Hoofdstuk 5
5.1
1. Op inductieve manier verhaalde de babyloniers de natuurverschijnselen op de goden en de Grieken redeneerden op deductieve manier zonder te toetsen
2. moderne onderzoekers toesten hun waarnemingen en redenaties
3. a)of voorwerpen sneller vallen als ze een hogere snelheid hebben
b)ze komen tegelijk neer
c)omdat ze toen pas hun waarnemingen en redenaties gingen toetsen
4. natuurwetenschap
5. omgekeerd evenredig
6. Inductie: het doen van nauwkeurige wettenschappelijke waarnemingen Deductie: Uit bestaande kennis nieuwe kennis afleiden door logisch te redeneren
7. een atoom is te delen in protonen enzo
8. het moderne atoommodel bestaat uit protonen enzo, vuur enzo zijn andere verschijnselen
9. de verschijnselen waren het handigst te verklaren met atomen
10. a)de vanderwaalskracht neemt af… b)nee, te weinig voorstellingsvermogen
11. vast wel
12. hij wist alleen de verhouding…
13. heel errg groot..
14. inductie: Rutherford, Thomson. Deductie: Rutherford, Thomson
5.2 1. toegepast is met voorbedachte rade en fundamenteel is om meer kennis te verkrijgen
2. kerncentrale
3. TNO
4. 1e , 2e en 3e geldstroom
5. toegepast, minder totaal nieuwe ontwikkelingen
6. scoren, geld, bezigheid, nieuwsgierigheid…
7. voordeel: evolutionaire ontwikkelingen. Nadeel: het creeren van een hyppe die nergens op slaat.
8. dat alles volgens een vast patroon gaat.
9. dat je alles moet toetsen en hertoetsen
10. omdat ze eigenwijs zijn en weinig zomaar aannemen
11. omdat ze uit hun eigen onwetendheid bang zijn
12. nee, zij kregen een opdracht van de regering
13. met geen van hun
5.3 1. omdat er anders geen aanname gedaan kan worden
2. a)inductief, het denken dat er een andere planeet in de buurt is. Deductief, het waarnemen van onwaarschijnlijke baaan van Uranus en het zoeken met de telescoop naar Neptunes. B)zou de zwwartekrachttheorie net kloppen? c) er is een ander hemellichaam in de buurt d) zoeken met de telescoop
3. a)aan zn baard trekken…b)10000x een boterham laten vallen en kijken of er een duidelijk verschil is…
4. de temperatuur van twee pakken melk meten, waarvan er een onder een piramide is
5. nee, klinklare onzin
6.
astronoom telescoop
geoloog grondboor
medisch bioloog micrscoop
anatoom scalpel
atoomfysicus cyclotron
veldbioloog verrekijker
7. verificatie is onderzoeken of een aanname waar is en falsificatie is onderzoeken of een aanname onwaar is
8. elk geschiedkundig verhaal kent meerdere waarheden en onwaarheden, het is maar welke optiek je gebruikt
9. a)gezonde mensen roken ook en blijven vaak gezondb)nee, de wet van sin t/sin t=n klopt volledig c)nee, dit kun je niet met absolute duidelijkheid onderzoeken d)ja, de aarde draait om de zon
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden