Computers

Computers Techniek

De computer is een elektronisch apparaat geschikt voor het automatisch verwerken van gegevens. Daartoe maakt het gebruik van twee soorten elektrische spanningen: hoog (voorgesteld door het cijfer 1) en laag (voorgesteld door het cijfer 0. Een reeks van deze nullen en enen achter elkaar wordt door het hart van de computer (de microprocessor, een geavanceerde chip) geïnterpreteerd als een bepaald getal, een opdracht of een uitkomst.
Programma's zijn in de computer doorgaans aanwezig in het werkgeheugen RAM.

Om te voorkomen dat de eruit resulterende gegevens verloren gaan, worden zij opgeslagen op een harde schijf, een beschrijfbare cd-rom of een floppydisk, of een magnetische band.

1. Geschiedenis

Hoewel reeds eerder enkele primitieve rekenmachines ontworpen waren, werden pas in 1833
het mechanisch tellen en het besturen door een programma, door Charles Babbage uitgevonden.. Indien Babbage de beschikking zou hebben gehad over elektromechanische of elektronische componenten, zou de uitvinding van de computer
meer dan 100 jaar eerder hebben plaatsgevonden.
In 1886 ontwierp en bouwde de Amerikaan Herman Hollerith de eerste machines
die mechanisch gegevens konden lezen uit geponste kaarten.
Zelf ontwierp hij samen met Schreyer een elektronische rekenmachine.
Parallel aan deze Europese ontwikkeling ving Howard Aiken in 1937 in de Verenigde Staten.
De bouw van zijn Automatic Sequence Controlled Calculator (MARK 1) aan.
In 1944 voltooide de elektromechanische computer (gewicht 35 ton)
Het laatste ontbrekende element, waarvoor John von Neumann in 1945 de theoretische grondslag legde, werd gerealiseerd in Engeland in 1949 gebouwde EDSAC, welke de eerste intern geprogrammeerde elektronische rekenmachine ter wereld is.

2. Computertechniek

Iedere computer bestaat uit een aantal eenheden (units), die ieder een deel van het werk verrichten, maar samen één technisch systeem vormen, dat bestuurd wordt door één centraal orgaan, steeds de centrale verwerkingseenheid (CPU) genoemd. De andere organen zijn bestemd voor invoer, uitvoer of tijdelijke bewaring van de informatie. Zij kunnen eventueel op grote afstand van de centrale verwerkingseenheid zijn geplaatst (teleprocessing), zelfs in draadloze verbinding per telecommunicatiesatelliet.


3. Het nut van de computer

Wat kun je ermee?
-teksten verwerken -tekenen
-spelletjes -je kunt dingen opslaan
-je kunt er spelletjes op zetten. -communiceren met andere mensen.

Wat kun je er niet mee. - computer kan niet denken
- computer doet niks uit zich zelf
- Moet worden aangestuurd zoals software.

Voordelen - dingen gaan sneller
- als er de goede hard- en software word gebruikt,
die op elkaar zijn afgestemd handiger zo gaat het beter,
en je kunt werkstukken netter maken.

Nadelen - Het heeft geen zin als je een snel spel en een langzame
- Computer gebruikt, doordat de computer moet worden aangestuurd door de software.
4. De relatie met het milieu

Is het schadelijk? ja


Metalen van de computer kunnen milieubelastend zijn.
De straling van het beeldscherm kan schadelijk zijn.
Heeft het voordelen voor het milieu?
Licht er aan hoe het wordt toegepast.
Is niet van zichzelf milieu vriendelijk.

5. De relatie met de samenleving

Heeft het gevolgen voor de manier,
Waarop mensen met elkaar omgaan? ja

Sociaal leven is anders geworden.
Omdat mensen via internet
e-mail versturen en chatten via msn.

Heeft het gevolgen voor de werkgelegenheid ja

Het werken gaat sneller.
Alles wordt netter,
dan je ‘t met de hand doet

6 De financiën

Is het wel de moeite waard? Het is zeker de moeite waard, Omdat
Je veel met de computer kan doen.

Is het niet te duur in verhouding tot het nut er van. Nee de koopprijs en de stroom zijn niet duur tot in verhouding van het nut.
En veel mensen zitten dagelijks achter de computer. Dus is het niet duur.


Techniek

Voorstuk. Inleiding wat ‘t is.
- de geschiedenis. Hoe ging het vroeger
- de werking. Hoe zit het technisch in elkaar
- het nut. Wat kun je ermee, wat niet
Wat zijn de voordelen en wat de nadelen.
- de relatie met het milieu. Is het schadelijk? Heeft het voordelen voor het milieu.
- de relatie met de samenleving. Heeft het gevolgen voor de manier,
waarop mensen met elkaar omgaan?
Heeft het gevolgen voor de werkgelegenheid
- de financiën. Is het wel de moeite waard? Is het niet te duur in verhouding tot het nut er van.