De Tower of Londen

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
  • Spreekbeurt door een scholier
  • Klas onbekend | 6111 woorden
  • 25 maart 2001
  • 625 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
625 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De Tower of Londen
De Tower, die oorspronkelijk werd gebouwd onder Willem de Veroveraar om de inwoners van Londen te imponeren en te domineren, groeide al gauw uit tot het symbool van de opperste macht, de plaats waar zelfs de meest hooggeplaatsten en machtigste personen konden ten onder gaan. Negen eeuwen later staat hij er nog stevig en is misschien wel het beroemdste kasteel ter wereld. Ondanks alle verhalen over gevangenschap, marteling en terechtstellingen was zijn rol merendeels veel wereldser, want hij was, op verschillende tijdstippen, de wapenopslagplaats van het land, de plaats waar de archieven en dan weer de kroonjuwelen werden opgeslagen, en bovenal de koninklijke menagerie. Elke schooljongen weet dat Willem de Veroveraar in 1066 koning Harold versloeg in de slag bij Hastings – maar in die slag had Willem Engeland helemaal niet veroverd. De Normandische koning wist dat de heerschappij over Londen de sleutel tot het land vormde. Gelukkig voor hem heeft hij er niet voor moeten vechten. De waardigheidsbekleders van de stad reden hem tegemoet en boden Willem de kroon aan in ruil voor de garantie dat Londen al zijn verworven rechten en privileges mocht behouden. De kroning vond plaats op Kerstmis in Westminster Abbey. Maar Willem was nog steeds op zijn hoede voor de ‘talrijke en woeste bevolking’ van Londen, en hij wist dat hij zijn kracht zou moeten tonen om hen in toom te kunnen houden. Dus besloot hij een grote stenen burcht te bouwen die de stad zou domineren en de Londenaars voor eeuwig zou herinneren aan de macht van de koning. Een koninklijke vesting
Volgens de algemene overlevering werd in 1078 begonnen met de bouw van de oorspronkelijke toren, die nu bekend staat als de White Tower. Hij werd gebouwd met een mengsel van ragstone (donkergrijze zandsteen) en dure steen uit Caen, ingevoerd uit Frankrijk. Het duurde ongeveer twintig jaar om hem te bouwen. 900 jaar later is de White Tower nog steeds een van de meest markante voorbeelden van de Normandische militaire architectuur in Europa. Op het einde van de 11e eeuw werd een eenvoudige verdedigingsmuur rond de toren gebouwd, en onder Richard I en Jan zonder Land werd die uitgebreid . Enkel de Bell Tower is overgebleven uit die periode. Jans opvolger, Hendrik III (1216-1272) vermeerderde de omringende wallen en versterkingen.. Uit die tijd dateren de Wakefield en Lanthorn Towers. Hendrik liet de oorspronkelijke toren aan de binnen- en de buitenzijde witten, en van toen af werd die de White Tower genoemd. Hij begon ook met de Royal Menagerie en liet de koninklijk verblijven ten zuiden van de Tower bouwen. Hendriks zoon, Edward I (1272-1307), waagde zich aan een massief bouwprogramma, dat een nieuwe buitenste wal omvatte, waardoor hij de Tower een ingewikkeld concentrisch verdedigingssysteem gaf. Een Vlaams ingenieur die ervaring had in het bouwen van dijken, werd erbij gehaald om sluispoorten te bouwen, die het water in de grachten zouden houden. Een ingewikkelde reeks torens met dammen, ophaalbruggen en valhekken verdedigden de landwaartse ingang. De Lion Gate en de Lion Tower zijn verdwenen, maar de Middle en Byward Towers staan er nog steeds. St Thomas Tower, een nieuwe ingang langs de stroom, werd later bekend als Traitor’s Gate. Ook een nieuwe toren waarin de binnenpoort werd ondergebracht, werd gebouwd. Later werd die de Bloody Tower genoemd. Men is nooit meer op zo’n schaal beginnen te bouwen, maar men heeft de gebouwen altijd onderhouden en gerestaureerd, en dat weerspiegelt de veranderende rol van de Tower. In de 16e eeuw werd hij niet langer gebruikt als koninklijke verblijfplaats en raakten de gebouwen van het paleis in verval – meer en meer werd hij berucht als staatsgevangenis en terechtstellingsoord. Hij werd ook de traditionele plaats waar koninklijke praalvertoningen werden gehouden. Bovendien werden de Kroonjuwelen en de Royal Menagerie er ondergebracht. De staatsgevangenis

De Tower wordt het best herinnerd als de staatsgevangenis die hoofdzakelijk was gereserveerd voor hooggeplaatste en machtige personen die het ongenoegen van de koning of van de staat hadden opgewekt. Hij was nog niet lang gebouwd toen Hendrik I er in 1100 de eerste minister van Willem II liet opsluiten als straf voor zijn corrupte praktijken toen hij aan de macht was. De eerste gevangene van de Tower ontsnapte echter al gauw met een touw, dat werd binnengesmokkeld in een wijnkaraf. Het verhaal van Richard II is een van de meest tragische. Hij besteeg in 1377 de troon als elfjarige knaap. Zijn eerste beproeving kreeg hij in 1381 toen hij in de Tower werd belegerd tijdens de Boerenopstand onder leiding van Watt Tyler. Zij eisten de hoofden van de ministers van de jonge koning. Terwijl Richard in Mile End met hen onderhandelde, drongen sommigen de Tower binnen en sleepten hun onderdrukkers naar buiten, hun dood tegemoet op Tower Hill. Richard slaagde erin het gepeupel te overtuigen zich te verspreiden na de moord op Watt Tyler. In 1387 werd Richard nogmaals belegerd in de Tower. Ditmaal waren zijn belagers volgelingen van de edelen, die boos waren om de macht van zijn gunstelingen. Richard moest toestemmen in de arrestatie van zijn vrienden. Tien jaar later keerde hij zich tegen de edelen die hem ten val hadden gebracht, maar hij verloor alle steun toen zijn neef, Henri Bolingbroke (Hendrik IV) terugkeerde uit ballingschap. Uiteindelijk werd Richard zelf in de Tower opgesloten en later naar Pontefract Castle gestuurd, waar hij stierf. Tijdens de Rozenoorlogen van de 15e eeuw speelde de Tower een centrale rol. De kroon werd betwist tussen koning Hendrik VI van Lancaster en Edward IV van York. Edward verzekerde zich tenslotte van haar bezit door Hendrik te laten vermoorden in de Wakefield Tower. De plaats waar Hendrik zou zijn gestorven, terwijl hij zat te bidden, is aangeduid door een gedenkplaat op de vloer. Elk jaar leggen leden van King’s College, Cambridge, en van Eton College, die allebei door Hendrik werden gesticht, op de verjaardag van zijn dood rozen en lelies op die plaats. Edward IV stierf in 1483 en de 13-jarige Edward V werd koning. Hij en zijn jongerer broer stonden onder het beschermheerschap van de hertog van Gloucester, die besloot zich zelf de kroon toe te eigenen, en aldus Richard III werd. Later dat jaar verdwenen de twee prinsen, en overal liep het gerucht, echter zonder bewijs, dat de usurpator Richard hen had laten vermoorden in de Bloody Tower. Bijna twee eeuwen later werden hun beenderen er gevonden tijdens afbraakwerken, en op bevel van Charles II werden zij opnieuw begraven in Westminster Abbey. De schaduw van de bijl
Veruit de bekendste vorst die met de Tower in verband wordt gebracht, was natuurlijk Hendrik VIII. Hij liet er zoveel mensen opsluiten dat de Franse ambassadeur zei : ‘Als iemand een gevangene van de Tower is, durft niemand zich met zijn zaken bemoeien, behalve om kwaad over hem te spreken, uit vrees te worden verdacht van dezelfde misdaad’. Sommigen kregen genade, sommigen konden ontsnappen en sommigen kregen slechts een grote boete als straf. Maar voor anderen voerde de enige weg naar buiten hen naar het blok. Dat was het geval met Hendriks tweede vrouw, Anna Boleyn. In 1533 kwam zij in groot ornaat naar de Tower voor haar kroning, en drie jaar later keerde zij er op tragische wijze terug voor haar proces en haar terechtstelling op Tower Green. Zijn vijfde vrouw, Catherine Howard, onderging zes jaar later hetzelfde lot. Sir Thomas More en John Fisher werden beiden gevangen gezet en terechtgesteld, omdat ze weigerden de Oath of Supremacy af te leggen, waardoor Hendrik werd erkend als hoofd van de kerk. Cromwel, die ooit Hendriks eerste minister was geweest, onderging hetzelfde lot nadat hij het huwelijk met Anna van Kleef had geregeld en bleek dat Hendrik haar verafschuwde. De gevangenschap en terechtstellingen eindigen niet met de dood van Hendrik VIII. Onder Maria I kreeg de Tower twee maanden lang een van zijn meest beroemde gevangenen, prinses Elizabeth, die heel de tijd op vastbesloten en karakteristieke wijze volhield dat ze onschuldig en loyaal was. In die tijd werd ook een van de droevigste terechtstellingen van de Tower uitgevoerd : de executie van Lady Jane Gray, de ‘Negendaagse Koningin’, die het slachtoffer werd van de machtshonger van haar oom. Op het einde van Elizabeths regering werd Sir Walter Raleigh, eens de gunsteling van de koningin, er opgesloten omdat hij zonder haar toestemming was gehuwd met Elizabeth Throckmorton. Later werd hij weer vrijgelaten, mar in het begin van de regering van James I raakte Raleigh verwikkeld in een samenzwering tegen de koning en werd opnieuw naar de Tower gebracht. Twaalf jaar verbleef hij in de Bloody Tower Hij genoot er enige welstand en schreef er zijn ‘Geschiedenis van de wereld’. Hij werd er bezocht door zijn vrienden en familie en vomde een grote publieke attractie wanneer hij langs de wallen wandelde. Hij was nog altijd ter dood veroordeeld, toen James hem in 1616 vrij liet om goud te gaan zoeken in Guyana. Hij keerde echter met lege handen terug naar zijn executie. Onder de latere Stuarts en tijdens de Republiek werd de Tower nog steeds als gevangenins gebruikt, maar wel minder vaak (de jakobietische rebel Lord Lovat was de laatste die er werd terechtgesteld in 1747), en vanaf de regering van Charles II werd hij voornamelijk gebruikt arsenaal en het hoofdkwartiervan de Munt (tot 1812), de Archieven en de plaats waar de militaire voorraden en het materiaal werden ondergebracht. Onder George II was de Tower ook het voornaamste nationaal museum geworden, waar het publiek de koninklijke geschiedenis, wapens en oorlogstrofeeën kon gaan bezichtigen ; de eerste gids bestond al rond 1750. Tijdens de 19e eeuw groeide de aantrekkingskracht van de Tower als toeristische atrractie. Tijdens beide wereldoorlogen hernam de Tower zijn rol van staatsgevangenis en werden de Duitse spionnen er opgesloten. Het is echer vooral als schatkamer van bijna 1000 jaar geschiedenis dat de Tower indruk maakt op de vele duizenden bezoekers die elk jaar door zijn poorten wandelen. De vogels
De Tower is beroemd om zijn raven. Er wordt gezegd dat hun vertrek de val van het koninkrijk met zich mee zal brengen. Daarom worden hun vleugels gekortwiekt. De Yeomen Warders
Worden over het algemeen Beefeaters genoemd. Beefeater betekent letterlijk ‘rundvleeseter’. Volgens sommigen zou deze naam een verbastering zijn van het oudfranse buffetier, dat wil zeggen : bewaker van het koninklijk buffet. De kroonjuwelen
De ceremonie van de kroning, die dateert uit de regeerperiode van Edward de Belijder (1042-1066), bestaat uit verschillende hoogtepunten, waaronder de eedaflegging, de zalving, de overhandiging van de attributen van het koningschap en de inhuldiging. De kroonjuwelen worden tentoongesteld in het Jewel House in de Tower. Het merendeel is ontworpen voor de kroning van Karel II in 1661. Tower Bridge
De Tower Bridge bewijst dat er zonder de rivier geen stad zou zijn geweest. Waarschijnlijk daarom is de brug het symbool van Londen geworden. Wat dat betreft hoort de brug thuis in het verleden, zoals ook blijkt uit zijn unieke architectuur. Toch is deze beweegbare Kolossus van Rhodos ook nu nog onmisbaar voor het verkeer van auto’s, boten en voetgangers. In die hoedanigheid liggen de constructie en functie van de brug in het verleden verankerd. De constructie. De verkeersdrukte op de Londense bruggen, met name op London Bridge, leidde in de jaren tachtig van de vorige eeuw tot de bouw van een nieuwe brug stroomafwaarts. Hoewel de brug net buiten de grenzen van de City ligt, werd het ontwerp toevertrouwd aan de stadsarchitect sir Horace Jones. Hij inspireerde zich op technische hoogstandjes in Nederland en kwam met het stoutmoedige plan om een basculebrug te bouwen met een relatief laag brugdek (9 meter boven de rivier), zodat de boten toegang konden krijgen tot de Upper Pool, het dok tussen de Tower Bridge en de daarop volgende London Bridge. De echte bouwheren waren sir John Wolfe Barry, zoon van de beroemde architect sir Charles Barrtn eb G.D. Stevenson, die wijzigingen aanbrachten in het plan van Jones na diens overlijden in 1887. De architectuur van de brug
Het Parlement en de City stelden de neogotische stijl (op verzoek van koningin Victoria en het War Office) verplicht voor de twee torens die de hydraulische hefapparatuur moesten verbergen, teneinde de harmonie met de naburige Tower te garanderen, maar ook omdat de stadsarchitectuur toch al door deze bouwstijl werd geïnspireerd. De eerste steen van deze 805 meter lange brug werd in 1866 gelegd door de prins van Wales. Nu is de Tower Bridge een van de symbolen van Londen, maar tijdens de opening in 1894 werd het werk zeer bekritiseerd door een groot deel van het publiek. Zowel ‘s nachts als overdag moeten schepen met een bovenbouw (kasteel of mast) van minimaal 10m hoogte bij de Cherry Garden Pier een signaal aan de Tower Bridge geven om te kunnen passeren. Er verstrijken zo’n zeven tot tien minuten tussen de ontvangst van het signaal en het openen van de brug. In geen geval laat men de boten wachten. Het wegverkeer moet zich aanpassen aan het verkeer te water. De City
De City, die is gebouwd op de plaats van het oude Romeinse Londen en die grotendeels is verwoest in de Tweede Wereldoorlog, is al vijftig jaar continu in verandering. Dank zij de speculanten maken de gebouwen uit de jaren vijftig plaats voor ultramoderne kolossen van glas en staal, die de paar oude gebouwen die zijn blijven staan, overschaduwen. De territoriale grenzen van de City zijn onder Willem de Veroveraar vastgelegd. De City is verdeeld in 25 districten : de wards, en heeft een eigen regering, onafhankelijk van de Kroon en Westminster. Deze onafhankelijkheid stamt uit de tijd dat de koninklijke macht verzwakt was : in 1191 en in 1215 verleende Jan zonder Land stadsrechten en gaf de Londenaars het recht om hun eigen burgemeester te kiezen. ‘Liveries’. De liveries of livreigilden (de naam komt van het uniform dat de leden dragen tijdens de ceremonies en banketten) beschermen sinds de 12de eeuw de regering van de City. Hoewel ze sinds de middeleeuwen aan macht hebben ingeboet en bij de Reformatie hun religieuze karakter zijn kwijtgeraakt, zijn ze op het charitatieve vlak nog steeds actief. In 1514 stelde de aldermen (wethouders) een rangorde op en bevestigden daarmee de status van de twaalf grote liveries – zijdehandelaren, kruideniers, lakenhandelaren, vishandelaren, goudsmeden, bonthandelaren, kleermakers, garen- en bandverkopers, zouthandelaren, siersmeden, wijnhandelaren en lakenfabrikanten – de laagste in de rangorde van de gilden is de honderdste, die van de computerdeskundigen, gecreëerd in 1992. De verkiezing van de Lord Mayor. Sinds 1189 of 1192 vindt in de Guildhall elk jaar op 29 september, de dag van St. Michael, de verkiezing van de Lord Mayor plaats. Twee kandidaat-aldermen worden door het parlement van de corporaties, de Common Hall, aangewezen. De favoriet wordt gekozen door met opgestoken hand ‘All !’ te roepen; de verliezer wordt getroost met de woorden : ‘Next year !’. De indiensttreding van de burgemeester gaat gepaard met vaste rituelen, zoals de Silent Change, waarbij de onderscheidingstekenen van de macht – een zwaard met parels en een zwaard van de staat, een scepter van kristal, een grote staf en een ketting met een dubbele S – gedurende een twintig minuten durende stilte worden overgedragen aan de nieuwe Lord Mayor. Guildhall. De Guildhall is sinds 1192 het bestuurscentrum van de gemeente. De bouw werd gefinancierd door de gilden en begon in 1411 ; in 1439 was het voltooid. Van de gebouwen uit de 15de eeuw, die grotendeels zijn verwoest tijdens de Grote Brand van 1666 en in december 1940, zijn het portaal, de muren van de Hall en de grafkelders overgebleven. De voorgevel, waarin het middeleeuws portaal is ingevoegd, is in 1788 door Dance Jr. verbouwd. De Bank van Engeland. Van oorsprong was dit een particuliere instelling die in 1694 werd gesticht door de Schot William Paterson, bedoeld om het benodigde geld voor de oorlog tegen Frankrijk te leveren. In 1766 maakte premier Pitt van de instelling een centrale bank. De wet van 1844 verdeelde het instituut in twee afdelingen : ‘bank’ en ‘emissie’. De afdeling bank is een gewone bank die bovendien verantwoordelijkheid heeft voor de monetaire reserves van het land ; de afdeling emissie is belast met de uitgave van bankbiljetten. In 1946 werd ‘de oude dame van Threadneedle Street’ genationaliseerd en werd zij de bank der banken. Zij heeft de supervisie over het ingewikkelde Britse banksysteem dat in de 18de eeuw is ontstaan en wordt geleid door een raad van bestuur die wordt benoemd door de Kroon. De portiers met hun hoge hoeden dragen een roze livrei. De Royal Exchange. Deze beurs werd geopend in 1568 als ontmoetingsplaats voor de handelaren van de City. In 1844 opende koningin Victoria het huidige gebouw. Het neoclassisistische gebouw bevat een zuilengalerij met acht logge Corinthische zuilen, die een gebeeldhouwd fronton dragen waarvan de middelste figuur de Handel voorstelt. Sinds 1939 zetelt hier de termijnbeurs LIFFE, de London International Financial Future Exchange. Al meer dan 40 jaar worden hier geen zaken meer gedaan, maar de belangrijke mededelingen als de bekendmaking van nieuwe koningen of oorlogsverklaringen worden traditioneel gedaan vanaf het brede bordes aan de ingang. Voor de Royal Exchange staat het ruiterstandbeeld van de hertog van Wellington, gegoten uit het brons van de kanonnen die bij Waterloo op de Fransen waren buitgemaakt. De Stock Exchange (effectenbeurs) is de moderne plaats waar financiële verrichtingen en transacties gebeuren. Ze werd opgericht in 1773 en bevindt zich nu in een modern gebouw op de hoek van Old Broad Street en Throgmorton Street. Bezoekers kunnen de verrichtingen bekijken vanuit de Visitor’s Gallery. Lloyd’s. Lloyd’s is een beurs voor verzekeringspolissen. Een financier, genaamd Edward Lloyd, begon een verzekeringsbedrijf voor de scheepvaart in een koffiehuis in Lombard Street in 1691. Wat begon als een klein gezelschap van zakenlui groeide uit tot de Lloyd’s of London, dat in 1991 26.500 leden telde. Het gebouw kan worden omschreven als een kathedraal van metaal en glas. Het nieuwe gebouw werd in mei 1986 geopend. Het moest het moderne karakter van de onderneming uitstralen.. Het ontwerp van Richard Rogers, een van de architecten van Beaubourg in Parijs, is een rechthoek van glas en metaal met zes torens rond een atrium ; het wordt bekroond door een glazen boog van 60m hoogte. Old Bailey (Central Criminal Court). De beruchte gevangenis van Newgate, die zich op die plaats bevond, was tussen 1783 en 1868 het toneel van openbare terechtstellingen (vervolgens werd de doodstraf in afzondering voltrokken tot 1901). De gevangenis werd neergehaald in 1902 en vervangen door het Central Criminal Court, dat zijn populaire naam heeft gekregen van de straat waarin het staat. De belangrijkste processen van de eeuw werden daar behandeld, o.m. die van Crippen, Christie, Haig en de Kray broers. Het publiek kan de verrichtingen in Court No 1 volgen door in de rij te gaan staan om een zetel in de Visitors’ Gallery te bemachtigen (ingang langs Newgate Street). The Barbican (oorspronkelijk een dubbele wachttoren). Dit indrukwekkende nieuwe ontwikkelingsgebied werd opgericht rond het overblijvende deel van de oude Romeinse muur. Het is een ambitieus ontwerp om de City te bevorderen, eerder als woongebied dan. Er staan hoog oprijzende flatgebouwen, winkels, kantoren, pubs, de nieuwe City of Londen meisjesschool en de kerk van St Giles Cripplega te uit de 16de eeuw. Verder is er een siervijver, een centrum voor kunst en de nieuwe Guildhall School for Music and Drama. Het Museum of London (een aanrader !) ligt aan de zuidwestelijke uithoek van het ontwikkelingsgebied. Leadenhall Street. Hier werden in de middeleeuwen de graan- en hooimarkten gehouden. Ten noorden daarvan staat de markt van Leadenhall, een opvallende enclave in de City. De nieuwe markt van Leadenhall is in 1881 gebouwd door Sir Horace Jones. De metalen bogen geschilderd in crème en kastanjebruin, het glas-in-lood-raam en de centrale koepel op het kruispunt van de gangen, geven er een grote charme aan. Deze luxemarkt verzorgde de banketten van de Livery Companies. De laatste jaren zijn er vele cafetaria’s, croissanterieën en bodega’s bijgekomen die tijdens lunchtijd worden overspoeld door mensen. Lombard Street. Na de verdrijving van de joden namen de Lombarden, die sinds de 12de eeuw in deze straat zijn gevestigd, de geldhandel over. Bijna alle grote Engelse banken hebben hun hoofdkwartier in Lombard Street en de buitenlandse banken zijn vertegenwoordigd met belangrijke filialen. Sommige, zoals Barclays, zitten er al heel lang. De Barclays waren oorspronkelijk goudsmeden die zich rond 1694 in Lombard Street vestigden. The Monument. Deze Dorische zuil is 62 m hoog, exact de afstand van de sokkel tot de oorspronkelijke haard van de brand in Pudding Lane. Het monument werd in 1677 plechtig ingehuldigd op initiatief van het Parlement, dat de Grote Brand op een plechtige manier wilde herdenken. Westminster
Er zijn meer Londense mijlpalen in Westminster dan in elk ander deel van de hoofdstad. Het zijn o.m. Westminster Abbey, de Houses of Parliament, Whitehall en Downing Street. Het is een heilige plaats sinds onheuglijke tijden, en het is al meer dan 900 jaar het centrum van de Engelse regering. Het paleis van Westminster. In het midden van de 11de eeuw verplaatste Edward de Belijder de koninklijke residentie van Winchester naar Westminster. Hij had net de Westminster Abbey op het toenmalige eiland Thorney gesticht – een stuk land omringd door grachten die in de 18de eeuw verdwenen – en liet het nieuwe paleis vlakbij het klooster bouwen. Willem de Veroveraar liet zich in 1066 in de abdij kronen en nam evenals de drie volgende koningen zijn intrek in het paleis. Hendrik VIII gaf er in 1529 echter de voorkeur aan zich in het paleis van Whitehall te installeren. In 1834 brandde het oude paleis bijna volledig af . Van de middeleeuwse gebouwen bleven enkel Westminster Hall (1097), het klooster en de crypte van St Stephens Chapel en de Jewel Tower bewaard. Onmiddellijk werd een wedstrijd uitgeschreven voor het ontwerpen van het nieuwe parlementsgebouw. Sir Charles Barry kreeg de opdracht ; zijn compagnon August Pugin, een van de vindingsrijkste kunstenaars van de neogotiek, voerde het grootste deel van het creatieve werk uit. De combinatie van deze twee zo tegengestelde karakters garandeerde de architectonische originaliteit van het Parlement. Het klassieke evenwicht van het Parlement berust op zijn speelse symmetrie en is een vondst van Barry. Het is Pugin geweest die de elementen aanbracht die het geheel zijn asymmetrische aanzien geven, zoals de Victoria Tower en de overvloedige ornamentiek, die het Parlement zijn weining orthodoxe uiterlijk geven. Pugin was ook verantwoordelijk voor de vormgeving van het interieur. De huidige Houses of Parliament zijn fundamenteel een reeks kamers, gangen en bureaus die evenwijdig lopen met de Theems. Het gebouw is 286,5 meter lang en strekt zich uit over 3,24 hectare, en bevat 1100 flats en meer dan 3 km doorgangen. In het zuiden bevindt zich de

104 m hoge Victoria Tower. De toren is overladen met beelden en de hoeken worden getooid met pinnakels. De archieven van het parlement (meer dan 3 miljoen documenten) zijn hier ondergebracht. Big Ben. Aan de noordzijde wordt het paleis van Westminster gecompleteerd door de Clock Tower, beter bekend als de Big Ben. De eerste klok van 16 ton, in 1856 gegoten door Warner en Sons in Stockton-on-Tees, bereikte Londen per boot. Tijdens het proefluiden bleek de legering echter niet bestand tegen de zware slagen en de klok barstte. De tweede klok van 13,5 ton werd gegegoten in Whitechapel en in 1858 geïnstalleerd. De klok luidde voor het eerst op 31 mei 1859. Tot 1940 werd de precisie van de klok twee keer per dag telegrafisch gecontroleerd door het observatorium van Greenwich. In de Tweede Wereldoorlog werd de precisie van de klok zwaar op de proef gesteld : op 10 mei 1940 vertoonde de klok een afwijking van 1,5 seconde. Als het Parlement zitting heeft, brandt er een licht boven op de
Clock Tower. De wijzerplaat van de klok, die gereed kwam in 1854, heeft een diameter van
7 m. Het Parlement. Het Britse parlement besta at uit twee kamers. De leden van het Hogerhuis worden benoemd (het lidmaatschap is lange tijd uitsluitend overerfbaar geweest), de leden van het Lagerhuis gekozen. De eerste parlementen vergaderden in Westminster Hall, maar pas in de 14de eeuw namen het Hoger- en het Lagerhuis de gewoonte aan na een eerste zitting in aanwezigheid van de koning apart te vergaderen. Het parlement werd gedomineerd door twee politieke partijen- Whigs en Tories (beide hadden hun oorsprong in de 17de eeuw) – tot het einde van de 19de eeuw. In 1828 noemden de Whigs zich Liberals en de Tories noemden zich een paar jaar later Conservatives. De eerste Labour-kandidaten verschenen bij de de algemene verkiezing van 1892. Ze verenigden zich en vormden in 1900 de Labour Representative Committee. Sinds 1906 staan ze bekend als de Labour Party. Tegenwoordig hebben de Commons bijna alle macht in handen om het land te besturen, hoewel alle wetsontwerpen van het Lagerhuis naar het Hogerhuis moeten gaan, waar sommige worden gewijzigd en terug naar de Commons worden gestuurd. Zelden wordt een wetsontwerp verworpen. Financiële wetsontwerpen kunnen een bepaalde periode worden tegengehouden door de Lords, maar kunnen niet helemaal worden verworpen. De laatste jaren werden geen erfelijke adelstanden meer gecreëerd, maar zowel mannen als vrouwen kunnen tot Life Peer (niet-erfelijke adelstand) worden verheven. In het Hogerhuis zetelen ook alle aartsbisschoppen, 24 bisschoppen en huidige of gepensioneerde rechters van het Hof van Appel. Westminster Abbey
Gewijde plaats en koninklijke graftombe. De abdij vervulde dezelfde dubbele functie als de kathedralen van Reims en St.Denis in Frankrijk : koninklijke hoogheden werden hier zowel gekroond als begraven. Van Willem de Veroveraar tot Elizabeth II zijn alle Britse vorsten, met uitzondering van Edward V en Edward VIII, hier gekroond. Het merendeel van de vorsten van Harold I (1040) tot George II (1760), ligt begraven in de Westminster Abbey. Bouwgeschiedenis.  de vroegste kerk zou dateren uit de 7de eeuw en werd gevolgd door een aantal andere gebouwen, waaronder een benedictijnerabdij.  In 1050 begon Edward de Belijder met de bouw van een abdijkerk in Normandische stijl. Na zijn heiligverklaring in 1139 werd de abdij een pelgrimsoord.  Hendrik III besloot in 1245 een nieuw gebouw neer te zetten. De grootste Engelse en buitenlandse kunstenaars werkten mee aan de bouw. De eerste steen werd gelegd op 6 juli 1245, maar de gevel was pas 5 eeuwen later klaar. Bouwmeester Henri de Reynes gaf de abdij een Frans karakter, vermoedelijk een gevolg van de voorkeur van de koning voor gotische kunst.  Hoewel het door alle aan Reims en Amiens ontleende elementen de meest Franse kerk van het land is, blijft het toch een Engels gebouw. Dat blijkt onder andere uit traditionele zaken als de centrale rib op de top van de boog, het gebruik van de zuilengangen en de veelhoekige vorm van de kapittelzaal.  De dwarsbeuken, de noordgevel, een deel van het klooster en de kapittelzaal werden in 1269 voltooid, ter gelegenheid van de overbrenging van de resten van Edward de Belijder naar de St.Edwardkapel.  Door de dood van Hendrik III in 1276 werden de werkzaamheden opgeschort. Ze werden hervat in 1376 onder leiding van Henry Yevele, meestermetselaar van de koning, bouwmeester van Westminster Hall en het schip van de kathedraal van Canterbury. Yevele, die de stijlontwikkelingen na Hendrik III negeerde, gaf de Westminster Abbey een uitzonderlijke eenheid van vorm, die zijn opvolgers intact lieten. Afgezien van de 18de-eeuwse toren van Hawksmoor, werd het grootste deel van de abdij voltooid in 1532.  Tijdens de ontbinding van de kloosterorden kreeg Westminster Abbey koninklijke protectie om vernielingen te voorkomen. Pantheon en Necropolis. De overvloed aan monumenten maakt de Westminster Abbey tot een museum van de Engelse beeldhouwkunst, waar de ontwikkeling van de grafkunst van de 13de eeuw tot heden goed te volgen is.  De kerk is in de eerste plaats een pantheon, want hij herbergt de graven van een vijftiental vorsten en een aantal van hun familieleden. Deze graven zijn verspreid over de kapellen. Twee ervan nemen een bijzondere plaats in, die van Edward de Belijder en die van Hendrik VII.  Tegelijk is het een necropolis, want hij herbergt niet minder dan 5000 graven, cenotaven en gedenktekens. Na de regering van Richard II werden de grote dienaars van het koninkrijk in de abdij begraven of met een cenotaaf geëerd. Herdenkingsplaatsen. De abdij is verdeeld in verschillende herdenkingsplaatsen.  Een deel van de zijbeuk en de noordelijke dwarsbeuk zijn gereserveerd voor staatstlieden. Daar bevinden zich de graven en gedenktekens van grote politieke figuren uit de 19de en 20ste eeuw.  In de zuidelijke dwarsbeuk bevindt zich de poet’s corner. Chaucer, de auteur van de Canterbury Tales, werd hier als eerste begraven. Later kreeg men de gewoonte schrijvers te eren met een gedenkplaat. Het grafmonument van Händel, wordt omringd door de schrijvers Milton Shakespeare, Byron, Tennyson en Henry James.  De kerk is ook het monument van de beide wereldoorlogen. In 1926 is de Onbekende Soldaat in het schip begraven.. Tenslotte wordt Winston Churchill herdacht met een gedenkteken bij de toegang tot het schip, terwijl Franklin Delano Roosevelt een monument heeft bij de westelijke poort van de abdij. De kapel van Edward de Belijder en de troon.  Midden in de kapel staat het graf van de heilige koning. Hier bevindt zich ook de troon voor zijn kroning, een gotische katheder van eikenhout, met geometrische figuren versierd door meester Walter, de schilder van Edward I.  Deze troon werd vervaardigd om de steen van Scone te herbergen, een stuk rode zandsteen waarop de koningen van Schotland zaten als ze gekroond werden. Na de verovering van Schotland liet Edward I dit symbolische voorwerp tussen de poten van de troon vastzetten.  Sinds de kroning van Edward II in 1308 zijn alle vorsten gekroond op deze troon, die de abdij maar éénmaal heeft verlaten, namelijk tijdens het regentschap van Cromwell. De kapel van Hendrik VII. De regering van Hendrik VII van Tudor (1485-1509) neemt een belangrijke plaats in de geschiedenis van de abdij in. De koning wilde namelijk een grafmonument oprichten voor zijn in
1461 vermoorde oom Hendrik VI en daarmee tevens zijn macht legitimeren ; hij liet een kapel bouwen (rond 1512 voltooid onder Hendrik VIII) die een hoogtepunt vormt in deze koninklijke necropolis.  De kapel van Hendrik VII moest een symbool worden voor de nieuwe Tudor-dynastie.  De kapel , gebouwd in het verlengde van het schip , is in werkelijkheid een kerk met een schip, zijbeuken, apsis en vijf zijkapellen.  De kapel was bedoeld om te imponeren. Het waaiergewelf met zijn ribbogen en afhangende sluitstenen getuigt van de virtuositeit van de architecten.  Ook hier bevinden zich veel koninklijke en adellijke graven, te beginnen met die van Hendrik VII en Elisabeth van York. Aan de noordkant delen Elisabeth en Mary Tudor hetzelfde graf en in de ‘Hoek van de Onschuldigen’ rust de bleke prinses Sophie, dochter van Jacobus I, naast haar zuster Mary. Ook de urn met het stoffelijk overschot van de vermoorde ‘prinsen in de Tower’ – Edward V en zijn broer Richard – is hier te zien. Kapel van de Royal Air Force. De kapel die dwars op de kapel van Hendrik VII ligt, is tegenwoordig die van de R.A.F.  In 1658 werd Cromwell er begraven. Ten tijden van de Restauratie werd zijn lichaam opgegraven en tot 30 januari 1661 aan de galg van Tyburn gehangen, de verjaardag van de executie van Karel I. Diens hoofd werd indertijd op de punt van een lans gespietst en op het dak van de Westminster Hall geplaatst. Kapittelzaal. Via het klooster bereikt men de kapittelzaal, een symmetrische achthoek, die onder Hendrik III is herbouwd.  Na 1352 huisvestte de zaal het Lagerhuis, tot grote ontevredenheid van de monikken die over het lawaai klaagden.  De muren van de kapittelzaal zijn versierd met fresco’s van de monnik Jan van Northampton.  De rond 1250 gelegde vloer is het moeste voorbeeld van deze kunst uit de 13de eeuw. De plavuizen, van origine vernist, zijn versierd met het wapen van koning Hendrik, geometrische motieven en rozetten. Bezienswaardigheden, musea en attracties
Het British Museum Toegang gratis. Geopend van 10 tot 17 uur.  Om het British Museum in zijn geheel te bezichtigen zou je ruim een week nodig hebben, aangezien het zes à zeven miljoen voorwerpen bevat.  Tot de beroemdste collecties van het museum hoort die van de Griekse oudheden, waarvan het fundament werd gelegd door de ‘Elgin marbles’in de Duveen Gallery. Belangrijke delen van het Parthenon werden door Lord Elgin in het begin van de 19de eeuw overgebracht naar Londen, o.a. twaalf beelden en twintig stenen van het Ionische fries. Verder o.a het graf van de Nereïden, het paard van Selene, de Heracles van Dionysos, het hoofd van Afrodite.  Een bijzonder indrukwekkende Egyptische afdeling, waarschijnlijk de spectaculairste van het museum en een van de belangrijkste collecties ter wereld buiten Egypte. O.a. de steen van Rosetta, de leeuw van Nimrod  In de British library (geopend sinds de lente van 1998) bevinden zich een aantal van de beroemdste schatten van het museum, o.m. twee van de vier bestaande oorspronkelijke kopieën van de Magna Carta, de handtekening van William Shakespeare en Nelsons geschetste plan van de Slag bij Trafalgar, de Gutenberg bijbel…  De collecties van het British Museum zijn niet beperkt tot de oudheid of tot één artistiek genre. Je vindt er nagenoeg alles uit alle hoeken van de wereld : archeologie, prenten, munten, tekeningen, medailles etc. etc. Het Science Museum Exhibition Road SW7
Geopend van 10 tot 18 uur. Prijstarief : minder dan 6 pond, gratis na 16.30. Underground: South Kensington
Geëxposeerde stukken schetsen de geschiedenis van wetenschappen en industrie – van antieke auto’s, treinen en vliegtuigen tot de ruimtevaart en de ontwikkeling van de computer. Interactieve kinderafdelingen, de ‘Food for thought’ en ‘The Secret Life of the Home’ zalen, lanceerplatform en vluchtlab. Het Natura l History Museum
Cromwell Road, South Kensington
Geopend 10 u tot 17.30. Prijstarief : minder dan 6 pond. Underground : South Kensington. ‘s Werelds voornaamste museum over natuurlijke historie, zet bezoekers van alle leeftijden ertoe aan de wereld op een andere manier te beschouwen. Hoogtepunten : nieuwe, indrukwekkende exposities over ‘de kracht van binnenuit’ en ‘rusteloze oppervlakte’, de populaire dinosaurussen, ecologie, menselijke biologie en ‘Creepy Crawlies’. Imperial War Museum
Lambeth Road, SE1

Geopend: 10 tot 18u. Underground: Lambeth North (Elephant and Castle lijn) Prijstarief: minder dan 5 pond
Vier verdiepingen met interessante displays, een spectaculair grote tentoonstellingshal, historische geëxposeerde stukken uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog, ‘Blitz Experience’ (leven tijdens de Blitz), ‘Trench experience’ (loopgraven). Amusement en attracties
Madame Tussaud’s
Marylebone Road, NW1
Deze beroemde collectie wassenbeelden werd opgericht in Parijs in 1770, overgebracht naar Engeland in 1802, en kreeg een permanent tehuis in Londen in 1835. Er worden o.m. historische figuren, politici en artiesten tentoongesteld en in de nieuwe Chamber of Horrors zijn afschuwelijke misdaden nog enger dan voorheen gereconstrueerd. De ‘Spirit of London’ voert u met een ‘time taxi’ door de fascinerende geschiedenis van de hoofdstad. Klanken, geuren en door audio-animatie bewegende en sprekende ‘personen’ brengen het verleden tot leven. Museum of the Moving Image
South Banks Art Center, SE1. Underground : Waterloo. (uitgang South Bank) of Embankment (loop over de Hungerford footbridge) Prijs : minder dan 6 pond . Het in 1988 geopende en om zijn originaliteit befaamde ‘Momi’ schildert de geschiedenis van de cinema en de audiovisuele media, van de toverlantaarns tot de nieuwste technieken. Filmhelden die door acteurs worden gespeeld, leiden de bezoekers rond. London Dungeon
34 Tooley Street, SE1
Underground: London Bridge. Prijs: meer dan 7 pond. Deze expositie onder de bogen van de London Bridge Station, verbeeldt door de modernste technieken de zwartste momenten van de geschiedenis van Engeland : de moord op Thomas Becket in de kathedraal van Canterbury, de martelingen en executies van criminelen, de Grote Brand. Ongeschikt voor gevoelige kinderen (dagelijks van 10.00 tot 18.00 uur) Rock Circus
Top floor, London Pavilion, Picadilly Circus W1

Prijs : meer dan 7 pond. Geopend : 11 u tot 21 u, vrijdag tot 22 u. De multi-zintuiglijke rock-attractie waar rock wezenlijk tot je spreekt. Nieuwe Music revolution show werd onlangs geopend. Sega World
Picadilly Circus W1
Geopend van 10 tot 24 u. Prijs : minder dan 2 pond maar de attracties, ritten kosten na binnenkomst ieder tussen de 2 en 3 pond extra,video games tussen de 20p en 1 pond extra. The Emaginator
The Trocadero, Piccadilly Circus, W1
Prijstarief : minder dan 4 pond per rit. Allernieuwste attractie uit Amerika. Wat is fantasie, wat is realiteit ? Twee bioscopen (24 pers. ieder) uitgerust met de meest geavanceerde technologie simuleren spannende ritten –zoals met een losgeslagen rolwagen door de mijnen of een race door het heelal. London Aquarium
Wembley Stadium tours
House of Detention
London Planetarium
Shakespeare’s Globe Theatre and Experience
Programma Londenreis 1999
Woensdag 10 maart
Vertrek aan Sint-Eduardus : 6 uur ‘s morgens
Busreis tot Calais : ongeveer 2,5 u. De boot vertrekt om 9.30 en komt in Dover aan om 10 u plaatselijke tijd. Rond 12u30 aankomst in London, eerst inchecken in het Chiswick hotel. Namiddag : Houses of Parliament, Westminster Abbey, Downing Street, Buckingham Palace… Indien voldoende tijd over met de bus naar het Science Museum en Natural History Museum (vanaf 17u30 toegang gratis) Avondmaal om 19u. Avond : korte wandeling en enkele uren vrij. Donderdag 11 maart
Voormiddag : 10 u Madam Tussaud’s

Snack in het centrum. Namiddag : British Museum en vrij in het centrum. Avondmaal om 17u45
Avond :Starlight Express 19u45
Vrijdag 12 maart
Voormiddag : Wandeling doorheen de City o.a langs Saint-Paul’s Cathedral, de Bank of England, the Monument, Lloyd’s, the Stock Exchange, Tower Bridge. Bezoek aan de Tower (+ de Crown Jewels) Snack
Namiddag : Bezichtigen van de Docklands + vrij
Avondmaal om 19u
Avond : enkele uren vrij in de buurt van Covent Garden
Zaterdag 13 maart
Bezoek aan de Tate Gallery of National Gallery
Vrij tot 15u om te winkelen of voor een facultatief bezoek. 15u30 vertrek vanuit Londen
Avondmaal : buffet op de boot
Aankomst in Merksem : 23u à 23u30

REACTIES

M.

M.

dit is erg nuttigige info heel lang als ik je spreekbeurt gehoord had gaf ik het een 10!!!

12 jaar geleden

K.

K.

bwaaaa iets te langdradig ik zou ook eens een korte versie maken maar voor de rest is het best wel goed !!!

11 jaar geleden

M.

M.

hoi erg goede spreekbeurt!! top!

9 jaar geleden

L.

L.

slordig werk veel te langdradig dit kan veel beter dit is niet formeel volgens de regels. Zorg voor interactie met het publiek geen passieve tekst begrijp je??

mvg
Luc Van den Broeck

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.