Spieren

welke onderwerpen ik in mijn spreekbeurt heb: 1.wat zijn spieren
2.de opbouw van een spier
3.wat doen spieren
4.blessures wat zijn spieren Een marionet is een pop aan touwtjes.Als je aan de touwtjes trekt, beweegt hij. Laat je alle touwtjes los, dan zakt de pop als een plumpudding in elkaar. Je eigen lijf bestaat uit een heleboel botten en botjes, het skelet. Om al die botten en botjes met elkaar te verbinden en te kunnen bewegen, heb je spieren nodig: skeletspieren. Spieren zitten bijna overal in je lichaam. Zij vormen veertig procent van je lichaamsgewicht. Maar spieren maken niet alleen beweging van je botten mogelijk. Spieren, soms hele kleine, zitten bijvoorbeeld ook in je maag en darmwand.Je longen hebben spieren om in en uit te ademen. Je hart is de grootste spiermassa van je lichaam. Je blaas bestaat uit spierweefsel. en of je het gelooft of niet, elk haartje op je lichaam heeft een heel klein spiertje. dat merk je als je kippenvel krijgt. Het spiertje van elk haartje trekt dan samen. De meeste spieren zijn niet gemakkelijk te ontdekken bij jezelf. Een aantal spieren zit vlak onder je huid en kun je soms zien of voelen. Zoals sommige skeletspieren, de spiertjes van je gezicht en de kringspieren b.v. rond je mond en rond je ogen. de opbouw van een spier vezels: Een spier bestaat uit spiervezels.Vezels lijken net draadjes.Als je bij een gebraden kippepootje de punt van een mes erin zet, kun je het vlees en de spier uit elkaar trekken tot vezels.Je kunt vezels ook goed zien bij gebraden runderlapjes. Een spiervezel kan soms wel 12 cm lang zijn.Elke spiervezel kan zich samentrekken.Een heleboel spiervezels bij elkaar vormen een spierbundel. Daar zit een dun weefsel omheen om de vezels bij elkaar te houden. Dit heet bindweefsel. Veel spierbundels samen zijn de eigenlijke spier. Een spier heeft ook weer een omhulsel van bindweefsel. Dat heet de spierschede. Tussen die spierbundels en spiervezels lopen bloedvaatjes en zenuwen. Door de bloedvaatjes krijgt de spier zijn voeding. Via de zenuwen krijgt hij een seintje om samen te trekken. pezen: Skeletspieren zitten vast aan het bot. De spierschede loopt aan het einde van de spier uit in een heel taai stevig weefsel: de pees. De pees hecht de spier vast aan het bot. Een spier heeft soms meerdere pezen. Daarmee zit de spier goed vast aan het bot, want een spier wordt zo af en toe stevig belast. Een pees is soms kort, dat voel je in het kuiltje aan de binnenkant van je elleboog. Maar een pees kan ook heel lang zijn. Een pees kan niet samentrekken en er lopen ook geen bloedvaten doorheen. Daarom ziet een pees er zo bleek uit. Pezen kun je bij jezelf goed voelen. Voel maar aan de buitenkant van je hand als je je vingers beweegt. In je handen en je voeten beweegt het precies hetzelfde. Daar lopen ook allerlei pezen naar je tenen. mimiek: Sommige spieren zitten aan één kant vast van het bot en aan de andere kant aan de huid. Deze spieren vind je veel in je gezicht. Met behulp van die spieren kun je vrolijk of lelijk kijken, verbaast kijken of huilen. Dat heet gezichtsuitdrukking of mimiek. De spieren heten mimische spieren. Dieren hebben geen mimische spieren, want je hebt vast nog nooit een konijn zien lachen of huilen, maar ze hebben weer hele fijne spiertjes in hun neus en oren, waar ze bewegingen mee kunnen maken die jij nooit zal kunnen nadoen.
Wat doen spieren Beschermen en afsluiten: Skeletspieren maken bewegingen van je botten mogelijk. Maar spieren kunnen nog meer taken hebben. Ze kunnen je beschermen of vormen een stevige afsluiting. Zo'n stevige afsluiting is b.v. je buik. De buikspieren zorgen ervoor dat de inhoud van je buik niet naar buiten rolt. Ze zorgen er ook voor dat je buik goed wordt beschermd tegen stoten van buiten. Als je geen bilspieren zou hebben, zou het echt geen pretje zijn om op een stoel, een fietszadel of een paard te moeten zitten. En als je met je vuist hard op tafel slaat, vangen de spieren aan de zijkant van je hand de klap op. Kringspieren zijn spieren die in een rondje liggen, net als een ring. Zij sluiten vaak een holte af, zoals b.v. je mond, je maag en je blaas. Grote en kleine spieren: Spieren verschillen sterk in grootte. De ene spier is groter en sterker dan de ander. Elke spier heeft zijn eigen functie. Je nekspier b.v. zijn heel sterk, omdat ze je hoofd rechtop moeten houden. Beenspieren zijn ook heel sterk, net als buik en rugspieren. Omdat deze spieren groot en sterk zijn, kun je daar grote bewegingen mee maken. Kijk maar naar b.v. een houthakker. Met b.v. spieren in je hand en je vingers, kun je juist heel fijne bewegingen maken. Vaak voel je goed aan hoeveel kracht je op bepaalde spieren moet zetten om een bepaalde beweging te maken. Om te schrijven gebruik je een heleboel kleine spiertjes. Je weet ze zo te gebruiken dat de pen gemakkelijk en licht over het papier gaat. Een violist weet zijn vingers precies op de goede plaats van de snaar te zetten. Maar een hamer in je hand vraagt een heel andere inspanning van je spieren. Iedereen heeft evenveel: Je lichaam heeft een linker en een rechterkant die elkaars spiegelbeeld zijn. De meeste spieren heb je dubbel, omdat de rechterkant van je lichaam dezelfde spieren heeft als de linkerkant. Dat heet symmetrie. Ieder mens heeft honderden spieren. Van de skeletspieren alleen al hebben we meer dan 650. Soms hoor je zeggen dat vrouwen minder spieren hebben. Dat is niet waar. Ieder mens heeft evenveel spieren. Alleen zijn de spieren van vrouwen minder groot en sterk. Iemand die niet sterk is, heeft niet minder spieren. De sterkte van de spieren is voor ieder mens anders. Je hebt sterke en minder sterke mannen en vrouwen. Door training kun je je spieren sterker maken. Blessures: Sport kan blessures veroorzaken. Door een plotselinge beweging of draai kan een spier of pees scheuren. Dat doet veel pijn. Gelukkig geneest het meestal goed. Een blessure is b.v. een "tenniselleboog". Dat is een peesontsteking van de elleboog. Het komt vaak voor bij mensen die tennissen. Bij elke slag tegen de bal moeten zij veel kracht zetten met hun arm. De pees kan dan overbelast worden en gaat ontsteken. Veel sport en spierproblemen kun je voorkomen of verhelpen door te zorgen voor een goede doorbloeding van de spieren. Daarvoor bestaan allerlei smeersels. Massage, een rode lamp of een heet bad zijn ook goed voor de spieren. De doorbloeding neemt toe, de afvalstoffen worden afgevoerd en de spieren blijven soepel. mijn mening Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik thuis een boek over spieren zag staan en dat leek me een heel leuk onderwerp. Ik vond het een heel interessant onderwerp. Ik heb ervan geleerd dat je voorzichtig met je spieren moet zijn, want zelfs schrijven is slecht. Ik laat nog een paar plaatjes zien!