H 1 verbranding en ademhaling
paragraaf 1: stofwisseling
1a --> koolstofdioxide en water
1b --> glucose en zuurstof
1c --> 1
1d --> het zonlicht
2 --> Bij stofwisseling worden in de cellen van een organisme stoffen omgezet in andere stoffen.
3a -->Bladgroenkorrels komen voor in de cellen van planten Mitochondriën komen voor in de cellen van dieren mensen planten
3b --> Glucose wordt gemaakt in bladgroenkorrels Hierbij wordt energie vastgelegd. • Glucose wordt afgebroken in mitogondriën Hierbij wordt energie vrijgemaakt.
4 --> klik gwn op "ik heb deze opdracht afgerond"
5a --> De gasbelletjes bevatten zuurstof die is ontstaan bij fotosynthese in de plant.
5b --> De waterstand in de reageerbuis is gedaald, doordat de gasbelletjes met zuurstof zijn opgestegen en zich boven in de reageerbuis hebben verzameld.
5c --> De hoeveelheid koolstofdioxide in het water is daar afgenomen, doordat die is opgenomen voor fotosynthese in waterpest.
6a --> Bij fotosynthese in de algen ontstaat glucose die (voor een deel) wordt afgegeven aan de koraaldiertjes. Door de glucose af te breken komt er energie vrij voor de stofwisselingsprocessen in de koraaldiertjes.
6b--> De stoffen die overblijven bij de afbraak van glucose kunnen door de koraaldiertjes worden gebruikt om kalk te maken.
6c --> Door het zeewier ontvangt het koraal minder zonlicht. Hierdoor kan er minder fotosynthese plaatsvinden in de algen, waardoor er voor de koraaldiertjes minder stoffen beschikbaar zijn voor de vorming van energie en de kalk die nodig is voor de groei van het kalkskelet van het koraal.
7a --> Spiercellen. Door glucose af te breken maken mitochondriën energie vrij. Spiercellen hebben meer energie nodig dan huidcellen om te kunnen functioneren.
7b --> Spiercellen hebben veel energie nodig om te kunnen bewegen. Wanneer de mitochondriën niet goed werken, leveren ze niet voldoende energie waardoor de spieren niet goed kunnen werken.
8a --> Bacteriën hebben zuurstof nodig om te leven. In het rode licht is er meer zuurstof waardoor daar de meeste bacteriën voorkomen. Zuurstof ontstaat tijdens de fotosynthese. Bij rood licht is er dus meer fotosynthese dan bij de andere kleuren licht.
8b --> De plant is niet afhankelijk van één kleur licht. Alle kleuren van het licht kunnen worden gebruikt voor fotosynthese.
9a --> Door extra koolstofdioxide is er meer fotosynthese in de planten. Daardoor groeien de planten in de bossen sneller.
9b --> Water is nodig voor de fotosynthese. Wanneer er meer fotosynthese is door extra koolstofdioxide, wordt daarvoor meer water opgenomen. Hierdoor kan het aantal overstromingen afnemen.
9c --> Bij fotosynthese wordt koolstofdioxide vastgelegd in glucose. Uit de glucose maakt een plant allerlei andere stoffen, onder andere de stoffen waaruit de plant bestaat. Koolstofdioxide wordt dus opgeslagen in de planten die in bossen groeien.
9d --> uit de glucose (die bij de fotosynthese is gevormd)
9e --> Glucose uit de açaí wordt in de mitochondriën in de cellen van Eduardo afgebroken. Hierbij komt energie vrij die nodig is om te kunnen sporten (bewegen).
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden