1.1 De moderne tijd (1890-1914)
- Olympische Spelen 1896: Eerste moderne spelen, geïnspireerd door Griekenland.
- Tijdmeting: Stopwatch uitgevonden, tijd nauwkeuriger gemeten.
- La belle époque: Vooruitgang, groei welvaart, betere omstandigheden arbeiders.
1.2 Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
- Nationalisme/Militarisme: Rusland/Duitsland macht, Frankrijk wraak, geheime allianties.
- Loopgravenoorlog: Duitsland België binnen, westfront vast, zware verliezen (Somme, Verdun).
- Tweefrontenoorlog: Duitsland/Rusland, Turkije bij Centralen, Italië bij Geallieerden.
- 1917 Rusland stort in: Lenin wapenstilstand met Duitsland, VS verklaart Duitsland oorlog.
- 1918 Einde oorlog: Wapenstilstand, Duitse overgave.
1.3 Russische Revolutie (1917-1922)
- Februarirevolutie 1917: Tsaar treedt af, Rusland republiek.
- Oktoberrevolutie: Lenin grijpt macht, communisten aan de leiding.
- Burgeroorlog (1917-1921): Rode (communisten) vs Witte leger (tsaar-aanhangers).
- 1922 Sovjet-Unie: Rusland en omliggende staten vormen Sovjet-Unie.
1.4 Nieuwe Europese kaart (1919)
- Verdrag van Versailles: Duitsland gestraft, herstelbetalingen, grondverlies, militair ingeperkt.
- Nieuwe landen: Polen, Joegoslavië, Finland ontstaan.
1.5 Neutraal Nederland (1914-1918)
- Neutraliteitspolitiek: Nederland neutraal, voorzag Duitsland van goederen.
- Economie: Tekorten voedsel en brandstof, onrust, stakingen, rellen.
REACTIES
1 seconde geleden