Dyslexie

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
  • Spreekbeurt door een scholier
  • aso | 2757 woorden
  • 7 februari 2007
  • 93 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
93 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Wat is dyslexie Dyslexie is een onzichtbare handicap, die in het onderwijs helaas te vaak niet wordt onderkend. Dat heeft verstrekkende gevolgen voor dyslectische kinderen zelf, voor hun ouders/verzorgers en voor het onderwijzende personeel. Voor de maatschappij als geheel gaat talent verloren door voortijdige schoolverlating. Niet tijdig onderkende problemen met lezen en spellen kunnen ook op latere leeftijd nog een handicap vormen. Dyslexie betekent: ‘Ernstige en hardnekkige problemen bij de automatisering van het lezen en/of de spelling.’ Dyslectici hebben, ook als zij extra hulp krijgen, moeite met foutloos en vlot leren lezen en spellen. Ook hebben zij moeite met het leren lezen en spellen in de moderne vreemde talen. Dyslexie is onafhankelijk van intelligentie en komt voor bij normale en zelfs hoge intelligentie. Kinderen met dyslexie blijven wat betreft schoolprestaties ver achter bij het gemiddelde niveau. Hun prestaties zijn, ondanks inzet en ijver, niet in overeenstemming met hun vaak goede verstandelijke capaciteiten, met alle gevolgen van dien in de persoonlijke, gezins- en maatschappelijke sfeer. Over de oorzaken van dyslexie is wetenschappelijk geen eenduidigheid. In grote lijnen zijn wetenschappers het meestal wel eens over de volgende factoren: (snelheid van) fonologische verwerking en oproepbaarheid van de taalkennis. Dyslexie kenmerkt zich door problemen met de informatieverwerking, vooral als daarbij een hoog tempo gevergd wordt. Dyslectici hebben moeite om letters (visuele code) snel om te zetten in klanken (auditieve code). De oorzaak van deze problemen ligt vooral aan de kant van de auditieve code. Mensen met dyslexie hebben meestal problemen met de snelle verwerking daarvan. De lees- en spellingproblemen die het gevolg zijn van dyslexie blijken in de praktijk behandelbaar te zijn. Dat wil zeggen dat verreweg de meeste dyslectici kunnen komen tot een aanvaardbaar niveau van geletterdheid, een niveau waarmee zij zich staande kunnen houden in deze maatschappij. Het is daarbij van groot belang dat de handicap zo vroeg mogelijk wordt onderkend. Bovendien moet de behandelmethode zoveel mogelijk afgestemd worden op de individuele situatie. Hierbij spelen, naast de individuele probleembeschrijving, zaken een rol als: wat motiveert de leerling, wat zijn de sterke kanten, welk niveau van geletterdheid heeft de betreffende persoon nodig, werkt hij of zij graag met computers, hoe kunnen computers ondersteuning bieden bij het lezen en spellen? Mensen met dyslexie zijn vaak creatieve, beeldende of logische denkers. Wanneer zij op school goed worden begeleid en leerstrategieën kunnen ontwikkelen die bij hen passen, zullen ze met minder pijn en moeite de positie in de samenleving kunnen innemen die bij hun talenten aansluit. Schooluitval en onderprestatie als gevolg van dyslexie zijn dan verleden tijd. De kleuterfase Achteraf herkennen ouders en leerkrachten vaak de typisch dyslectische kenmerken die op heel vroege leeftijd eigenlijk al hadden kunnen worden gesignaleerd. Het klinkt echter vreemd om iemand dyslectisch te noemen, die nog niet heeft leren lezen. Dat doen we daarom ook niet. Toch zien we bij die kleuters, waarbij later dyslexie blijkt, al bepaalde kenmerken: - Ze hebben moeite om klanken in woorden op de juiste volgorde te plaatsen. - Ze kunnen woorden of zinnen niet precies (na)zeggen. - Ze kennen weinig feiten en begrippen, zoals links en rechts, kleuren, dagen van de week. - Ze onthouden moeilijk versjes en liedjes. Deze kenmerken zien we niet alleen bij dyslectici maar komen ook wel bij andere kinderen voor. Het is echter juist de combinatie van de hiervoor genoemde aspecten die de leerkracht zouden moeten opvallen. Bovendien speelt hierbij ook het verwachtingspatroon een rol; wanneer je deze kenmerken niet verwacht van het kind moet je juist alert zijn. Een definitieve diagnose dyslexie valt in deze fase meestal nog niet te stellen. De risicokinderen dienen echter in het onderwijs te worden herkend om een juiste didactische afstemming in deze fase en tijdens het aanvankelijk lezen te kunnen realiseren.
Het leren lezen Het aanvankelijke leesproces is ook voor een leerkracht steeds weer een verrassing. Je verbaast je erover hoe snel de verwerking van klanktekens naar woorden, zinnen en teksten als vanzelfsprekend plaatsvindt. Al na enkele maanden zijn de meeste kinderen in groep 3 in staat tot echt lezen en schrijven. We zien echter ook dat bij een aantal kinderen dat proces niet zo wil vlotten. Dat kan verschillende oorzaken hebben. Bij dyslectische kinderen zien we het volgende: - Ze kunnen de klank bij een letter moeilijk onthouden. - Ze verwarren letters, die op het eerste gezicht en het gehoor op elkaar lijken (bijvoorbeeld: m/n, b/d, v/w, u/eu/ui, a/aa). - Ze kunnen de eerste woordjes moeilijk onthouden. - Ze lezen te veel 'letter voor letter' of 'haperen' bij het lezen. - Ze herkennen de bekende woordjes niet of nauwelijks Na het aanvankelijk lezen Na het aanvankelijk lezen wordt het lezen steeds meer ontwikkeld. Veel woorden en woorddelen worden ‘automatisch’ herkend en verwerkt. Hierbij speelt, naast de leestechniek, ook het begrijpen van de tekst een belangrijke rol. We zouden en bekend spreekwoord hierop kunnen aanpassen: “Een goede lezer heeft aan een half woord genoeg”. Het is juist de verwachting, gecombineerd met het woordbeeld dat het vlotte lezen bevordert. Iedereen maakt tijdens het lezen wel eens fouten. Zwakke lezers maken er meer en lezen traag. Maar bij dyslectici zien we de volgende problemen als patroon voorkomen: - Ze laten woorden weg, voegen ze toe of maken er soms heel andere woorden van. - Ze verwarren tekens die op elkaar lijken (bijvoorbeeld: m/n, b/d, z/s, v/w, u/eu/ui). - Ze lezen een ander woord dan er staat, maar het woord betekent wel ongeveer hetzelfde (bijvoorbeeld: kat = poes). - Ze ‘gokken’ veel of lezen te veel 'letter voor letter'. - Ze vinden lezen moeilijk of hebben er zelfs een hekel aan. Ook hiervoor geldt weer de opvallende combinatie van problemen die de leerkracht zou moeten herkennen als typisch dyslectisch terwijl je van de leerling eigenlijk beter verwacht. Het spellen Foutloos schrijven is voor dyslectici nog moeilijker dan lezen. Vooral wanneer de leerling de tekst goed kan begrijpen is het bij lezen goed mogelijk de zwakke techniek te compenseren met een goed begrip. Bij spellen is deze vorm van compenseren niet mogelijk. Hij mist dan vooral een goed woordbeeld en is aangewezen op allerlei regels en regelmatigheden. Deze moeten steeds weer bewust worden toegepast omdat de automatisering zich bij een dyslecticus traag ontwikkelt. De belangrijke kenmerken in het zuivere schrijven van een dyslecticus zijn: - Ze halen letters die op elkaar lijken door elkaar (bijvoorbeeld: m/n, b/d, s/z, v/w, f/v, u/eu/ui). - Ze wisselen letters om (bijvoorbeeld: ei = ie, ui = iu). - Ze laten letters en woorden weg of voegen ze juist toe. - Ze schrijven woorden op zoals ze klinken (de=du). - Ze kennen vaak wel regels voor het spellen, maar gebruiken ze niet tijdens het schrijven. - Ze maken nog meer fouten in hun eigen verhalen. - Ze maken fouten, die je niet (meer) verwacht. - Ze maken niets steeds dezelfde fouten. - Ze schrijven onregelmatig, niet echt vloeiend verbonden of slordig. - Ze maken veel (kleine)vergissingen. Andere vakken Dat dyslectici problemen hebben met lezen en schrijven is voor de meeste mensen wel duidelijk. Dat ook op andere vakgebieden problemen kunnen ontstaan die de dyslexie kunnen worden aangerekend is ook bij veel leerkrachten nog niet bekend. De zwakke fonologische verwerking en het moeizaam verwerven van droge kennis zijn hiervan de oorzaak. Bijvoorbeeld: - Ze keren cijfers om (31=13). - Bij het hoofdrekenen worden fouten gemaakt doordat de 'tussenstappen' worden vergeten. - Ze hebben moeite met 'rijtjes leren' bij aardrijkskunde en het uit het hoofd leren van de tafels. - Ze kunnen uit een informatieve tekst moeilijk de feiten halen, die geleerd moeten worden. - Ze maken veel schrijffouten in hun aantekeningen en werkstukken. - Engelse woorden opschrijven is moeilijk. - Ook het leren van andere vreemde talen levert problemen op die je bij deze leerling eigenlijk niet verwacht. - Door een bepaalde vorm van vergeetachtigheid komen ze verstrooid over. Remediëren Vanwege de ernst van de problemen, die zich onderscheiden van andere leerproblemen, wordt een dyslecticus anders behandeld in het totale leerproces dan een niet-dyslecticus. We houden rekening met de moeilijke fonologische verwerkingsproblematiek, die juist bij een dyslecticus hardnekkig en ‘trainingsresistent’ is (gebleken). Pas wanneer uit onderzoek dyslexie blijkt stelt de begeleider samen met de leerkracht, de ouders en de leerling een plan op. In het plan staan concrete aanwijzingen gericht op het leren lezen en spellen maar ook op de behandeling bij andere vakken. Bij het maken van dit plan moet men met de volgende zaken rekening houden.
Accepteren Het accepteren van de problemen van de dyslecticus vormt de basis voor elk handelingsplan. Dyslectici blijven immers altijd op de een of andere manier moeite houden met onderdelen van de leerstof. Het is heel belangrijk dat de dyslecticus zelf en de mensen in de directe omgeving weten, dat er bepaalde problemen zijn als gevolg van dyslexie. Acceptatie is de basis voor de werkelijke aanpassingen waarvan de dyslecticus het hele leven profijt van zal hebben. Begrijpen Naast acceptatie is het begrijpen van de problemen van de dyslecticus de basis voor het handelen. Dit geldt zowel voor de persoon zelf, voor de leerkracht en ook de mensen in de directe omgeving. Je kan nog zo veel aanpassingen, suggesties en trucjes voor een dyslecticus aanreiken; ze helpen pas wanneer je begrijpt wáárom je ze moet toepassen. Voor een leerkracht, die goed begrijpt wat dyslexie voor een leerling betekent, is het niet moeilijk de leerstof hieraan aan te passen. Een medeleerling die de problemen begrijpt zal ook begrip kunnen opbrengen voor de aparte aanpak. Compenseren Belangrijke hulp die dyslectici kunnen krijgen is gericht op het omzeilen van hun problemen. Dat wil zeggen dat ze gebruik leren maken van hun sterke kanten om problemen te vermijden of te verminderen. Zo kunnen bij het aanleren van de lettertekens plaatjes en gebaren tot steun worden gegeven om de droge kennis meer emotionele en begripsmatige associaties te geven. Het rijk gevulde begrip vormt dan de compensatie voor de droge enkelvoudige associatie.) Dispenseren Voor bepaalde taken krijgt een dyslecticus dispensatie in de vorm van minder werk maken, meer tijd hebben of iets helemaal niet hoeven doen. Dat kan ook betrekking hebben op een op het eerste gezicht normale verwerkingstaak. Wanneer een invuloefening moet worden gemaakt is het voor een dyslecticus een enorme dispensatie wanneer niet eerst de zin moet worden overgeschreven, maar alleen de betreffende woorden op een kopie kunnen worden ingevuld. Hiermee wordt de taak bovendien minder complex. Extra leerhulp Vaak wordt bij een handelingsplan voor dyslectici het eerst gedacht aan remediëring van spelling om de opgelopen achterstand zo snel mogelijk in te halen. Deze doelstelling is niet alleen onterecht en oneerlijk maar getuigt van ondeskundigheid. Een dyslecticus heeft immers een heel andere aanpak nodig los van ons traditionele onderwijs! Extra leerhulp dient daarom vooral gericht te zijn op de bewustwording van de problematiek, de motivatie en de aanpassing van het eigen leergedrag. Natuurlijk voorziet het plan in aangepaste oefeningen en werkvormen om problemen bij lezen en spellen zo veel mogelijk te verminderen. Los van het bovenstaande zijn er ook nog een aantal algemene tips voor leerkrachten in het basisonderwijs: - Let meer op kwaliteit dan op kwantiteit. - Geef het kind wat extra tijd, of pas het hoeveelheid werk aan. - Laat taalwerk niet corrigeren door het kind zelf ( het herkent zijn eigen fouten niet) - Geef dictees mee naar huis, getypt met grote letters. - Laat dictees extra oefenen met de remedial teacher. - Laat dictees ook thuis een keer extra oefenen. - Let meer op de goede woorden dan op de verkeerde woorden. - Ontmoedig het kind vooral niet door correcties met een rode pen. - Geef de leerling nooit onvoorbereid een leesbeurt. - Laat de leerling bij leesvakken samenwerken met andere. - Geef hulp zoveel mogelijk op school, onder schooltijd, passend bij het schoolprogramma en inzet van de orthopedagoog of de remedial teacher van school. - Overleg regelmatig met alle betrokkenen over de hulp (ouders, leerkracht en hulpverleners.)
Dyslexie? Tenminste een leerling in elke klas heeft wel last van dyslexie. En gemiddeld twee andere klasgenootjes hebben ernstige lees- of schrijfproblemen. Je bent dus geen uitzondering omdat je dyslexie hebt. En wees gerust: je lees- of schrijfprobleem zeggen al helemaal niets over je intelligentie. De grootste geleerden, zoals Leonardo de Vinci en Albert Einsten hadden dyslexie. De ervaring leert dat een kind met dyslexie het werken met computerhulpmiddelen snel onder de knie krijgt en dan zichtbaar beter gaat presteren. De omslag die dit teweeg brengt verloopt volgens het volgende patroon. 1. Van afhankelijkheid naar zelfredzaamheid (autonomiebeleving). Het kind voelt zich zelfstandiger en minder afhankelijk van zijn vriendjes, medeleerlingen, ouders of leerkrachten. Hij krijgt met dyslexie-ICT eindelijk de kans om zijn werkelijke capaciteiten te tonen. 2. Van frustratie naar motivatie. Het kind ervaart minder faalangst, het dyslexie-ICT hulpmiddel geeft onmiddellijk feedback. Hij kan teksten lezen boven het niveau van zijn leesvaardigheid, passend bij zijn leeftijd en intelligentie. Het lezen wordt daardoor leuk en interessant. Dit werkt sterk motivatieverhogend. 3. Van onderpresteren naar optimale benutting van de leercapaciteit (competentiebeleving). Moderne dyslexie-ICT hulpmiddelen vormen een brug tussen de capaciteiten van het kind en de beperkingen door de dyslexie. De leerling ontwikkelt een kritischer houding en krijgt beter zicht op wat hij echt beheerst. Hij kan zijn sterke kanten leren benutten en maximaal studierendement behalen binnen de gegeven beperkingen. Een kind met dyslexie heeft het vaak moeilijk. Zijn kans om te blijven zitten of voortijdig af te haken is dertien maal groter dan van klasgenootjes. Gemiddeld blijft een op de drie kinderen met dyslexie eenmaal zitten op de basisschool en eenmaal in het voortgezet onderwijs, terwijl dit op grond van zijn verstandelijke capaciteiten eigenlijk niet nodig is. De emotionele en sociaal-economische kosten daarvan zijn enorm. De aanschaf van dyslexie-ICT hulpmiddelen is een wijze investering in de toekomst van het kind. Daarmee kan het laten zien wat het werkelijk in zijn mars heeft. 'Dyslexie is een ernstige stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of het spellen op woordniveau.' Bron: Stichting Dyslexie Nederland
De schrijfwijze van het woord dyslexie is al lastig, je ziet het ook vaak geschreven als: dyslectie, dislexie, dysleksie, dislectie en disleksie. 'Dyslectici hebben, zelfs als zij extra hulp krijgen, moeite met foutloos en vlot leren lezen en spellen. Ook hebben mensen en kinderen met dyslexie moeite met het leren lezen en spellen in de moderne vreemde talen. Dyslexie is onafhankelijk van intelligentie; dyslexie komt ook voor bij normale of zelfs hoge intelligentie. Kinderen met dyslexie blijven wat betreft schoolprestaties ver achter bij het gemiddelde niveau. Dit ondanks inzet en ijver, met alle gevolgen van dien in de persoonlijke, gezins en maatschappelijke sfeer.' Bron: Stichting Dyslexie Fonds
Remediëren en compenseren gaan hand in hand. Het doel van remediëren is het lees- en spellingniveau, met hulp van de remedial teacher, op een zo hoog mogelijk niveau te brengen. Het doel van het inzetten van compenserende hulpmiddelen (dyslexie software, ReadingPen, Daisy speler) is het verminderen van de belemmeringen die door de leeshandicap worden ervaren. Bij elk vak en elke leermethode zal lezen en leren beter gaan. Dat geeft zelfvertrouwen. Met deze hulpmiddelen krijgt het kind bovendien toegang tot informatie die anders niet of moeilijk toegankelijk is. Dit bevordert zelfstandigheid en een actieve deelname aan de kennismaatschappij. Het stelt hem ook beter in staat zijn studie vol te houden. Volgens de geleerden is dyslexie een verzamelnaam van diverse lees gerelateerde problemen. Meer dan 15% van de bevolking heeft er last van en het komt bij mannen 2 keer zo vaak voor als bij vrouwen. Zowat iedere volwassene met dyslexie heeft geen prettige schooltijd gehad. Ze kregen leesachterstand en konden de lesstof niet goed volgen. Daar werden ze dan ook vaak voor gestraft, omdat de leerkracht dacht dat hij/zij zijn/haar best niet deed. En dit terwijl een kind met dyslexie gewoon minimaal 2x zo hard moet werken voor hetzelfde resultaat als iemand zonder dyslexie. Dyslexie heeft niets te maken met intelligentie, behalve dan dat mensen met dyslexie over het algemeen intelligenter zijn dan blijkt uit hun lees en schrijf vaardigheden. Beroemdheden met dyslexie zijn o.a. Albert Einstein, Sir Winston Churchill, Leonardo da Vinci, Cher en Tom Cruise. Wat men in ieder geval niet moet doen! - hopen dat dyslexie door behandeling overgaat - het kind altijd 'normaal' laten meedoen - het kind met technisch (groeps)-lezen normaal indelen - meervoudige, complexe, lees- en schrijftaken altijd zonder meer aanbieden - ongeduldig worden als een dyslecticus makkelijke woordjes niet goed schrijft of foutjes leest

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.