Mijn spreekbeurt gaat over pesten, het is een moeilijk onderwerp omdat sommigen denken bij pesten dat het plagen is of andersom. Daar ga ik jullie dadelijk ook iets over vertellen. Ik heb gekozen voor het onderwerp pesten omdat daar  eigenlijk alle kinderen wel mee te maken hebben, want op bijna elke school  worden kinderen gepest. Misschien ben jij wel iemand die gepest wordt. Of je bent zelf een “pester”. En anders zie je het

Pesten is anders dan plagen. De ene keer plaag jij je vriend of vriendin en de andere  keer plaagt hij of zij jou. Jullie kunnen elkaar aan en dan kan het geen kwaad. Wat wel erg is, is pesten. Want dan is het ene kind sterker en het andere kind zwakker. Het sterkere kind heeft een grotere mond en anderen kijken tegen hem of haar op. En het pesten gebeurt niet 1 keer, maar heel vaak. Zo is het gepeste kind steeds weer het slachtoffer. Dat klinkt al erg; slachtoffer. Maar zo erg is het ook echt.     

Aan de hand van een tweetal toneelstukjes  wil ik jullie laten zien hoe erg het is om gepest te worden. Daar heb ik      allereerst 2 meisjes voor nodig, dit toneelstukje heet: “Ik wil nooit zo’n stomme muts als      Anne”………………………………………………………………     

Dankjewel…………………… en      ……………………………….     

Voor het volgende toneelstukje heb ik 2   jongens nodig dit heet: “Bart had hem mooi te pakken”. Dankjewel      ……………… en ……………     

Zoals jullie in deze toneelstukjes hebben      kunnen zien zijn er verschillende manieren van pesten. Een paar kinderen kunnen   misschien wat manieren verzinnen, dan schrijf ik ze in het      rooster………………… Oké, goed gedaan ik ga er nu een paar opzeggen je      kunt bijvoorbeeld pesten met:                

Met woorden     

• Vernederen:      “Hou jij onze handschoenen maar even vast, dat is toch het enige dat jij      kunt.”     
• Schelden:      “Viezerik, vuurtoren, schele en je weet er zelf ook nog wel een paar.     
• Dreigen:      “Je vertelt het niet aan de juf, want anders pakken we je straks.”     
• Belachelijk      maken: Uitlachen.     
• Kinderen      altijd bij hun scheldnaam of nare bijnaam noemen.     
• Gemene      briefjes schrijven

Lichamelijk     

• Trekken      aan kleding, duwen of sjorren.     
• Schoppen      en slaan.     
• Krabben,      bijten en aan haren trekken.     
• Met      wapens: messen en stokken.     

Door      achtervolgingen enzovoort     

• Achterna      lopen, opjagen.     
• In      de val laten lopen, klem zetten.     
• Opsluiten.     

Door stelen of      vernielen van bezittingen     

• Afpakken      van kledingstukken en andere spullen.     
• Beschadigen      van spullen: kliederen op boeken, schoppen en gooien met een schooltas, banden      lek steken.     

Door afpersing     

• Dwingen      om geld of spullen af te geven.     
• Dwingen      om iets voor de pesters te doen; geld of snoep meenemen, een klus opknappen.     

Hoe voelt het als je gepest wordt?     

Een      kind dat gepest wordt heeft pijn. Dat kan aan  de buitenkant zijn, bijvoorbeeld een blauwe plek van het duwen of een      schram van het vallen. Maar de ergste pijn zie je niet, die zit binnen in je      lichaam. Je bent verdrietig en hebt vaak buikpijn. Elke keer ben je weer bang en      dat voelt als een soort knoop in je buik. Daarom voelt een kind dat gepest wordt      zich heel ongelukkig en eenzaam. Het lijkt wel of het pesten steeds erger wordt      en je weet niet wat je er aan kunt doen. Er niet bij horen is al heel erg. En      dat is niet voor eventjes, maar voor heel lang. Als je wordt gepest denk je al      snel dat het je eigen schuld is. Maar jij mag gewoon zijn wie je bent: met bril,      dik of dun, slim of wat minder slim, met pukkels of zonder pukkels of beugel.      Niemand heeft het recht je daarom te pesten. En het is NOOIT jouw schuld.      Onthoudt dat altijd!

Wie zijn de pestkoppen?     

Vaak      zijn pestkoppen hele gewone kinderen. En waarom ze pesten  weten ze zelf vaak nog niet eens. Ze zijn er ooit mee begonnen en dat      leek hun wel stoer. En nu gaan ze er steeds mee door. Pestkoppen zijn er heel      bang voor om er zelf niet bij te horen. Daarom gaan ze de baas spelen. Dan kan      iemand anders dat niet bij hen doen. Sommige pesters hebben het niet gemakkelijk      bij hun thuis. Ze worden heel streng opgevoed, gepest door hun grotere broer of      zus of zelfs geslagen, maar ook kinderen met een gewone achtergrond kunnen      pesters worden. Toch zijn pestkoppen niet alleen maar gemeen. Soms pesten ze op      school, maar zijn ze op hun club net erg aardig. Of andersom. Ze zijn dan op de      ene plek gaan pesten om aandacht te krijgen. En daarna konden ze niet meer      stoppen, het werd steeds erger, een soort verslaving dus. 

Wat voelt een pestkop?     

Het lijkt wel vet: de sterkste en      stoerste te zijn. Maar andere kinderen willen niet langer omgaan met iemand die      gemeen is en ruzie maakt. Het lijkt wel of een pester veel vrienden heeft, maar      dat is niet zo. Zo snel ze durven,  vluchten      ze weg en proberen ze een echte vriend of vriendin te vinden, niet eentje die      steeds maar weer de baas speelt. Daarom kunnen pestkoppen zich ook heel alleen      voelen. Ze weten wel dat ze niet goed bezig zijn, maar ze weten niet hoe ze het      moeten stoppen; ze zijn dan bang om er zelf niet meer bij te horen.