Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Ontwikkelingssamenwerking

Beoordeling 4.7
Foto van een scholier
  • Stelling door een scholier
  • 5e klas havo | 1235 woorden
  • 26 februari 2004
  • 18 keer beoordeeld
Cijfer 4.7
18 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Maatschappijleer 2: Hoofdstuk 2: waarom ontwikkelingssamenwerking? Vraag 2: Deze landen zijn erg arm en liggen vaak in gebieden met een warm klimaat waardoor er bijna geen drinkwater is en het erg moeilijk is om de grond te bewerken. De bevolking in de ontwikkelingslanden kan zonder hulp geen water voor de landbouw verkrijgen want ze hebben geen geld om putten en irrigatiesystemen te maken. De organisaties die hulp bieden aan ontwikkelingslanden zorgen ervoor dat er schoon drinkwater komt en dat er voedsel komt. Dit doen ze door voedsel te importeren en door te zorgen voor putten. Soms leggen ze ook irrigatiesystemen aan en bouwen ze scholen zodat de bevolking op den duur slim genoeg is en genoeg middelen heeft om zelf voedsel te verbouwen en om handel te drijven. Vraag 3: Religieuze en humanistische levensbeschouwingen, die ervan uitgaan dat je je medemens niet aan zijn lot mag overlaten. Dit motief vond ik in de tekst van paragraaf 2.3.
vraag 4: - Principiële gelijkwaardigheid van mensen: iedereen is gelijk en moet dus dezelfde kansen op een goed leven krijgen. - Solidariteit: solidariteit betekent elkaar trouw blijven, je kunt je medemens dus niet zomaar in de steek laten. - Naastenliefde: omdat je van je medemensen houd moet je hen helpen als zij het slechter hebben dan jijzelf - Gerechtigheid: iemand die net zo goed is als jezelf verdient dezelfde behandeling, het zou niet eerlijk zijn als hij minder had dan jij. - Vrijheid voor iedereen: ook al zien mensen van een ander ras er vaak anders uit, geen enkel volk verdient het om onderdrukt te worden door een ander volk. Vraag 5: - Economische en commerciële motieven en belangen: een ontwikkelingsland dat geld krijgt van een land moet dat geld vaak in het donorland (dat is het land dat het geld gegeven heeft) besteden, waardoor het donorland de eigen export van goederen en diensten bevordert. - Politieke en/of strategische motieven en belangen: bijvoorbeeld een land helpen dat later in een oorlog een bondgenoot moet worden. - Culturele motieven en belangen: landen geven soms eerder hulp aan een land waarmee ze bepaalde dingen gemeen hebben op het gebied van cultuur zoals b.v. de taal. - Ecologische motieven en belangen: omdat milieuvervuiling grensoverschrijdend is krijgen ook de westerse landen problemen als ze de ontwikkelingslanden niet aan genoeg geld helpen om milieuvriendelijk te kunnen produceren. - Het vluchtelingenvraagstuk als motief/belang: er komen steeds meer vluchtelingen naar de rijke westerse landen. Deze rijke landen gaan steeds meer beseffen dat het vluchtelingenprobleem alleen opgelost kan worden als ze de politiek, de welvaart en de economie in die landen verbeteren. Vraag 6: - Het kapitalistische model: dit model gaat uit van vrije ondernemingsgewijze productie. Waarbij vraag naar en aanbod van een product de prijs van het product bepalen. De economie in deze landen zou groeien als ze kapitalistisch georganiseerd werd. - Het socialistische model: dit model wil juist meer staatsbemoeienis in de economie en meer bedrijven van de staat omdat het geld verkregen door de economische groei van het land dan eerlijker onder de mensen verdeeld kan worden onder de hele bevolking. - De basisbehoeftenstrategie: de rijke landen moesten geld inzamelen waarvan ook voor de allerarmste mensen voedsel, onderdak, schoon water, hygiëne, gezondheidszorg en onderwijs moest worden betaald. - Model van structurele armoedebestrijding en het scheppen van voorwaarden voor een duurzame ontwikkeling: De mensen moeten leren voor zichzelf te zorgen en zelf ook meedenken aan een goede oplossing voor hun armoede. Er moeten kleine bedrijven komen met inlanders aan de leiding en geen westerlingen zodat er een goede economie wordt opgebouwd en de mensen moesten hun eigen land leren te besturen. Vraag 9: Self-reliance betekent: niet op een ander aangewezen zijn. Vraag 15 De voornaamste reden om zich in ontwikkelingslanden te vestigen is natuurlijk, omdat het goedkoper is. Het gaat de bedrijven dan voornamelijk om de lage lonen, de belastingvrijdom en het ontbreken van milieueisen Vraag 16 Voordelen voor bedrijven om zich te vestigen in ontwikkelingslanden - zorgen voor werkgelegenheid in hen bedrijven - belastingopbrengsten - overdracht van kennis op bijvoorbeeld het technische gebied - economische groei
Nadelen voor bedrijven om zich te vestigen in ontwikkelingslanden - wegvloeien van winsten naar rijke landen - wegconcurreren van lokale producten -> verdwijnen werkgelegenheid - vergroten van ongelijkheid tussen stad en platteland door de concentratie van hen

bedrijvigheid in de grote havensteden - vergroten van tegenstelling tussen arm en rijk, doordat de productie zich vooral richt op de
kapitaal krachtige elites. Vraag 17 Omdat de bedrijven hun geld niet stoppen in basisvoorzieningen als gezondheidszorg , onderwijs en infrastructuur blijft ontwikkelingshulp noodzakelijk. Vraag 18 Voorbeelden zijn o.a: - Ontwikkelingslanden willen graag tegen gunstige voorwaarden en lage rente kapitaal lenen op de internationale geldmarkt, anders hebben ze geen geld voor investeringen die moeten zorgen voor een gezonde economie - ontwikkelingslanden willen eerlijke handel - ontwikkelingslanden willen vrije toegang tot westerse markten die nu nog verschillende
invoertarieven hanteren. Vraag 19 Laat met behulp van voorbeelden zien dat economische belangen van ontwikkelingslanden strijdig kunnen zijn met andere belangen die ze hebben. *Als het gaat om milieubelang
Ontwikkelingslanden willen wél een schoon milieu, maar zien geen andere optie,dan het omkappen van bossen bv. en milieuonvriendelijk produceren. Milieuvriendelijk produceren zorgt alleen maar voor extra kosten en dat gaat nou eenmaal niet als ze hun economische positie in de wereldhandel willen verbeteren. * Als het gaat om het behouden van eigen cultuur
Ze willen hun eigen cultuur behouden, maar zijn afhankelijk van andere landen, die wel de (westerse) wetenschappelijke/ technische kennis hebben, om vervolgens een betere economische plaats in de wereldhandel te veroveren.
Vraag 20 Wat kunnen ontwikkelingslanden zelf doen om hun economische positie te verbeteren? *Zich richten op “het model van structurele armoedebestrijding en het schappen van voorwaarden voor een duurzame ontwikkeling”. Arme mensen moeten er zelf achter zien te komen hoé ze zelf voor een eigen inkomen kunnen zorgen, om vervolgens te zorgen voor deelname bij het onderwijs en de gezondheidszorg. Op die manier leren ze het pas en zijn ze minder afhankelijk van de westerse kennis uit andere ontwikkelingslanden. Verschil tussen arm en rijk wordt hierdoor kleiner. *Door structureel georganiseerd te gaan produceren op basis van “het kapitalistische model” Dit is pas mogelijk als ondernemingen de vrijheid krijgen om handel te drijven in en met ontwikkelingslanden, zonder enige bemoeienis van de overheid bijvoorbeeld. Vraag 21 Welke positieve en welke negatieve gevolgen kan ontwikkelingssamenwerking voor een ontwikkelingsland hebben? POSITIEVE GEVOLGEN *economische groei *een betere positie in de wereldhandel *een betere scholingsgraad *betere huisvesting *betere gezondheidszorg *betere infrastructuur
NEGATIEVE GEVOLGEN * eigen cultuur verandert: afhankelijk geworden van westerse wetenschappelijk/ technische kennis. * afhankelijk van gedoneerde machines, geleverd door donorlanden
Omdat de mensen uit de Derde Wereld niet goed genoeg geschoold zijn, is het duidelijk dat ze niet de kennis hebben om goede, winstgevende machines te maken en vragen ze vervolgens dus om die kapitaalgoederen van andere landen om toch nog de concurrentie in de wereldhandel bij te houden. Vraag 22: Welke soorten betrekkingen kan een land als Nederland met ontwikkelingslanden onderhouden? *Het kan kennis, kapitaal en goederen exporteren (o.a Unicef-loop en Foster Parents die geld inzamelen) * NL kan er eindproducten, halffabrikaten (overbodig aantal producten van fabriek) en grondstoffen vandaan halen en ze pas leveren in ruil voor iets anders (zoals koffiebonen etc.) Vraag 23: Welke economische belangen kunnen wij hebben bij ontwikkelingssamenwerking? *In ruil voor Nederlandse steun, levering van een bepaald goed uit ontwikkelingsland. * Een bepaald aantal arbeidsplaatsen in ontwikkelingsland: meer werkgelegenheid: meer winst * Meer producten uit ontwikkelingslanden op onze markt (bv. verschillende soorten koffie)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.