Verwijswoorden

Spaans: Wat te leren voor TT van woensdag 14 december 2016

Werkwoorden: tegenwoordige tijd, imperfecto, indefinido. (zowel vervoegingen als verschil/keuze maken.)

Wederkerende werkwoorden (p. 38 TB CG)

Verkleinwoorden ( 2.1 p. 112 TB CG + WB Unidad 3 oef 10)

Verbindingswoorden:
- TB p.38 (structuur aanbrengen in een verhaal) + Unidad 3 oef 8,9.
- WB Unidad 3 oef 14,17.

Vocabulaire - Gele boekje p.16 t/m 18 ( Spa.-Ned.)

Verbindingswoorden

 

 

 

 

Over herinneringen

 

                            Dieren

 

 

¿Se acuerda de sus primeras vacaciones en la playa?

Herinnert u zich uw eerste vakantie op het strand?
 

El perro
Hond

El toro
Stier

El león
Leeuw

¿Recuerdas la moda de los ochenta?

Herinnert u zich de jaren 80 mode?

El gato
Kat

El caballo
Paard

La tortuga
Schildpad

Me acuedro de los cuentos que me contaba mi hermana.

Ik herinner me de verhalen die verteld aan me zijn door mijn zus.

 

El cerdo
Varken

La oveja
Schaap

El ratón
Muis

Recuerdo que una noche mi hermana me pidió un cuento.

Ik herinner me dat één nacht mijn zus vroeg me om een verhaal.

La vaca
Koe

El pájaro
Vogel

El defin
Dolfijn

 

 

 

 

 

Gewoontes of terugkerende gebeurtenissen beschrijven

Een gebeurtenis of handeling uit het verleden

Mi hermana y yo dormíamos en la misma habitación.

Mijn zus en ik sliepen in dezelfde kamer.

 

Mi hermana me pidió un cuento antes de dormir.

Mijn zus vroeg me een verhaal voor het slapen gaan.

 

Le gustaba mucho escuchar historias.

Hij hield van luisteren naar verhalen.

 

Pero duespués de algunas frases se durmió.

Maar sommige zinnen nadat hij in slaap viel.

Y a mí me encantaba contarlas.

En hield me om ze te tellen.

Encontes al día siguiente lo repetí.

Ik zal de volgende dag ik heb herhaald.

 

 

 

 

Voor- en achtergrond van een verhaal onderscheiden en op basis daarvan de juiste tijd kiezen

Estaba en casa y vi en el periódico que había una nueva película con Penólope Cruz.

Ik thuis was en ik zag in de krant dat er een nieuwe film met Penólope Cruz.
 

No tenía mucho tiempo, por eso decidí tomar un taxi.

Hij hoefde niet veel tijd, dus heb ik besloten om een taxi te nemen.

Cuando entré en el cocho, vi que la conductora era muy guapa.

Toen ik de taxi inging, zag ik dat de chauffeur zeer mooi was.
 

Había mucho tráfico, por eso llegamos demasiado tarde.

Er was zwaar verkeer, dus kwamen we te laat.

 

 

Structuur aanbrengen in een verhaal

Primero

Eerst

Un domingo

Op een zondag

Cuando

Als/ toen

Luego

Vervolgens/daarna

Al día siguiente

De volgende dag

Mientras

Terwijl/ ondertussen

Después

Daarna

Entcontes

Dus; toen

Porque

Omdat/ want

Al final

Ten slotte

Así que

Dus/ vandaar

Como

Omdat/ vandaar

De pronto

plotseling

Total que

Kortom/ dus

Por eso

Daarom

                           

Verkleinwoorden
 

1) Woord eindigt op –e of mede klinker à +cito/a:

Bijv:  ratón à ratoncito

            coche à cochecito

2) Woord eindigt op -a / -o  à +ito/a:

Bijv: hermana à hermanita

 

 

 

 

 

 

à Verkleinwoorden eindigen vaak op –ito/-ita of –cito/cita. Ze kunnen worden gebruikt als koosnaam of om de betekenis van een woord af te zwakken.

            hermana       - hermanita

            coche            - cochecito

à Let op: de schrijfwijze kan soms veranderen i.v.m. de uitspraak (amigo – amiguito)