Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 3

Beoordeling 4.6
Foto van een scholier
  • Aantekening door een scholier
  • 1e klas havo/vwo | 999 woorden
  • 14 maart 2015
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 4.6
8 keer beoordeeld

1 De Romeinen trekken zich terug

– het rijk word christelijk

Keizer Constantijn de grote reageerde van 306 tot 337. Hij was de eerste Romeinse keizer die zich tot het christendom bekeerde. In 324 liet Constantijn de stad Constantinopel bouwen. Dat werd later de hoofdstad van het Oost-Romeinse Rijk.

– de volksverhuizingen

West-Romeinse Rijk werd slecht bestuurd . Toen begon de volksverhuizingen. Germaanse stammen sloegen op de vlucht door door de Hunnen, omdat ze het West-Romeinse rijk binnendrongen . De barbaren waren sterker dan het romeinse leger. In 410 plunderden de Westgoten Rome. en toen deden de Vandalen dat in 455. In 476 zette het Germaanse stamhoofd Odoaker de laatste West-Romeinse keizer af en liet zichzelf in Rome tot koning kronen. Toen hield het West-Romeinse Rijk op met bestaan. Constantiopel werd de enige stad in romeinse rijk

– na de romeinen

Wat veranderde er met het verdwijnen van het West-Romeinse Rijk?

1 Het werd moeilijker om handel te drijven ( veel steden werden geplunderd, bijna iedereen leefde van de landbouw)

2 Er was geen keizer die heel Europa bestuurde en die de bevolking met zijn leger beschermde.

– de franken

In 498 bekeerde koning Clovis de Franken tot het christendom. Het rijk van Clovis was het begin van het uitgestrekte Frankische Rijk.

De paus kroonde in 800, koning Karel de Grote tot keizer. Maar na de dood van Karel De Grote viel het  rijk uit elkaar.

2 Leven op een domein

– moeilijke tijden

De romeinen vertrokken> boeren niet meer beschermd> bescherming zoeken> machtige boeren> bescherming = grond weggeven.>stukje vrijheid inruil voor bescherming

Een domein bestond uit 2 delen: 1 een deel van de grond ; vroonhof. Alle opbrengsten gingen naar de heer. 2 kleinere stukjes land, waar de boeren op moesten werken.

– alles zelf maken

De boeren waren horigen geworden. In ruil voor bescherming moesten ze  hun land aan de heer geven maar ook de pacht: opbrengst (eieren) . Ook moesten ze herendiensten verrichten 1 of 2x in de week. Bijna elk domein streefde naar autarkie : alles wat nodig was werd zelf geproduceerd. Dit hele stelsel van heren, horigen en herendiensten heet het hofstelsel.

3 Trouw aan de heer

– land in ruil voor trouw

Karel de Grote maakte gebruik van het leenstelsel; hij gaf aan trouwe volgelingen een deel van zijn grond in leen. Die mensen heten leenmannen (vazallen). Karel de Grote was hun leenheer. De leenmannen met veel grond leenden weer stukken uit aan mannen die voor hen vochten. (achterleenmannen). De (achter) leenmannen vormde samen de rijke, bevoorrechte adel. Ze bestuurde titels als graaf, hertog of baron, ze moesten beschikken over paarden, bewapening.     

–Voor en na-nadelen van het leenstelsel:                                                                                                                                                                                                                                                                              

Voordeel=handige manier om een groot rijk mee te besturen en op te bouwen.

Nadeel= machtigste edelen lieten  hun leengrond  na aan hun zonen. Ze gingen het familiebezit beschouwen .ze waren eerder trouw aan hun leenheer dan de keizer. Hugo Capet liet zich kronen door koning van frankrijk .Later kon Hugo de onderdanen toch niet aan.

4 Een christelijke samenleving

– willibrord en Bonifatius

In het midden –Oosten ,zuiden van EU & Groot Brittanië waren al veel mensen christen rond 500.tussen 500 en 1000 werden de Duitsers en Nederlands bekeerd tot het christendom door Ierse en Engelse monniken In de 7de en 8ste  eeuw richten ze een klooster op in Duitsland .Ze kregen hulp van Frankische koningen.

– de organisatie van de kerk

Christelijke geloof werd steeds belangrijker. Mis= hierin herdenken ze de laatste maaltijd die Jesus had met zijn volgelingen. in de middeleeuwen. Via priesters, monniken en nonnen kwam je in contact met god. Deze geestelijken vertelden hoe je moest leven om in de hemel te komen. De mensen hadden het zwaar en hoopte daarom ook een goed leven in de hemel te krijgen. Als je niet goed leefde, kon je in de hel komen. De hoogste geestelijke was de paus.hij werd gezien ald de plaatsbekleder van Chr. En hij benoemde bisschoppen in heel EU idem oesten helpen bij het bestuur van de  kerk.

– een opgedeelde samenleving

De paus was belangrijker dan een koning of keizer. Dat kwam, omdat geestelijken contact met god hadden, waren zij belangrijk.

1ste stand=De Geestelijke  (moest bidden voor veiligheid van mensen)

2de stand = De adel  (moest geestelijken en boeren beschermen)

3de stand = De Boer  ( moest de adel en de geestelijke voeden)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.