Doe mee met Markteffect's studiekeuze-onderzoek
Maakt niet uit of je je studie al gekozen hebt. Win één van de 200 (!) cadeaubonnen van €25

Meedoen

Beeldspraak en stijlfiguren

Beoordeling 8
Foto van een scholier
  • Aantekening door een scholier
  • Klas onbekend | 372 woorden
  • 24 oktober 2014
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 8
7 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

Metafoor: origineel wordt vervangen door een beeld.

Bv. Ben je echt van plan die verroeste koektrommel naar Amerika te rijden.

 

Vergelijking: wordt zowel origineel als het beeld genoemd.

Bv. jouw laptop (orgineel) is zo traag als een slak (beeld).

 

Metonymie: noem je een begrip niet letterlijk maar wat ermee samenhangt.

Bv. Er hing een echte van Gogh aan de muur.

(je bedoelt een schilderij van Van Gogh, maar je noemt de schilder.

 

Personificatie: schrijf je menselijke eigenschappen toe aan zaken die geen menselijke eigenschappen kunnen hebben.

Bv. De wind fluistert door het bos.

 

Stijlfiguren: leg je de nadruk op  een zin of een woord door iets op een ongewone manier te zeggen.

door tekst aantrekkelijker te maken.

 

Hyperbool: sterke overdrijving.

Bv. geen mens op de wereld had voor deze toets een voldoende kunnen halen.

 

Understatement: sterke afzwakking.

bv. Tim gaf toe dat zijn kamer bij twee geen balzaal was.

 

Opsomming: opvolging van begrippen die even belangrijk zijn.

Bv. Sita houdt vooral van appels, peren en aardbeien.

 

Climax: Een opsomming waarin de betekenis steeds sterker wordt.

De kinderen snikten, begonnen later te huilen.

 

Anticlimax: opsomming waar de betekenis steeds zwakker wordt.

Bv. Eerst woonde hij in een villa, toen verhuisde hij naar een rijtjeshuis, toen naar een flat

 

Retorische vraag: een vraag waarop je geen antwoordt verwacht.

Bv. wie wil er nou niet gelukkig worden.

 

Eufemisme: gebruik je om iets wat hard, onaangenaam of beschamend op een verzachtende manier uit te drukken.

Bv. onze hond is vredig ingeslapen. (doodgegaan)

 

Spot: maak je iets belachelijks. Je doet dit vaak door het tegenovergestelde te zeggen van wat je bedoeld.

 

- ironie: een milde vorm van spot, waarbij de schrijver meestal sympathie heeft voor hetgeen hij bespot.

 

- sarcasme: een hardere grovere vorm van spot dan ironie.

 

- cynisme: een bittere vaak kwetsende vorm van spot.

 

Woorspeling: Speel je met de klank of betekenis van woorden.

Bv. De psychiater wil niet gestoord worden. 

 

Tegenstelling: worden twee worden tegenover elkaar gezet om het verschil in betekenis te benadrukken. Bv. Het was een prachtig feest voor jong en oud.

Paradox: Schijnbare tegenstelling

Bv. Veel rijke mensen zijn arm.

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.