Economie Hoofdstuk 3 Indexcijfers
Nominaal: Absolute bedragen.
Reëel: Geeft een verhoudingsgetal aan, we gaan het nominale getal vergelijken met iets anders.
Indexcijfer is een verhoudingsgetal.
Reëel inkomen Koopkracht
Inkomen: Door prijzen, altijd de indexcijfers.
Inkomen Nominaal loon Bruto jaarinkomen.
Prijs Prijspeil Consumentenprijs(indexcijfers) .
CPI
Altijd in percentages.
Koopkracht is altijd in percentages.
Voorbeeld:
Het loon stijgt met 5% en de prijs stijgt met 10%. Bereken de koopkracht.
Stap 1: Maak van 5% een indexcijfer 105.
Stap 2: Maak van 10% een indexcijfer 110.
Stap 3: Dus 105:110=95.5 Er is sprake van een daling van 4.5%.
Beredenering: De prijzen zijn harder gestegen dan het loon.
Nominaal: Absolute bedragen.
Reëel: Geeft een verhoudingsgetal aan, we gaan het nominale getal vergelijken met iets anders.
Indexcijfer is een verhoudingsgetal.
Reëel inkomen Koopkracht
Inkomen: Door prijzen, altijd de indexcijfers.
Inkomen Nominaal loon Bruto jaarinkomen.
Prijs Prijspeil Consumentenprijs(indexcijfers) .
CPI
Koopkracht is altijd in percentages.
Voorbeeld:
Het loon stijgt met 5% en de prijs stijgt met 10%. Bereken de koopkracht.
Stap 1: Maak van 5% een indexcijfer 105.
Stap 2: Maak van 10% een indexcijfer 110.
Stap 3: Dus 105:110=95.5 Er is sprake van een daling van 4.5%.
Beredenering: De prijzen zijn harder gestegen dan het loon.
REACTIES
Er zijn nog geen reacties op dit verslag. Wees de eerste!
Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.
:name
:name
:comment
1 seconde geleden