffen en geurstoffen.
8. Op de afbeelding 65.1 zitten in de voedingsmiddelen kleurstoffen.
9. Drie natuurlijke conserveermiddelen zijn suiker, azijn en zout.
10. Kleurstoffen, smaakstoffen en geurstoffen maken voedsel aantrekkelijker.
11. Men noemt goedkope wijn ook wel vaak “Chateau migraine” omdat je er hoofdpijn van krijgt.

Extra basisstof 10
Opdracht 36 “practicum”

Opdracht 37 “practicum”

Extra basisstof 11
Opdracht 38

1. Herbivoren zijn planteneters.
Carnivoren zijn vleeseters.
Omnivoren zijn alleseters.
2. De mens wordt tot de omnivoren gerekend.
3. Plantenvoedsel is moeilijker verteerbaar omdat planten cellulose bevatten en cellulose is moeilijk verteerbaar.
4. Vleeseters hebben een slankere buik dan planteneters omdat vlees makkelijker verteerbaar is dan cellulose.

5. Een koe beweegt haar tanden in zijdelingse richting, en een olifant beweegt zijn tanden van voren en terug.
6. Het nut dat er bij dieren met knipkiezen de bovenkaak breder s dan de onderkaak is dat de kiezen dan makkelijk langs elkaar glijden, zoals een schaar.

Opdracht 39

Planteneters Vleeseters Alleseters
Het darmkanaal is in verhouding tot de lichaamslengte Lang Kort middellang
De kiezen zijn Plooikiezen Knipkiezen Knobbelkiezen
De hoektanden geen spits, scherp spits, scherp

Opdracht 40
hebben we niet gedaan.

REACTIES

B.

B.

bedankt,

heb je ook antwoorden van andere lessen

alvast bedankt,

bas

19 jaar geleden

M.

M.

hey hey

bedankt voor deze antwoorden ik heb er heeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeel veel aangehad ga zo door !!!

xxx jill xxx

19 jaar geleden

R.

R.

Heb je dit zo uit het antwoorden boekje gehaald?? Mail snel terug

19 jaar geleden

L.

L.

hee harstikke bedankt... dat was een dikke 10 voor mn SO man... kijgaaf!!!! thx a lot!!! -xxx- lara

19 jaar geleden

R.

R.

netjes gedaan hoor,
ik gebruik hem zelf ook;)

alleen jammr dat jullie niet alles hebben gedaan
xx eljosha

19 jaar geleden

L.

L.

BEDANKT MAN!!!!! :D

Door jou heb ik een voldoende voor mijn mapje :D

17 jaar geleden

M.

M.

Hee,
top dit!
Dankje, alleen weet je voeding en vertering is hfst 2;)
Maar dat maakt niet uit hoor!

Xx

13 jaar geleden

H.

H.

Serieus man, super bedankt! Ik had van de eerste 7 paragrafen niet gemaakt, docent zij zo: Ik wil morgen alle antwoorden tot basisstof 7 zien :D Tnx

13 jaar geleden

L.

L.

Echt super dit :-)

12 jaar geleden

P.

P.

heey bedankt wist die ene van eiwitrijk niet maar nu wel en heb okk even en paar antwoorrden gecontroleerd maar jammer dat julllie niet alles gedaan hebben

12 jaar geleden

P.

P.

goede sti

12 jaar geleden

A.

A.

heeejj,,
heel ergg bedanktt !
ik had het echt nodig !
xxx-jes

12 jaar geleden

A.

A.

heel erg bedankt! alleen jammer dat je wat opdrachten mist:-)

12 jaar geleden

G.

G.

waar opdr 33 zie hier naast waar?

12 jaar geleden

D.

D.

Waar zijn de knipbladen kzie ze niet

12 jaar geleden

D.

D.

handig alleen veel opdrachten iets anders maar was me boek vergeten niet me werkboek heb nu iig alles af en huiswerk controle word me dood niet thanx

12 jaar geleden

S.

S.

dit is te gek thanks

12 jaar geleden

Z.

Z.

Hey thanks, je hebt heel erg geholpen! Maar eh, voeding en vertering is hoofdstuk 2, niet 1. Hoofdstuk 1 gaat over verbranding enzo;) xo

12 jaar geleden

$.

$.

Heeuj!
Echt bedankt!
Alleen de diagnostische toes zit er niet bij -.-'
Maar toch ;)
"xx (k)

11 jaar geleden

I.

I.

Hey echt super bedankt had het echt nodig alleen staan de verkeerde nummers bij de opdrachten even zoeken maar is niet erg :P

11 jaar geleden

*.

*.

Erg bedankt, ik heb er veel aan gehad.
Wel jammer dat jullie sommige niet hebben gedaan.

11 jaar geleden

E.

E.

Heeee, echt top, maar kunnen jullie ook de diagnostiche toets erbij zetten ? :$

11 jaar geleden

J.

J.

ahh, super bedanktt!! ik heb een 9.4 gekregen. thxxx xx

10 jaar geleden

Q.

Q.

mooie site man ! xD

10 jaar geleden

E.

E.

Bedankt!!!!!

9 jaar geleden

S.

S.

opdracht 12 is geen practicum

8 jaar geleden

P.

P.

dit is echt slecht!!!!!

7 jaar geleden

P.

P.

dit is niet leuk omdat het saai is.

7 jaar geleden

J.

J.

Top! Dankje alleen jammer dat je niet alles hebt

6 jaar geleden

M.

M.

wel jammer dat je sommige niet hebt

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.