Poser une question/een vraag stellen frans uitleg

Frans grammaire VWO2

Hier een uitleg voor Poser une question/een vraag stellen, in het frans.

In het Frans kun je op verschillende manieren een vraag stellen. Let goed op de woordvolgorde!

Grandes Lignes Deel A

Een vraag stellen:
Zonder vraagwoord:

- Als een gewone zin, vragend uitgesproken ; Tu as des problèmes de santé?

- Est-ce que + gewone zin ; Est-ce que tu as des problèmes de santé?

- Omkering van onderwerp en persoonsvorm ; As-tu des problèmes de santé?

Let op: Bij omkering van onderwerp en persoonsvorm (tu as-> as-tu) met il, elle, ils, elles of on kunnen er twee klinkers na elkaar komen. In dit geval voeg je daat een -t- tussen. Voorbeeld:

Elle a un problème de santé?    ->    A-t-elle un problème de santé?

Met een vraagwoord:

- vraagwoord + est-ce que + gewone zin ; Quand est-ce que tu fais du sport?

Er zijn ook andere manieren om een vraag te stellen met een vraagwoord. Maar bovenstaande manier is altijd correct. Andere manieren zijn:

- gewone zin + vraagwoord ; Tu fais du sport quand?

- vraagwoord + omkering (inversie) ; Quand fais-tu de sport?

Vraagwoorden:

où = waar     pourquoi = waarom

quand = wanneer     qui = wie

comment = hoe     que/qu'est-ce que = wat

combien = hoeveel

Bron: Grandes lignes livre de textes 2 vwo