Hoofdstuk 3 Indexcijfers

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
  • Aantekening door een scholier
  • 4e klas vwo | 147 woorden
  • 5 november 2016
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
3 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Economie Hoofdstuk 3 Indexcijfers
Nominaal: Absolute bedragen.
Reëel: Geeft een verhoudingsgetal aan, we gaan het nominale getal vergelijken met iets anders.
Indexcijfer is een verhoudingsgetal.
Reëel inkomen     Koopkracht
      
    
     Inkomen: Door prijzen, altijd de indexcijfers.
Inkomen  Nominaal loon  Bruto jaarinkomen.
Prijs   Prijspeil   Consumentenprijs(indexcijfers) .
       CPI

       Altijd in percentages.
Koopkracht is altijd in percentages. Voorbeeld:
Het loon stijgt met 5% en de prijs stijgt met 10%. Bereken de koopkracht.
Stap 1: Maak van 5% een indexcijfer    105.
Stap 2: Maak van 10% een indexcijfer   110.
Stap 3: Dus 105:110=95.5 Er is sprake van een daling van 4.5%.
Beredenering: De prijzen zijn harder gestegen dan het loon.  

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.