Aantekeningen Staatsinrichting in Nederland VWO 3 – Atheneum
Nederland is;
- Een constitutionele monarchie; de koning is beperkt in zijn doen en laten door de grondwet.
- Nederland is een monarchie sinds 1813.
1814; Eerste grondwet.
1815; Nieuwe grondwet; De koning heeft nog steeds heel veel macht.
1840; Willem II wordt koning.
1848; Grondwetwijzing van 1848, begin parlementaire democratie.
- Johan Rudolf Thorbecke (1798-1872).
- Leider liberalen.
- Opdracht liberalistische grondwet opstellen
- Liberalen; Streven naar vrijheid, weinig bemoeienis overheid.
De koning geeft deze opdracht zodat hij zijn macht niet verliest en wil voorkomen dat het Nederlandse volk in opstand komt.
- Grondwet 1848
- 2e kamer beslist of een minister weg moet of niet, de koning mag geen politieke verantwoordelijkheid. Er kwamen rechtstreekse verkiezingen met met stemrecht konden stemmen.
- Recht van interpellatie - 2e en 1e kamer, als ze niet tevreden zijn mogen ze de minister zich laten melden om vragen te beantwoorden.
- Recht van amendement. -Alleen voor de 2e kamer, het wetsvoorstel wijzigen of goedkeuren in aangepaste vorm.
- Recht van enquête; mensen ondervragen, de mensen laten zweren dat ze de waarheid spreken.
Kiesrecht; Wie mag stemmen
- Censuskiesrecht; Mensen die veel belasting betalen.
- Algemeen kiesrecht; Leeftijd eis, etc.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden