Denkend over het levensbeginsel

Denkend over het levensbeginsel
1. Empedodes van Agrigentum
2. Aarde, water, lucht, vuur
3. Pneuma
4. Bloed, slijm, gele gal en zwarte gal
5. Verstoring tussen de vloeistoffen
6. a) Flegmatisch : rustige, traag reagerende mensen
Sanquinisch: vurige energieke mensen
Korzelig: geïrriteerd
Melancholisch: depressie en zich kenmerkt door een verdrietige kijk op het leven.
b) Flegmatisch: onverstoorbaar
Sanquinisch: optimistisch
Korzelig: geïrriteerd
Melancholisch: zwaarmoedig
c) Melancholici moesten ter genezing juist worden ‘opgewarmd’; zij waren immers koud.
7. Meting van stofwisseling
8. Het heeft beide met het lichaam te maken
9. a) Niet waar
b) Waar
c) Waar
d) Niet waar
10. a)
Opname van water (ml) Uitscheiding water (ml)
Uit dranken 1000-1500 ml Zweten 600-800 ml
Uit vast voedsel 700-1000 ml Uitademen 300-500 ml
oxidatiewater 300-500 ml Stoelgang 100-200 ml
Urine 1000-1500 ml
Totaal: 2000-3000 ml Totaal: 2000-3000 ml

b) Zweten en stoelgang
c) Dan zweet je minder snel
d) Dan moet je lichaam werken om je warm te houden dat kost energie.

Van levenloos naar levend
1 Kikker
2. Generatio spontanea
3 a) Dat de generatio spontanea theorie niet klopt.
b) Zodat er wel lucht bij zou komen.
c) Nee, het was een eenmalige gebeurtenis
4. Studie van buitenaards leven
5. De maan
6.
7. Microbolletjes die ontstaan door experimenten van aminozuren.
8. Geen zelfstandige vorm van stofwisseling en heeft een gastheer nodig om te voortplanten.
9. Dat je er niet ziek van word maar wel immuun.
10. Daar liggen je erfelijke eigenschappen in vast.
11 Hoe je een kunstmatige bacterie kan bouwen.
12. Omdat sommige mensen het niet menselijk vinden.
13. Er was 1 bacterie en die hebben ze nagemaakt, en dat gebeurd ook met het kopieerapparaat.
14. Zijn deeltjes die ontstaan uit bepaalde eiwitten.
15. a)Prionen
b) CJD (Creutzfeld Jakobs Disease)
c) Bewegingen worden schokkerig en het wordt steeds moeilijker om het evenwicht te bewaren.
d) Nee een antibiotica heeft geen zin omdat het aan het verlies van hersencellen ligt.
16. a) Twee mensen.
b) 160mensen.
c) Het eten van besmet materiaal en via medische ingrepen.
17 a) Mond en klauwzeer
b) MKZ wordt veroorzaakt door een aphthovirus, een eenstrengig RNA-virus
c) Ze worden eerst vermoord en dan worden ze vernietigd.

Naar het binnenste van de mens
1: - Het zou geen zin hebben
- De samenhang van de natuurlijke processen zou worden verstoord.
2: We zoeken eerst de oorzaak van de ziekte.
3: Omdat ze het alleen bij mensen konden zien. Maar als ze gingen ontleden zouden de mensen nog bij bewust zijn.
4: a)Toen hij een ‘wondernetwerk’ van bloedvaatjes in de hersenen van een kalf vond,
gaf hij hier een vitale functie voor de mens aan, terwijl mensen zo’n ‘wondernetwerk’
b) Iets wat ze denken.
c) Door de poriën in het harttussenschot.
5: a)http://lane.stanford.edu/portals/history/vesalius.html?proxy-links=false
http://www2.umdnj.edu/~shindler/anatomy.html
b) http://special.lib.gla.ac.uk/anatomy/Vesalius.html
http://www.metmuseum.org/TOAH/HD/anat/ho_53.682.htm
http://lmaclean.com/LisaMacLeanArtist/nfblog/?page_id=33
6: a) Bedenker van Body Worlds tentoonstelling.
b) Nee ook dieren.
c) Informeren.
d) Om verder te komen met de wetenschap van het menselijk lichaam.
e) Eerst het vel eraf halen
7. a) Barcelona.
b) Omdat daar meer mensen dood gingen.
c) De lichamen zijn van de galg afgehaald en uit het graf.
8. - Echoscopie
- CT Scan
- MRI Scan
9. Als de studenten gaan opereren moeten ze wel weten hoe alles eruit ziet en hoe het moet.
10. Met een cameraatje in het lichaam op een bepaalde plek kijken.

Het vervangen van weefsel en organen:
1. a) Groeisel van cellen
Voorbeeld: spierweefsel
b) Deel van mens of dier of plant voor bepaalde functie
Voorbeeld: hart
2. Iets dat dient om de functie van een ontbrekend lichaamsdeel te vervullen
3. a) Zie het plaatje
b) Een platte slang (cellofaan) was om een cilinder gedraaid en lag in zoutwater. De slang werd dan gevuld met bloed en dat werd door de slang gepompt. Ondertussen worden kleine moleculen/afvalstoffen verwijderd, ze kunnen namelijk door het cellofaan naar het zoutbad. Het cellofaan laat geen eiwitten en bloedcellen door. Ze waren wel bang dat zouten zouden weglekken (natrium, kalium en calcium), de concentratie in het bloed was even veel als de concentratie in het zoutwaterbad. Uiteindelijk komt het dan weer terug in je lichaam.
4. Je lichaam kan de transplantatie van weefsels en organen uitstoten.
5. a) Als de persoon is overleden en dan donor is. En na toestemming van de persoon zelf.
b) Toestand waarin het lichaam niet meer ademhaalt, beweegt of reageert.
c) Omdat je mensen via apparatuur in leven kan houden terwijl ze al hersendood zijn.
d) De persoon is eigenlijk nog niet dood
6. a) Niertransplantatie en stamceldonatie.
b) Armen kunnen er geld voor vragen. Gevangenen en onderdrukten kunnen er vrijheid voor vragen
7. a) - stamcellen - hartkleppen - nier
b) Xenontransplantatie
c) Er kunnen besmettelijke ziekten worden overgedragen.
8. a) Om te kijken of je kraakbeen kan kweken.
b) Je hebt minder donors nodig.
c) Organen zijn moeilijk te laten groeien,
9. a) Is in staat tot andere celtypes te veranderen.
b) Een stamcel kan een “kapotte” cel vervangen.
c) Er zouden alleen embryo’s worden geproduceerd voor de stamcellen en zouden de
embryo’s daarna dood gaan.
d) Leukemie en kanker.
10. Ze zijn identiek. Dus alles is hetzelfde. Je hebt weinig kans op afstoten.

Gezondheid
1. a) Een toestand van totaal geestelijk eb sociaal welbevinden en niet alleen de
afwezigheid van ziekte
b) Dat je, je gezondheid pas waardeert als je te maken krijgt met
gezondheidsproblemen.
2. - Ginseng (homeopathie) - Vincristine (leukemie) - Sint- Janskruid
(alternatieve geneeswijze)
3. Babylon  geslaagd: flink bedrag in zilver
Religieuze- magische karakter  mislukt: hand van chirurg afgekapt
Egypte: praktische, lichamelijke zaken
Griekenland: verdwijning koppeling van zakelijke behandelingen en religieuze magie
4. a) Als het evenwicht van de 4 sappen werden verstoord.
b) Als het evenwicht van de 4 sappen werden verstoord dan kon je gele gal krijgen. Je word dus chagrijnig
c) Een gekoeld lichaam
d) Bij zwarte gal  Melancholicus
5. a) Onverschillig
b) Droefgeestig
c) Driftig
d) Chagrijnig
6. Theorie van het tegenovergestelde
7. Laatste zorg
8. a) Lange tijd met dezelfde ziekte
b) Transport
9. Mensen hebben meer kennis
10. Hepatitis B

Genezen door meer van hetzelfde
1. Contraria contrariis curantur is de theorie van het tegengestelde geneeswijze met tegenwerkende geneesmiddelen
Similia similibus curantur is de theorie van het gelijksoortige geneeswijze met wat de ziekte veroorzaakt
2. Je dient een verdunde extract toe, van wat je hebt, in je lichaam om beter te worden.
3. Het is bewezen dat het je afweersysteem stimuleert dus moet er nog iets in de stof zitten.
4. Bij vaccinatie worden de ziekteverwekkers toegediend en bij homeopathische middelen niet, maar de stoffen die dezelfde symptomen veroorzaken
5. Vereniging Homeopathische Artsen Nederland.
6. Plantenextracten kunnen in medicijnen zitten
7. de stoffen in de planten kunnen een negatieve bijwerking veroorzaken
a) Wilgenbast
b) Salicylzuur
c) Hij heeft de aspirine herontdekt en doorontwikkeld tot een toepasbaar medicijn.
d) Een paracetamol is minder schadelijk voor je maag
e) Paracetamol

Ziekten en genezen
1. a) Snel verlopende, zeer gevaarlijke besmettelijke ziekte
b) Door de vlo van de huisgebonden rat. Een vlo die eerst besmet bloed zuigt
(van een rat), en daarna een mens bijt, brengt de bacterie over.
c) Door antibiotica, betere hygiëne en door het bestrijden van ratten
2. a) Een zeer besmettelijke en levensbedreigende virusziekte
b) Via de lucht en direct/ indirect contact
c) Door een uitgebreide wereldwijde vaccinatiecampagne
3. Onvruchtbaarheid, blindheid, de zuurgraad neemt af en kan leiden tot opstijgende
urineweginfectie . Bij vrouwen is het 60% symptoomloos en bij de
mannen 30%.
4. a) Leverontsteking
b) Van moeder op baby, bloed en onveilige seks
5. a) Door eiwit tekorten
b) Ontwikkelingsproblemen
6. a) Een aandoening aan de neurale buis die ontstaat tijdens de embryonale ontwikkeling.
b) De rugwervels en spieren sluiten niet op elkaar aan.
7. Een apparaat voor het opsporen van moleculen dat een biologische component als gevoelig element combineert met een fysicochemische uitlezing.
8. EEG kan de hersenen activiteit in grafieken maken en een ECG maakt de geleider van impulsen in het hart zichtbaar
9. Ontsteking aan schildklier, zwelling aan de schildklier, uitpuilende ogen en een te snelle hartslag
10. a) Is een als geneesmiddel voorgeschreven middel dat geen werkzame bestanddelen bevat.
b) De proefpersoon weet niet of hij een echt medicijn krijgt of een placebo
c) Ze moeten er hetzelfde uitzien
d) Ze gaan ervan uit dat de proefpersoon niet geneest en dat kan invloed hebben op de proefpersoon.
11. a) Ze noemen de patiënt naar de ziekte.
b) Nee, je bent alleen gespecialiseerd in dat.
12. het evenwicht tussen elementen spelen een grote rol.
13. a) Een manuele behandelmethode voor gewrichts- en andere gezondheidsproblemen.
b) Een therapie waarbij enzymen worden toegediend om een ziekte aan te pakken.
c) Een manier van leven
d) Een techniek uit de alternatieve geneeskunde waarvan de voorstanders geloven dat patronen, kleuren en andere kenmerken van de iris als diagnosemiddel kunnen dienen om ziekten en functionele verstoringen in het lichaam vast te stellen.
e) Bij de paranormale geneeskunde gaat men ervan uit dat het leven nog een andere dimensie heeft. Een dimensie die, hoewel ze gewoonlijk niet wordt ervaren, toch grote mogelijkheden biedt, met name bij het vaststellen en behandelen van ziekten.
14. a) Omdat Christus ook mensen genas.
b) Als de dokter op het laatste moment de patiënt nog red.
c) Als de patiënt stervende is.
d) Als de dokter een fout begaat of als de patiënt dood gaat.

Bestrijden van ziekte
1. a) Op het rioleringssysteem komen veel ongedierte met bacteriën en bacteriën zelf.
b) Veel bacteriën
2. Hij heeft het desinfecteren bedacht. Hij liet mensen hun handen wassen in bleekwater.
3. Het immuun maken tegen infectieziektes of schadelijke stoffen
4. a) Inenting met vaccin
b) Het trainen van het afweersysteem van een persoon tegen bepaalde infectieziekte
c) God zorgt dat de mensen niet ziek worden
d) Actieve- en passieve immunisatie
5. a) Doptone: ze zetten een apparaat tegen de buikwant van de moeder en kunnen zo de hartslag van de baby horen.
Echoscoop: ze zetten een apparaat tegen de buikwant van de moeder aan en kunnen de baby op de monitor zien
b)Scoop; scoop betekent beeld en een Doptone kan geen beeld geven
6.
Apparaat Voluit Doel Werkingsprincipe Schadelijk Lichaam openen
CT of CAT Computertomografie Afwijkingen opsporen Met röntgenstralen een 3D beeld van het lichaam vromen Ja Nee
PET Positron Emissie Tomografie Verandering i/d stofwisseling van cellen aantonen met radioactieve stof Ze spuiten Radioactieve stof in je lichaam en maken daarna een scan Ja Nee
ECG Elektrocardiogram is een registratie van de elektrische activiteit van de hartspier Ze meten de elektrische activiteit, plakkers op je borst Nee Nee
EEG Elektro-encefalografie is een methode om elektrische potentiaalverschillen die in de hersenen zijn ontstaan, via de hoofdhuid te registreren. Ze plakken plakkers op je hoofd Nee Nee
MRI of NMR Magnetic Resonance Imaging of Nuclear Magnetic Resonance Kijken hoe het van binnen eruit ziet Doormiddel van magnetische straling Ja Nee
Stethoscoop Luisteren naar geluiden in het lichaam Ze zetten de stethoscoop tegen de gewenste plek en luisteren ernaar. Nee Nee
Doptone Luisteren naar het hartje van de ongeboren baby Ze zetten een apparaat tegen de buik aan en neemt de hartslag op. Nee Nee
Echoscoop Beeld maken van de baby d.m.v. geluidsgolven Ze zetten een apparaat tegen de buik aan en zien de baby in het beeldscherm. Nee Nee
Endoscoop In het lichaam kijken Je gaat in het lichaam met een cameraatje Nee Nee, alleen niet via de buikwant
7. a) Laparoscopie of endoscopie
b) Ze kijken eerst of een operatie mogelijk is. Ze brengen een instrument door de buis om in de holte te werken.

Microscopisch onderzoek aan cellen en weefsels
1. a) Bij een vlokkentest nemen ze een stukje van de placenta om te onderzoeken en bij vruchtwaterpunctie nemen ze vruchtwater af om te onderzoeken.
b) Ja als het van de moeder was dan zouden ze beter iets weg halen bij de moeder om te onderzoeken, want als je een vlokkentest ondergaat heb je kans op een miskraam.
2. a) Onderzoek tijdens de zwangerschap naar erfelijke of aangeboren afwijkingen van de embryo
b) Je kan kijken of je kind erfelijke of aangeboren afwijkingen heeft.
c) Dat je kind gehandicapt of een ziekte kan hebben
3. a) Het gaat veel geld kosten als je kind niet kan lopen; aanpassingen in het huis, speciale hulp, rolstoel etc. Het kind zou ook niet goed kunnen functioneren in de maatschappij.
b) Je kan hierdoor onvruchtbaar worden.
c) Dat het beter zou zijn om abortus te plegen omdat je het kind geen goede toekomst kan bieden.
d) De vrouw zelf (eventueel met de vader van het kind)
e) De vrouw mag niet langer dan 22-24 weken zwanger zijn en het moet een “goedgekeurde” (door de wet) abortus kliniek zijn.
4. a) Op een bepaalde leeftijd vragen mensen d.m.v. een formulier of je donor wilt worden.
b) Dood/ hersendood en het orgaan moet ‘gezond’ zijn.
c) Het onderzoeken naar kunstorganen word nog steeds onderzocht. Als er tekort komt aan donororganen kunnen er misschien mensen dood gaan dus ik vind dat het geen positieve kant heeft.
d) Beademing/long, hart, nier machine. De machine doet het werk van de longen. De machine stimuleert het hart blijven kloppen. De machine neemt het werk van de nier over.
e) Hartkleppen, nier en de lever van een varken
f) Xenontransplantatie
5. Het is een recessief gen. Omdat het Y chromosoom geen eigenschap heeft en het X chromosoom een recessief gen heeft voor bloederziekte heeft krijgt het jongetje sowieso bloederziekte.
6. Syndroom van down
7. a) Een programma om de structuur van het menselijke DNA volledig op te helderen, tot op het niveau van de individuele basenparen, en alle menselijke genen te identificeren en te lokaliseren.
b) HUman Genome Organisation
c) Kijken of je de draagster bent van een ziekte.
d) Nee, je zou dan moeten uitzoeken op welke chromosoom de ziekte zit vervolgens moet je die chromosoom vinden en weghalen.
8. a) Ja, tenzij er al een eerst geborene is.
b) Nee wie moet dat kind opvoeden? Ik vind het zielig voor het kind dat hij/zij nooit zijn/haar eigen ouders kan zien.
9. D, Dan zou iedereen op elkaar lijken en heeft niemand meer zijn eigen identiteit.