DE RITSSLUITING
Onze spreekbeurt gaat over de ritssluiting. De ritssluiting is een voorziening voor het sluiten van stofdelen, met behulp van 2 Sluitketens, die door een runner in elkaar geschoven worden
GESCHIEDENIS
Het oorspronkelijke doel van de uitvinding, was een veiligheidssluiting voor laarzen, volgens het principe van haken en ogen. Deze haaksluiting werd in 1891 in Chicago door de Amerikaanse ingenieur Whitcomb L. Judson uitgevonden en in 1893 verbeterd.
In 1914 verbeterde zijn medewerker, de Zweedse elektro-ingenieur Otto Frederick Gideon Sundback de sluiting door in elkaar grijpende tanden te gebruiken. Tegelijk vond hij een machine uit waarmee de sluitingen machinaal gemaakt konden worden, zodat in 1918 de eerste kledingstukken met ritssluitingen gemaakt konden worden.
VERSCHILLENDE SLUITINGEN
Oorspronkelijk bestond de ritssluiting uit 2 rijen metalen klauwtjes oftelwel krampen. Deze werden later verbeterd en ook uit kunstof gemaakt.
De duitser W.E. Heilmann en de Amerikaan N. Wahl maakte een type met 2 doorlopende spiralen.
Tegenwoordig bestaan er ook gasdichte en waterdichte glijsluitingen, met in elkaar passende nylon-profiel strips.
Een soortgelijke methode die steeds meer wordt gebruikt is klitteband, waarbij 2 ruwe textielstroken met kleine haakjes op elkaar kleven.
Bij het sluiten van de glijsluiting, worden de aan 2 stofstroken bevestigde sluitstukken (spiraalketens of tandketens), die aan het onderste gedeelte samenkomen in een stop, door de twee wiggen onder aan de runner afwisselend in elkaar geschoven. Bij een dergelijke tandsluiting hebben de tanden (krampen) aan de bovenkant een uitsteekseltje en aan de onderkant een inkeping, zodat de krammen die verschillend van hoogte in elkaar te sluiten zijn. Dit biedt zekerheid, dat de rits na het sluiten niet vanzelf open kan gaan.
De runner mag aan de uiteinden niet uit de rits schieten, daarom heeft men aan de bovenkant een verdikking en aan de onderkant een stop aangebracht.
HET OPENEN
Het openen gaat met behulp van de zich in de runner bevindende bovenste wig, deze spreidt door zijn driehoekige vorm de tanden en haakt ze uit elkaar en schuift ze opzij.
Enkele soorten sluitingen laten zich door de runner helemaal delen, omdat ze er aan een kant afgetrokken kunnen worden. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld slaapzakken, jacks en dergelijke helemaal geopend worden.
Onze spreekbeurt gaat over de ritssluiting. De ritssluiting is een voorziening voor het sluiten van stofdelen, met behulp van 2 Sluitketens, die door een runner in elkaar geschoven worden
GESCHIEDENIS
Het oorspronkelijke doel van de uitvinding, was een veiligheidssluiting voor laarzen, volgens het principe van haken en ogen. Deze haaksluiting werd in 1891 in Chicago door de Amerikaanse ingenieur Whitcomb L. Judson uitgevonden en in 1893 verbeterd.
In 1914 verbeterde zijn medewerker, de Zweedse elektro-ingenieur Otto Frederick Gideon Sundback de sluiting door in elkaar grijpende tanden te gebruiken. Tegelijk vond hij een machine uit waarmee de sluitingen machinaal gemaakt konden worden, zodat in 1918 de eerste kledingstukken met ritssluitingen gemaakt konden worden.
Oorspronkelijk bestond de ritssluiting uit 2 rijen metalen klauwtjes oftelwel krampen. Deze werden later verbeterd en ook uit kunstof gemaakt.
De duitser W.E. Heilmann en de Amerikaan N. Wahl maakte een type met 2 doorlopende spiralen.
Tegenwoordig bestaan er ook gasdichte en waterdichte glijsluitingen, met in elkaar passende nylon-profiel strips.
Een soortgelijke methode die steeds meer wordt gebruikt is klitteband, waarbij 2 ruwe textielstroken met kleine haakjes op elkaar kleven.
Bij het sluiten van de glijsluiting, worden de aan 2 stofstroken bevestigde sluitstukken (spiraalketens of tandketens), die aan het onderste gedeelte samenkomen in een stop, door de twee wiggen onder aan de runner afwisselend in elkaar geschoven. Bij een dergelijke tandsluiting hebben de tanden (krampen) aan de bovenkant een uitsteekseltje en aan de onderkant een inkeping, zodat de krammen die verschillend van hoogte in elkaar te sluiten zijn. Dit biedt zekerheid, dat de rits na het sluiten niet vanzelf open kan gaan.
De runner mag aan de uiteinden niet uit de rits schieten, daarom heeft men aan de bovenkant een verdikking en aan de onderkant een stop aangebracht.
HET OPENEN
Het openen gaat met behulp van de zich in de runner bevindende bovenste wig, deze spreidt door zijn driehoekige vorm de tanden en haakt ze uit elkaar en schuift ze opzij.
Enkele soorten sluitingen laten zich door de runner helemaal delen, omdat ze er aan een kant afgetrokken kunnen worden. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld slaapzakken, jacks en dergelijke helemaal geopend worden.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
K.
K.
hee jow lotte
weetje, kheb morgen mn spreekeburt, en geen onderwerp, dus ik hier kijken En omdat die gast van nederlands kei droog is en ik zijn lievelingetje ben (heb al 2x uitstel gekregen) heb ik ff jouw onderwerp gejat. TNXTNX en meld ff als je t erg vind. Ben je zeer dankbaar!!
loves, xxx da hippie
23 jaar geleden
AntwoordenT.
T.
Leuk een spreekbeurt over techniek!
22 jaar geleden
Antwoorden