Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Etre, avoir, aller en faire vervoegingen présent

Beoordeling 7.8
Foto van een scholier
  • Aantekening door een scholier
  • Klas onbekend | 183 woorden
  • 20 mei 2017
  • 145 keer beoordeeld
Cijfer 7.8
145 keer beoordeeld

être = zijn
je suis = ik ben;
tu es = jij bent;
il est = hij is;
elle est = zij is;
on est = men is;
nous sommes = wij zijn;
vous êtes = jullie zijn / u bent;
ils sont = zij zijn;
elles sont = zij zijn.

avoir = hebben
j'ai = ik heb;
tu as = jij bent;
il a = hij heeft;
elle a = zij heeft;
on a = men heeft;
nous avons = wij hebben;
vous avez = jullie hebben / u heeft;
ils ont = zij hebben;
elles ont = zij hebben.

aller = gaan
je vais = ik ga;
tu vas = jij gaat;
il va = hij gaat;
elle va = zij gaat;
on va = men gaat;
nous allons = wij gaan;
vous allez = jullie gaan / u gaat;
ils vont = zij gaan;
elles vont = zij gaan.

faire = doen / maken
je fais = ik doe / ik maak;
tu fais = jij doet / jij maakt;
il fait = hij doet / hij maakt;
elle fait = zij doet / zij maakt;
on fait = men doet / men maakt;
nous faisons = wij doen / wij maken;
vous faites = jullie doen / u doet / jullie maken / u maakt;
ils font = zij doen / zij maken;
elles font = zij doen / zij maken.

REACTIES

J.

J.

Je bent vrij cool

4 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.