Willem Frederik Hermans

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Scriptie door een scholier
  • 5e klas vwo | 7966 woorden
  • 10 juli 2006
  • 19 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
19 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Voorwoord Mijn Nederlands scriptie gaat over Willem Frederik Hermans. Ik heb deze schrijver gekozen na aanleiding van het boek Au Pair. Het verhaal dat in dit boek wordt verteld vind ik realistisch en prachtig om te lezen. Het viel mij tijdens het lezen van de boeken voor deze scriptie op dat de boeken die ik gekozen heb allemaal erg negatief van aard zijn. Dit in tegenstelling tot Au Pair. Ondanks dit verschil heb ik toch besloten meerdere werken van hem te lezen voor mijn scriptie. Ik vond het lezen van de boeken meevallen. Dit kwam door de eenvoudige schrijfstijl van Hermans: het taalgebruik is eenvoudig en de zinnen zijn kort. Het maken van de scriptie zelf heeft mij geen problemen opgeleverd. Alleen duurde het wel langer dan ik verwacht had. Als ik zo terug kijk op deze opdracht vind ik dat ik veel heb geleerd over het analyseren van boeken en het verwerken van de gegevens uit de analyse. Als laatste wil ik mijn begeleider, drs. J. Th. Sormani, bedanken voor de hulp tijdens de keuze van de boeken en tijdens het maken van de scriptie. Ook wil ik mijn moeder bedanken voor het controleren van mijn scriptie Inleiding In deze scriptie behandel ik vier boeken die allen zijn geschreven door Willem Frederik Hermans. Twee van deze boeken zijn romans, de andere twee zijn novellen van hem. Voordat ik aan deze scriptie was begonnen had ik nog maar één boek van Willem Frederik Hermans gelezen: Au pair. Ik vond dit een goed boek met een mooi verhaal. Daarom heb ik ook besloten om mijn scriptie over Willem Frederik Hermans te schrijven. Voor deze scriptie heb ik gekozen voor de volgende boeken : Nooit meer slapen (roman, 1966), Een wonderkind of een total loss (novellen, 1967), Homme's hoest (novelle, 1980) en als laatste Ruisend gruis (roman, 1995). In het eerste hoofdstuk zal ik informatie geven over de schrijver en zijn werken. Daarna zal ik de vier boeken bespreken met behulp van onder andere de samenvatting, verhaaltechniek en de thematiek. Met de informatie die ik in deze besprekingen heb gevonden en de informatie over het leven van Willem Frederik Hermans ben ik tot de volgende vraagstelling gekomen: Op welke manieren uitte Willem Frederik Hermans zijn negatieve gevoelens over de mensheid via zijn boeken? Ik zal de boeken op volgorde van jaar van verschijning behandelen, maar eerst geef ik in het eerste hoofdstuk informatie over het leven en het werk van de schrijver.
1 Willem Frederik Hermans 1.1 Biografie Hermans volgde zijn middelbare schoolopleiding aan het “Barlaeus Gymnasium” te Amsterdam waar hij onder andere leerling was van de lerares Nederlands juffrouw Maregi Lubbers. Hermans studeerde op aandringen van zijn vader vanaf september 1940 sociale geografie in Amsterdam aan de Gemeentelijke Universiteit, maar stapte in 1941 over op fysische geografie. In 1953 werd hij benoemd aan de Rijksuniversiteit Groningen, aanvankelijk als assistent en later als lector in de fysische geografie. Hermans promoveerde cum laude in 1955 aan de GU op het proefschrift “Description et genèse des dépôts meubles de surface et du relief de l'Oesling”, over aardlagen in een gebied in Luxemburg. In Groningen werd Hermans naar eigen zeggen door zijn vakgroep voortdurend tegengewerkt. Hij kreeg niet het laboratorium waarom hij vroeg, mocht jarenlang alleen aan eerstejaars studenten college geven en kreeg geen gelegenheid tot het doen van veldonderzoek. Zijn tegenstanders meenden dat hij te weinig op het instituut verscheen, en zijn colleges onvoldoende voorbereidde of bewust verstek liet gaan. Na beschuldigingen, van onder meer het toenmalig Tweede-Kamerlid en de latere minister Jan de Koning, dat Hermans al zijn tijd aan schrijven besteedde en daardoor niet aan zijn eigenlijke leeropdracht zou toekomen, werd een commissie ingesteld om deze kwestie te onderzoeken. Het onderzoek pleitte Hermans grotendeels vrij. Voor Hermans was de maat echter vol. Per 1 september 1973 nam hij ontslag. Het werd hem eervol verleend. Hermans vestigde zich als fulltime schrijver in Parijs. In “Onder professoren”, een ternauwernood verhulde sleutelroman, nam hij wraak op zijn oude tegenstanders en het milieu dat hem had uitgestoten. Hermans werkte na de Tweede Wereldoorlog mee aan verschillende literaire tijdschriften, onder meer aan “Podium”. Hij trouwde op 4 juli 1950 met Emmy Meurs met wie hij in 1955 een zoon kreeg (Ruprecht). In 1952 werd hij vervolgd, wegens een passage in “Ik heb altijd gelijk”, die beledigend zou zijn voor het Rooms-katholieke volksdeel. Er volgde echter vrijspraak. Eind jaren zestig koos Hermans partij tegen Renate Rubinstein en Aad Nuis in de affaire rond Friedrich Weinreb. In 1971 werd aan Hermans de P.C. Hooftprijs toegekend, die hij weigerde. Toenmalig minister van het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk, P.J. Engels, zou in zijn eerste brief (22 december 1972) aan Hermans een tikfout hebben laten staan: in plaats van Fl 8.000,- zou Hermans Fl 18.000 tegemoet mogen zien. In een excuusbrief werd dit hersteld. Hermans schreef terug: 'Men kan nauwelijks verwachten dat een schrijver zich bijzonder vereerd zal voelen wanneer hij bekroond wordt door een minister wiens handtekening van de ene dag op de andere 10.000 gulden in waarde daalt.' Daarnaast werd Hermans bekend doordat hij de filosoof Ludwig Wittgenstein bij het publiek introduceerde; hij vertaalde diens Tractatus Logico-Philosophicus. In 1977 werd hem in Brussel uit handen van de Belgische koning Boudewijn de Prijs der Nederlandse letteren uitgereikt. Hermans zag dit als de belangrijkste en meest eervolle bekroning van zijn werk. Vooral omdat dit ook een blijk van waardering was in zijn geliefde België. Als kenner en liefhebber van de Franse taal en cultuur voelde hij zich in het bourgondische België altijd erg thuis. In de omgang was Hermans doorgaans niet gemakkelijk. De titel van een van zijn romans “Ik heb altijd gelijk” is ook op hem persoonlijk van toepassing. Zijn tegenstanders boorde hij op onaangename (maar zeer rake en voor toeschouwers vermakelijke) wijze de grond in. Met uitgever Geert van Oorschot heeft hij decennialang een vinnige vete over relatief kleine geldbedragen onderhouden en drie rechtszaken uitgevochten. Toch kon Hermans in zijn persoonlijk leven ook heel hartelijk zijn. Tot zijn vrienden behoorden onder meer de schilder Carel Willink, de actrice Sylvia Kristel, en de schrijver Freddy de Vree. Zijn werk bestaat uit romans, korte verhalen, essays en filosofisch en wetenschappelijk werk. Daarnaast geniet hij enige bekendheid als fotograaf en maker van collages. Hermans overleed in het voorjaar van 1995 in het Utrechtse Academisch Ziekenhuis. Op 1 mei is hij in dezelfde stad op Daelwijck gecremeerd. Op 27 april 2005, 10 jaar nadat hij overleed, werd de website van het Willem Frederik Hermans instituut geopend. Op 4 november 2005 werd deel 1 van de Volledige Werken in de Amsterdamse Nieuwe Kerk aangeboden aan Willem-Alexander. De Volledige Werken (zie: http://www.wfhermansvolledigewerken.nl) worden verzorgd door het Huygens Instituut te Den Haag. Volgens plan zal in 2007 of 2008 de wetenschappelijke biografie door Willem Otterspeer verschijnen. Ook in de media werd er in 2005 weer aandacht aan de schrijver besteed, volgens veel neerlandici de grootste Nederlandse schrijver van de twintigste eeuw. 1.2 Bibliografie • Kussen door een rag van woorden (gedichten, 1944) • Horror coeli (gedichten, 1946) • Conserve (roman, 1947) • Moedwil en misverstand (verhalen, 1948) • Hypnodrome (gedichten, 1948) • De tranen der acacia's (roman, 1949) • Fenomenologie van de pin-up girl (essay, 1950) • Ik heb altijd gelijk (roman, 1951) • Het behouden huis (novelle, 1952) • Paranoia (novellen, 1953) • De God Denkbaar, Denkbaar de God (roman, 1956) • Een landingspoging op Newfoundland en andere verhalen (verhalen, 1957) • Drie melodrama's (verhalen, 1957) • De donkere kamer van Damocles (roman, 1958) • Erosie (non-fictie, 1960) - wetenschappelijk werk • Drie drama's (toneel, 1962) • De woeste wandeling (filmscenario, 1962) • Mandarijnen op Zwavelzuur (essays, 1964) • Het sadistische universum (polemische stukken, 1964) • Nooit meer slapen (roman, 1966) • Wittgenstein in de mode (essay, 1967) • Een wonderkind of een total loss (novellen, 1967) • Overgebleven gedichten (gedichten, 1968) • Fotobiografie (autobiografie, 1969) • De laatste resten tropisch Nederland (reisverhaal, 1969) • Hollywood (reisverhaal, 1970) • Herinneringen van een Engelbewaarder (roman, 1971) • King Kong, gevolgd door wat Nederland niet op de televisie mocht zien ( televisiespel, 1972) Houten leeuwen en leeuwen van goud (essays, 1979) • Ik draag geen helm met vederbos (essays, 1979) • Scheppend Nihilisme (non-fictie, 1979) - interviews, bijeengebracht door Frans Janssen • Filip's sonatine (novelle, 1980) • Homme's hoest (novelle, 1980) • Dood en weggeraakt (novelle, 1980) • Uit talloos veel miljoenen (roman, 1981) • Geyerstein's dynamieknovelle (novelle, 1982) • Mandarijnen op Zwavelzuur. Supplement (essays, 1983) • Klaas kwam niet (essays, 1983) • Waarom schrijven (verhaal, 1983) • De zegelring (novelle, 1984) • De liefde tussen mens en kat (essay, 1985) • Koning Eenoog (fotoboek, 1986) • Een heilige van de horlogerie (roman, 1987) • Door gevaarlijke gekken omringd (columns, 1988) • Au pair (roman, 1989) • De schrijfmachine mijmert gekkepraat, geschiedenis van de schrijfmachine (non-fictie, 1989) • Wittgenstein (essays, 1990) • Naar Magnitogorsk (novelle, 1990) • Vincent literator (essays, 1990) • De laatste roker (verhalen, 1991) • De aardappel van de dood (lezing, 1993) • In de mist van het schimmenrijk. Fragmenten uit het oorlogsdagboek van Karel R. (novelle, 1993) - Boekenweekgeschenk • Slechte kritieken gaan nooit verloren, goede ook niet, sinds kort (essay, 1993) • Madelon in de mist van het schimmenrijk (novelle, 1994) • Een foto uit eigen doos (non-fictie, 1994) - autobiografische foto's • Malle Hugo. Vermaningen en beschouwingen (essays, 1994) • Ruisend gruis (roman, 1995) • Tuin in Brussel (gedichten, 1996) 2 Nooit meer slapen 2.1 Zakelijke gegevens Schrijver: Willem Frederik Hermans
Titel: Nooit meer slapen
Uitgave: Kroonlijsters, Wolters-Noordhoff, Groningen, 15e druk, oorspronkelijke druk 1966
Genre: Proza
Subgenre: Wetenschappelijke roman 2.2 Eerste reactie Dit is het eerste boek voor deze scriptie dat ik heb gelezen. Ik vond dit een leuk boek dat goed te lezen is. De verhaallijn is mooi en de gebeurtenissen zijn goed beschreven. Ik heb voor dit boek in mijn scriptie gekozen omdat dit boek een overduidelijke overeenkomst heeft met Hermans´s eigen leven. Het hele boek draait om de hoofdpersoon dat als Nederlandse geoloog door het leven gaat. 2.3 Samenvatting De hoofdpersoon, Alfred Issendorf, is 25 jaar oud, geoloog en gaat op expeditie met zijn Noorse vriend Arne en twee andere Noorse geologen. De expeditie gaat door Finnmarken in het uiterste noorden van Noorwegen. Alfred wil een stelling van zijn hoogleraar bewijzen en hoopt op deze manier beroemd te worden. Hij wil namelijk zijn vader rehabiliteren, die bij een expeditie van biologen verongelukt is. De hypothese gaat over het ontstaan van grote ronde gaten in de aardbodem, die ontstaan zijn door de inslag van meteorieten. Hij heeft luchtfoto's van het betreffende gebied nodig en hoopt deze van de Noorse professor Ornulf Nummedal te krijgen. Deze man is een collega en rivaal van Sibbelee. Sibbelee heeft Alfred per brief bij Nummedal geïntroduceerd, die zijn medewerking heeft toegezegd. Bij aankomst van Alfred in Oslo zegt Nummedal dat de luchtfoto's niet op zijn instituut aanwezig zijn. Hij verwijst Alfred naar de geologische dienst in Drontheim, maar ook daar blijken ze onvindbaar. Zonder luchtfoto's gaat Alfred nu met Arne, Mikkelsen en Qvigstad op weg. Door gebrek aan training kan hij ondanks uiterste krachtsinspanningen nauwelijks meekomen. De tocht wordt een ware marteling voor hem, ook al omdat hij 's nachts geen oog dichtdoet. Onderweg ontdekt hij, dat Mikkelsen de luchtfoto's die hij mist, in zijn bezit heeft. Nu verdenkt hij Nummedal ervan Mikkelsen en Qvigstad te hebben uitgezonden om hem voor te zijn. Hij mag van Mikkelsen de luchtfoto's bestuderen, maar er blijkt niets op te staan dat Sibbelee's theorie kan ondersteunen. Nu ziet Alfred in dat hij ten onrechte vertrouwen in Sibbelee heeft gehad en dat hij de luchtfoto's voordat hij naar Noorwegen afreisde, had moeten bestuderen. Qvigstad en Mikkelsen gaan nu op eigen gelegenheid verder. Later raakt Alfred door een vergissing van zijn kant ook Arne kwijt. Dagen later vindt hij hem terug, gedood door een val van een rots. Alfred geeft nu zijn pogingen op en keert terug. Onderweg ziet hij een lichtschijnsel en hoort een harde klap. In het vliegtuig naar Nederland leest hij in een krant, dat er waarschijnlijk een meteoriet ingeslagen is. Thuis krijgt hij van zijn moeder een stel manchetknopen, gemaakt van een doorgezaagd meteorietsteentje. Hiermee eindigt het boek.
2.4 Verhaaltechniek Stijl
Dit boek is in een aantrekkelijke stijl geschreven. De gebeurtenissen en ook de gedachten van de hoofdpersoon worden ten alle tijden duidelijk beschreven. Het taalgebruik is goed te begrijpen. Maar ik vind dat de schrijver te vaak nutteloze details vermeldt die het lezen bemoeilijken. Ruimte
Tijd
Het verhaal speelt zich af in vier maanden. Het verhaal begint met de aankomst van de hoofdpersoon in Noorwegen op 15 juni. Het jaartal is niet in het boek genoemd, maar ik kon wel afleiden dat het in de jaren zestig moet afspelen. In september diezelfde zomer eindigt het verhaal bij de hoofdpersoon thuis. Plaats
Het grootste gedeelte van het boek speelt zich af in Finnmarken (een plaats in het noorden van Noorwegen). Hier voert de hoofdpersoon onderzoek uit naar ronde gaten in de aardbodem. Het andere deel van het verhaal speelt zich af thuis bij de hoofdpersoon in Nederland. Personages
Hoofdpersonages • Alfred Issendorf: Hij is erg eerzuchtig en heeft last van faalangst. Hij is 25 jaar oud en heeft de studie geologie gevolgd op aanraden van zijn moeder om carrière te maken. Ook wil hij via deze studie zichzelf losmaken van de nare herinneringen die hij aan zijn vader heeft. Zijn vader is namelijk dodelijk verongelukt tijdens een expeditie. Alfred´s vader was namelijk ook geoloog. Gelukkig kan Alfred na de mislukte expeditie goed relativeren en komt tot de conclusie dat hij niet geschikt is voor het geologenvak. Hij is dus tot inkeer gekomen en hij is dus een ´round character´ Bijpersonages • Arne: Hij is de beste vriend van Alfred. Hij is net als alle andere bijpersonages sterker dan de hoofdpersoon. Dit moet de hoofdpersoon zwakker doen voorkomen. Alfred ontmoet Arne als eerste en heeft een sympathie voor hem. Maar Arne is op bijna alle fronten beter dan Alfred: hij kan beter tekenen en hij is beter voorbereid op de expeditie. Als Alfred en Arne de andere reizigers (Mikkelsen en Qvigstad) kwijt raken, blijven Alfred en Arne met zijn tweeën achter. Zij raken elkaar ook kwijt en later vindt Alfred Arne dood terug. Uit Arne´s aantekeningen wordt Alfred duidelijk dat Arne respect had voor Alfred, omdat hij zich niet laat kennen bij tegenslagen. Arne maakt ook een ontwikkeling door en is net als Alfred een `round character´. • Mikkelsen: Hij gaat samen met Alfred, Arne en Qvigstad op expeditie. Ook hij is sterker dan de hoofdpersoon. Mikkelsen heeft de foto´s bij zich waar Alfred lang naar op zoek was. Hij valt vooral op door zijn filosofische uitspraken en standpunten. Hij is een `flat character´ • Qvigstad: Hij gaat mee op de expeditie. Hij verdwijnt op een gegeven moment samen met Mikkelsen waardoor Alfred en Arne met zijn tweeën overblijven in het ruige landschap • Professor Nummedal: de professor waarmee Alfred in Noorwegen een afspraak heeft gemaakt. Hij is niet geschikt om Alfred te begeleiden, omdat hij blind is en een hekel heeft aan Sibbelee. Ook zou professor Nummedal, ook bij het slagen van zijn onderzoek, de resultaten kwijt raken. Zodat het onderzoek van Alfred geen nut heeft. Vertelwijze
Het hele verhaal wordt door de ogen van Alfred Issendorf verteld. Er is dus sprake van een ik-perspectief. De gedachten van de hoofdpersoon nemen in dit boek een belangrijke rol aan. Vooral de gedachten van de hoofdpersoon over de medereizigers (Mikkelsen, Arne en Qvigstad) zijn erg belangrijk voor de ontwikkeling van het verhaal. 2.5 Thematiek Thema
Het centrale thema in deze roman is `de eeuwige zoektocht van de mens naar zekerheid en orde in het leven´: de hoofdpersoon wil zichzelf bewijzen voor zijn moeder door een stelling van zijn hoogleraar te onderzoeken. Hij doet dit mede om de herinneringen aan zijn vader te vergeten. Een tweede thema wat een grote rol speelt in dit boek is: mislukking. Doordat de hoofdpersoon zichzelf wil bewijzen en voor honderd procent voor het slagen van het onderzoek gaat, gaan er dingen fout die later fataal blijken te zijn. Een voorbeeld hiervan: Alfred en Arne raken elkaar kwijt. Als Alfred Arne later terug vindt blijkt Arne dood te zijn. Het laatste thema wat ook van belang is in dit boek is, is miscommunicatie. Alfred trekt conclusies over zijn medereizigers die niet blijken te kloppen. Door deze gedachten wordt Alfred achterdochtig en mislukt het hele onderzoek. Titelverklaring
De titel is namelijk afgeleid van de dood van Arne. Arne is Alfred´s beste vriend. De dood stelt hier de eeuwige slaap voor. Nog een andere titelverklaring is dat Alfred erg achterdochtig is. Hij zal dus altijd een oogje in het zeil houden en andere mensen snel wantrouwen.
2.6 Beoordeling Ik vind dit een mooi boek. Het achterliggende verhaal is erg goed. Het lijkt mij aannemelijk, met oog op de thema´s, dat dit een roman is met een moraal. Mensen moeten iets leren van het lezen van dit boek. De beschrijving van de gebeurtenissen in het boek is goed, maar soms te gedetailleerd waardoor ik de aandacht verloor. De ontknoping is redelijk traumatisch, maar toch krijg je het idee dat de hoofdpersoon geleerd heeft van de gebeurtenissen. Creëren 2.7 Vraagstelling Op welke manieren uitte Willem Frederik Hermans zijn negatieve gevoelens over de mensheid via zijn boeken? • Hermans maakt in ‘ Nooit meer slapen’ gebruik van de personages om zijn negatieve gevoelens over de mensheid weer te geven. Hij geeft de hoofdpersoon eigenschappen die minder ‘goed’ zijn dan die van de bijpersonages. Hierdoor lijkt het alsof de hoofdpersoon slechter is dan de rest en minder goed dingen kan doen. Hoewel de hoofdpersoon in dit boek er zeer van overtuigd is zijn expeditie te volbrengen, gaat het hem niet lukken. Alles wat er maar mis kan gaan, gaat ook mis. Hierdoor wil de schrijver een chaos creëren die dan, volgens hem, door de mensheid is veroorzaakt. Om het effect van deze negativiteit via de personages te versterken, geeft de schrijver details van beslissingen van de hoofdpersoon die een slecht resultaat tot gevolg hebben. Hierdoor lijkt het alsof de hoofdpersoon het nog slechter doet dan het al lijkt. • Miscommunicatie tussen de personages leidt ook tot chaos. Dit past goed bij het centrale thema van `Nooit meer slapen´: `de eeuwige zoektocht van de mens naar zekerheid en orde in het leven´Doordat de personages een uiterst slechte communicatie met elkaar hebben, gaan ze elkaar onderling van verkeerde zaken verdenken. Hierdoor gaan de personages negatief over elkaar denken en gaan dingen fout. • Het einde van het boek is negatief. Doordat het hoofddoel van de hoofdpersoon in het boek niet gerealiseerd wordt, blijft er een nare `nasmaak´ van het boek achter. Als een logisch gevolg ga je dan ook negatiever denken over de hoofdpersoon. Met een positief einde van het boek kijk je toch positiever terug op de personages en dus indirect over de mensheid. 3 Een wonderkind of een total loss 3.1 Zakelijke gegevens Schrijver: Willem Frederik Hermans
Titel: Een wonderkind of een total loss
Uitgave: De Bezige Bij, Amsterdam, 11e druk 1993, oorspronkelijke druk 1967
Genre: Novelle
Subgenre: niet van toepassing 3.2 Eerste reactie Ik heb dit boek gekozen, omdat het een van de eerste novelles is die Willem Frederik Hermans heeft geschreven. Ook heb ik dit boek gekozen om een goed antwoord te vinden op mijn vraagstelling: Op welke manieren uitte Willem Frederik Hermans zijn negatieve gevoelens over de mensheid via zijn boeken? Ik vond het een simpel verhaal wat makkelijk leest. De vele dialogen maken het verhaal toch interessant. Al hangt er een erg negatieve sluier over het hele verhaal. Dit vind ik erg jammer, maar het is wel in de trant van Hermans. 3.3 Samenvatting Sofia brengt na drie jaar een bezoek aan haar zusje Loekie en haar man Alex. Alex is Sofia’s ex-minnaar. De relatie tussen Sofia en Alex liep op de klippen toen Loekie haar zoontje Roderik kreeg. Loekie en Alex wonen nu in het ouderlijk huis van Sofia en Loekie. Bij aankomst bij het huis valt Sofia al op dat er niemand naar buiten komt om haar te begroeten. Ook is het huis erg verwaarloosd. De ontmoeting met Loekie en Alex is erg demotiverend voor Sofia. Tevens worden de cadeaus die Sofia had meegenomen, kapot gemaakt door het zoontje Roderik. Het wordt allemaal nog erger als ze met zijn allen een rit gaan maken in de nieuwe bolide van Sofia. Ook deze rondrit loopt voor Sofia slecht af: ze krijgt een bekeuring, waarbij Alex de agent helpt. Ondanks alle negatieve dingen die gebeurd zijn, wil Sofia nog een dag blijven. Daarom blijft ze logeren bij hen. De volgende dag is Loekie even weg en blijven Sofia en Alex alleen achter met Roderik. In het gesprek tussen Sofia en Alex vertelt Alex dat hij Sofia nog steeds graag ziet. Ook voelt hij no wat voor Sofia. Maar hij zegt er ook bij dat hij niet zonder Roderik kan. Een half uur later lijkt het gesprek, dat steeds intiemer wordt, zijn climax te naderen, maar ook dit wordt wreed verstoord door Roderik. Als Sofia dan vervolgens achter Roderik aan gaat, ziet ze dat haar auto bekrast is. Er is namelijk het woord `kut´ ingekrast door Roderik. Nu wordt het Sofia allemaal te veel: ze pakt zo snel mogelijk al haar spullen en gaat zonder afscheid te nemen weg. Onderweg wordt ze dan nog een keer bekeurt door, hoe kan het ook anders, dezelfde agent. Hij maakt een lacherige opmerking als hij de kreet op de auto leest.
3.4 Verhaaltechniek Stijl
Ik vind de stijl uiterst eenvoudig. Er worden korte zinnen gebruikt en de dialogen zijn kort. Er komen veel dialogen tussen de hoofdpersoon en een andere personage voor. Erg opvallend is ook dat het hele verhaal uiterst negatief is. Er gebeurt niets wat positief overkomt op de hoofdpersoon. Daarom vlucht de hoofdpersoon ook weg van de `plaats des onheils´ Al deze eigenschappen komen overeen met de definitie van een novelle: Een novelle is een fictionele prozatekst die wat de omvang betreft tussen de roman en het verhaal geplaatst wordt. Een novelle bezit een enkelvoudige structuur en een klein aantal personages die nauwelijks of geen ontwikkeling doormaken. Meestal omvat een novelle een kort tijdsbestek. Ruimte
Tijd
De vertelde tijd is twee dagen: de eerste dag waarop Sofia aankomt en de tweede dag waarop het gesprek met Alex plaats vindt en Sofia vlucht. Plaats
Het hele verhaal speelt zich af bij het huis van Alex en Loekie en de omgeving van het huis. Dit is het ouderlijk huis van Sofia en Loekie. Het huis heeft een zekere invloed op Sofia. Sofia vindt het huis en de tuin er erg verwaarloosd en slecht onderhouden uitzien. Dit versterkt de negatieve gevoelens van Sofia over Alex en Loekie in het algemeen. Waar deze plaats, waar het huis staat, in Nederland ligt wordt niet duidelijk uit het verhaal. Wel staat het huis in een erg rustige en dunbevolkte omgeving. Personages
Hoofdpersonages • Sofia: Sofia is de ik-figuur van het verhaal. Zij gaat bij haar zus Loekie en ex-minnaar Alex op bezoek. Sofia lijdt een rijk leven en heeft een mooie auto en een mooi appartement. Alleen ze heeft geen man of kamergenoot. Sofia realiseert zich pas aan het eind van het verhaal dat haar leven lang niet zo rooskleurig is als ze dacht. Voor haar harde werken krijgt ze slechts materiële zaken terug: het appartement en de auto. Maar het ontbreekt haar aan een gevoel van geluk. Sofia maakt desondanks geen ontwikkeling in het verhaal door en heeft beperkte eigenschappen. Zij is dus een `flat character´. • Alex: hij is de man van Loekie. Samen hebben zij hun zoon Roderik. Alex is de ex-minnaar van Sofia. Met Loekie woont hij in een vervallen huis ergens in onbewoonde plaats in Nederland. Hij reageert negatief op het bezoek van Sofia. Ook vertelt hij, op de tweede dag dat Sofia op bezoek is, dat hij nog wat voor Sofia voelt, maar dat hij zijn zoontje niet kan missen. Alex maakt totaal geen verandering door en is een `flat character´. • Loekie: zij is de zus van Sofia en de vrouw van Alex. Zij woont samen met Alex in het ouderlijk huis van Sofia en Loekie. Loekie ziet er onverzorgd uit en toont geen interesse voor Sofia. Loekie is ook, net als alle andere personages in het boek een `flat character´. • Roderik: zoontje van Loekie en Alex. Hij doet hele rare dingen als hij Sofia ziet, zoals heel hard schreeuwen, de cadeautjes van Sofia kapot maken en `kut´ in de bolide van Sofia krassen. De titel slaat op Roderik: `een wonderkind of een total loss?´. Is Roderik een wonderkind of toch een total loss. Ik denk dat Roderik een total loss is. Ook Roderik maakt totaal geen verandering door in het verhaal en is een `flat character´. Vertelwijze
Het is geschreven vanuit een ik-perspectief. Het ik-figuur is de verteller van het verhaal. Alle dialogen van Sofia (het ik-figuur) worden op een duidelijke en korte wijze weergegeven. Het lijkt wel of de schrijver hier gebruikt maakt van het motto: schoonheid is de kunst van het weglaten. Er komen ook weinig details voor in het verhaal. Dit staat in schril contrast met het boek `Nooit meer slapen´. Hierin komen veel details voor en worden de personages duidelijk uitgewerkt. 3.5 Thematiek Thema

Er zijn drie thema´s aanwezig in het verhaal: onvolmaakt leven, oude liefde en eenzaamheid. Het thema onvolmaakt leven komt tot uiting in de ik-figuur Sofia. Sofia heeft alle materiële zaken die zij zou willen, maar het ontbreekt haar toch nog aan iets. Namelijk de liefde van een man voor haar. Om dit tijdelijk te ervaren gaat ze op bezoek bij haar ex-minnaar Alex. Deze geeft aan nog wat voor haar te voelen. Maar hij kan dit niet, omdat hij een zoontje heeft. Het tweede thema is oude liefde. Sofia gaat op bezoek bij haar ex-minnaar Alex om de liefde van vroeger weer te ervaren. Ook wil zij dat de scheiding tussen hen niet meer zou bestaan. Alex is bij Sofia weggegaan toen Loekie een zoontje kreeg van Alex. Sofia is toen, voor haar gevoel, alleen achtergelaten en zag haar zus met haar vriend weglopen. Dit heeft heel wat trauma´s veroorzaakt. Het laatste thema in dit boek is eenzaamheid. Doordat Alex bij Sofia weg is gegaan bleef Sofia alleen achter. Om haar frustratie kwijt te raken is zij erg veel gaan werken. Hierdoor heeft ze materiële zaken teruggekregen. Maar ze realiseert zichzelf ook goed dat je nooit gelukkig kan worden van alleen maar materiële zaken. Om deze eenzaamheid tijdelijk op te lossen en weer liefde van een man voor haar te ervaren gaat ze op bezoek bij Alex en Loekie
Titelverklaring
De titel slaat op Roderik. Het is een retorische vraag waar de lezer zelf antwoord op moet vinden. Is Roderik door zijn gedrag een wonderkind of een total loss (compleet gestoord). Roderik vertoont uiterst raar gedrag, maar dit kun je ook zien als intelligent gedrag. 3.6 Beoordeling Een wonderkind of een total loss is een makkelijk te lezen boek: de zinnen en dialogen zijn kort, het taalgebruik is makkelijk en de gebeurtenissen simpel. Ik vind dat het boek minder aantrekkelijk wordt om te lezen, door de negatieve sfeer die er in het boek hangt. Met Sofia kan niets goed gaan. Je wordt bijna depressief als je dit boek leest. De thema´s geven het boek veel kracht. Het zijn thema´s die bijna iedereen wel eens zal ervaren. Je kunt jezelf dus makkelijk inleven in het boek. Het is een verhaal met een simpel en negatief karakter. Ondanks de thema´s zou ik dit boek niet aanraden om te lezen. 3.7 Vraagstelling Op welke manieren uitte Willem Frederik Hermans zijn negatieve gevoelens over de mensheid via zijn boeken? • In `Een wonderkind of een total loss´ uitte Hermans zijn negatieve gevoelens zich vooral via het genre van het boek. Het verhaal is namelijk een novelle. Een novelle is een fictionele prozatekst die wat de omvang betreft tussen de roman en het verhaal geplaatst wordt. Een novelle bezit een enkelvoudige structuur en een klein aantal personages die nauwelijks of geen ontwikkeling doormaken. Meestal omvat een novelle een kort tijdsbestek. Hermans heeft er goed aan gedaan voor de novelle te kiezen voor dit boek. Een novelle is erg geschikt als genre om de negativiteit ten opzichte van de mensheid weer te geven. De personages zijn namelijk allemaal `flat characters´. Geen enkel personage maakt dus een ontwikkeling door. Ook zijn de gebeurtenissen erg oppervlakkig. Hierdoor ontstaat er al snel een negatieve sfeer in het boek. • Ook in dit boek gebruikt Hermans dus de personages om zijn negatieve gevoelens over de mensheid weer te geven. Roderik is hiervan het beste voorbeeld. Hij gaat schreeuwen als hij Sofia ziet. Ook maakt hij haar cadeautjes kapot en krast op haar auto. Dit komt niet echt positief over op de lezer. Toch probeert Sofia zich staande te houden en blijft slapen. Maar de volgende dag wordt het haar echt te veel en vertrekt. • Hij maakt gebruik van een spanningsboog in de verhaallijn. Deze loopt naar mate de eerste dag vordert verder op, maar daalt sterk als Sofia blijft slapen. Maar de tweede dag is er sprake van een climax: de spanning stijgt weer, maar dit keer gaat Sofia ook echt weg. 4 Homme´s hoest 4.1 Zakelijke gegevens Schrijver: Willem Frederik Hermans
Titel: Homme´s hoest
Uitgave: Vier novellen, De Bezige Bij, Amsterdam, oorspronkelijke druk 1980
Genre: Novelle
Subgenre: niet van toepassing 4.2 Eerste reactie Dit boek heb ik gekozen, omdat ik met vier boeken een globale afspiegeling van Willem Frederik Hermans´s werk wil bestuderen. Ik was dus verplicht om een boek uit de jaren ´80 te lezen. Ik kwam in de bibliotheek toen deze verzameling van vier novellen van Hermans tegen. Deze verzameling bestond uit vier novellen uit de vroege jaren ´80. 4.3 Samenvatting Homme, die richting Turkije reed om daar zijn Jaguar E-type te verkopen, had een ongeluk aan de andere kant van de snelweg zien gebeuren en was daarom gestopt. Het was een `Rolls Royce´ van Engelse komaf. Homme zette zijn auto bijna tegen de rotswand en ging kijken bij de auto. Er kwam een Nederlandse vrouw uit de auto. Ze was meegelift met de Engelsman en ze was weer op weg naar Nederland. Ze heette Helena. Helena mocht bij Homme in de auto en ze gingen naar het eerstvolgende dorp om daar naar een politiebureau te gaan, maar dat hoefde van Helena niet. Ze waren daarom maar doorgereden richting Turkije en Homme wilde eigenlijk dat Helena niet meer mee reed, maar zij vond dit uiteraard geen goed idee en verleidde hem daarom maar een beetje en ze betaalde alles. Homme moest telkens hoesten in de auto nadat hij een sigaret had geroken. Dit vond Helena niet zo prettig en vroeg Homme op te houden met hoesten, maar dat lukte hem niet. Ze moesten in een hotel blijven slapen en dan zou hij morgen verder naar Istanbul rijden in zijn eentje. Maar aangezien hij geen geld meer had liet hij Helena meerijden, en zij bepaalde ook waar ze naar toe gingen. Zij wilde naar Troje en Homme wilde dit niet. Maar aangezien er op de kaart een goede snelweg aangegeven stond, zouden ze wel via Troje naar Istanbul rijden. Maar die goede snelweg veranderde als snel in een verwaarloosde weg met veel hobbels en gaten in het wegdek. Ze reden verder, maar de auto werd er niet beter op: de motor deed het niet goed meer en de snelheidsmeter ging ook nog eens kapot. Daarnaast kregen ze ook nog eens een lekke band, maar gelukkig had Homme een reservewiel bij zich. Bij het eerstvolgende dorpje of stadje zou Homme de auto naar een garage brengen. Ze kwamen in Izmir terecht en daar lieten ze de auto maken en dan zouden ze de volgende dag vroeg weer vertrekken als de auto gerepareerd was. De auto zou gerepareerd zijn rond 9 uur ‘s morgens en alles was gemaakt. Alleen zaten er nu een paar olievlekken op de bekleding. Inmiddels waren ze nu al in Troje geweest en gingen nu naar Antalya. Maar Homme moest nu echt naar Istanbul en hij wilde daar plankgas naar toe gaan. De lucht betrok en het landschap werd lelijk. Helena en Homme kregen een ruzietje. Helena wilde naar Italie en Homme wilde zo snel mogelijk zijn Jaguar verkopen. Het begon ineens heel hard te regenen en de ruitenwissers hadden geen nut meer. Dit kwam door de hevige regenval. Helena wilde dat Homme eens minder ging roken, want dan ging eindelijk zijn hoest over. Maar Homme had daar geen zin in. Opeens werd de auto van links naar rechts geslingerd door de oprukkende wind. De auto werd totaal onbestuurbaar en vloog in een afgrond en sloeg om tegen scherpe rotsen. Homme zat onder het bloed en Helena was ongedeerd. Ze probeerde uit de auto te klimmen en keek nog een keer naar het dode lichaam van Homme. Het regent nog steeds terwijl zij omhoog klauterde naar de weg. En daar kwam een `Rolls Royce´ aanrijden. De bestuurder bleek een Amerikaan te zijn die uit zijn auto kwam om haar in de auto te laten. De Amerikaan was op weg naar Troje en hij kwam Helena tegen. Dit moest wel een voorteken zijn, zei de Amerikaan.
4.4 Verhaaltechniek Stijl
Het boek is geschreven op een korte en duidelijke manier. Bijna alles is oppervlakkig beschreven. Hierdoor blijft het verhaal erg overzichtelijk, maar soms mis je details. Bijna alles is oppervlakkig beschreven. Alleen soms gaat de schrijver gedetailleerd op de omgeving in. Dit om de hoofdpersoon in zijn keuzes te kunnen ondersteunen. De dialogen zijn oppervlakkig en hebben weinig invloed op het verhaal. Ruimte
Tijd
Het verhaal speelt zich af van begin maart 1980 tot begin augustus hetzelfde jaar. Op dat moment is er nog communisme in Bulgarije en is de benzine nog erg duur. Plaats
Het verhaal speelt zich bijna helemaal af in de Jaguar van Homme. Hierin rijden Homme en Helena door Bulgarije en Turkije. Personages
Hoofdpersonages • Homme: In het begin van het verhaal zorgt Homme voor een lift voor Helena. Helena heeft namelijk een ongeluk gehad. In het begin is hij erg kortaf ten opzichte van Helena. Hij rookt en verdient zijn geld met het kopen van auto´s en weer duurder door te verkopen. Maar naar mate het eind nadert wordt hij steeds vriendelijker tegen Helena en gaat hij minder roken. Daarom is Homme een `round character´. • Helena: Helena maakt twee auto-ongelukken mee: één aan het begin van het verhaal met een Roll´s Royce en één aan het einde van het verhaal met Homme in de Jaguar. De laatste keer wordt ze gered door een Amerikaan in een Roll´s Royce. Helena is een erg intelligente vrouw: als ze met Homme bij de ruïnes in Troje gaat kijken weet zij er veel over te vertellen. Ook is Helena een aantrekkelijke vrouw, ze probeert namelijk Homme te verleiden. Helena is erg onbezorgd: ze maakt zich nergens druk over en denkt dat alles goed afloopt. Ondanks al deze eigenschappen maakt Helena geen ontwikkeling door in het verhaal en zij is een `flat character´. Vertelwijze
Het verhaal wordt verteld door een auctoriale verteller. Je beleeft het verhaal dus vanaf een afstandje. Doordat de schrijver niet te veel detail´s geeft blijft er veel ruimte over voor de lezer om zelf zaken bij het verhaal te verzinnen. Hierdoor krijgt het verhaal een soort extra dimensie. 4.5 Thematiek Thema
Het eerste thema is duidelijk: reizen. Samen maken Homme en Helena een lange autoreis van Bulgarije naar Turkije. Ze beleven vele avonturen en komen op nieuwe plaatsen. Het andere thema is iets minder aanwezig in het boek: geloven in jezelf. Het voorbeeldfiguur in dit verhaal van dit thema is natuurlijk Helena. Zij gelooft dat alles goed komt en haar niks kan gebeuren. Ondanks dat ze twee aanrijdingen krijgt komt alles goed en is haar niks ernstigs overkomen. Homme gelooft niet zo erg in zichzelf en twijfelt aan veel zaken. Daarom krijgt hij een ongeluk en zal sterven aan de gevolgen van het ongeluk
Titelverklaring

De titel slaat op de hoest die Homme steeds in de auto heeft. Helena stoort zich hier enorm aan en verbiedt Homme nog te roken. Homme geeft Bulgaarse sigaren de schuld van het hoesten. Maar figuurlijk slaat de titel op hoesten als ongeluk in het leven. Homme heeft veel ongeluk, met natuurlijk als hoogtepunt zijn dood. Vlak na zijn dood zegt Helena de uiterst cynische zin “ Op die manier gaat je hoest nooit over”. Dit geeft aan dat Homme altijd pech heeft en Helena veel geluk. 4.6 Beoordeling Ik vind een novelle een prettig en interessant genre om te lezen. De verhalen zijn kort en eenvoudig en hebben een moreel. Meestal zijn die korte zinnen fijn om te lezen, maar ook vaak genoeg ontbreekt gewoon het detail. Dit laat voor de lezer ruimte over om zelf in te vullen, maar het is toch leuker als de schrijver af en toe gedetailleerd een situatie of omgeving beschrijft. Ook vind ik het jammer dat een novelle meestal maar één of twee personages kent die geen of bijna geen ontwikkeling doormaken. Het is toch altijd fijn om te lezen dat de personages leren van de gebeurtenissen in het verhaal. Kortom, een prettig boek met een goed moraal. Maar af en toe mis ik details. 4.7 Vraagstelling Op welke manieren uitte Willem Frederik Hermans zijn negatieve gevoelens over de mensheid via zijn boeken? • Hermans gebruikt wederom het genre van het boek (novelle) om zijn negatieve gevoelens te uitten. Het hele verhaal is geconcentreerd op slechts twee personages. Hierdoor valt de omgeving in het niet en kunt je duidelijk alle fouten en de chaos van die twee personages opmerken. Dit om de fouten die de personages maken groter te maken dan het in het echt is. • Het einde van het boek is negatief. Homme sterft aan de gevolgen van een dodelijk ongeluk. Toch overleeft Helena het ongeluk. Volgens het verhaal zou zij het ongeluk overleven, omdat zij een optimist is. Zij denkt dat alles goed zal aflopen. Dit in tegenstelling tot Homme. Dit dacht over alles negatief. Het lijkt dus wel alsof `God´ ook denkt dat de mensheid tot chaos lijkt en dit wil stoppen en alleen de mensen wil laten leven die met orde leven. • De personages worden ook in dit boek gebruikt om de negatieve gedachten van Hermans te verduidelijken. Soms lijkt het wel alsof Hermans vindt dat het personage het niet goed doet en dan het niet kan laten om er als schrijver commentaar bij te geven. Hermans doet dus niet alsof de personages heel slecht zijn in vergelijking tot hemzelf. 5 Ruisend gruis 5.1 Zakelijke gegevens Schrijver: Willem Frederik Hermans
Titel: Ruisend gruis
Uitgave: De Bezige Bij, Amsterdam, 2e druk 1995, oorspronkelijke druk 1995
Genre: Roman
Subgenre: Naturalisme 5.2 Eerste reactie Ik heb voor dit boek gekozen, omdat ik een roman uit de jaren ´90 van Hermans moest lezen om mijn onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. Ik heb voor dit boek gekozen, omdat de naturalistische sfeer mij wel aansprak. 5.3 Samenvatting Het verhaal begint met de uitleg van het idee van de hoogleraar mineralogie Fahrenkrog het leuk vindt om koffiepakken lek te steken. De lucht komt er namelijk heel mooi uit waardoor het pak inzakt. Fahrenkrog is net verhuisd naar een huis wat gebouwd is op een poedervulkaan. De muren zijn er hol, en ertussen zit het vol met poeder. Maar dat weet Fahrenkrog niet. Fahrenkrog pakt dus zijn boormachine om een gaatje in de muur te maken waar hij zijn barometer aan op kan hangen. Deze barometer hangt hij altijd als eerste op als hij verhuisd is. Maar nu begint er plotseling wit poeder uit de muur te stromen. Het komt steeds hoger en hoger, dus wil Fahrenkrog om hulp roepen, maar niemand luistert. Doordat het ook vanuit de grond het huis in stroomt begint het in de omgeving te zakken, wat leidt tot een paar rare gevolgen. Zo ontspoort er een trein vol met in plastic zakken verpakte Oostblokkinderen, die voor adoptie beschikbaar zouden moeten zijn. Deze trein wordt geramd door de hoge snelheidstrein, alle kinderen vallen er uit en gaan dood. Maar deze treinramp wordt door de overheid in de doofpot gestopt. Een ander gevolg wat niet helemaal te plaatsen is, is dat de Groninger faculteit vanuit de lerarenkamer overwoekerd raakt door een vreemd soort planten, die beginnen te groeien uit het eikenhouten meubilair. Birra die ondertussen studenten lesgeeft in zijn busje moet uitwijken voor de gereactiveerde poedervulkaan waaronder het busje bijna bedolven raakt. Hij beschuldigt direct al professor Fahrenkrog van het lekprikken van muren, en dat hij dat vroeger elke week met koffiepakken in de supermarkt ook al deed. In zijn razernij loopt hij de poeder in en gaat daarin dus dood. Ondertussen arriveert de brandweerauto eindelijk bij het huis van Fahrenkrog. Hij zat klem tussen twee bomen waarvan er een omgezaagd moest worden. De brandweer wordt daarbij gehinderd door een milieubeweging. Lievestro klimt op de ladder en weet via haar handplant haar eigen hand en de hand van haar vader vast te klampen zodat hij gered wordt. Maar na het losmaken van de handplant van de hand van Fahrenkrog gaat Fahrenkrog toch nog dood. De handplant begint te groeien en vermenigvuldigt zich totdat er een soort massieve groene kegel om Lievestro gevormd is. Paarse bloementjes vormen eerst het woord `HELP´, maar later verandert het in het woord `HEL´.
5.4 Verhaaltechniek Stijl
Deze roman is geschreven met behulp van eenvoudig taalgebruik. De zinnen zijn erg simpel, maar meestal wel lang. De dialogen zijn kort en oppervlakkig. De gebeurtenissen in het boek zijn niet erg spannend en bevatten weinig actie. Ruimte
Tijd
Het verhaal speelt zich in het geheel af binnen één dag. Ik denk dat het verhaal in de toekomst is geplaatst, omdat er dingen gebeuren die op dit moment nog niet kunnen. Het meest duidelijke voorbeeld is de handplant van Lievestro. Dit een radioactief plantje wat aan je handpalm vastgroeit. Dit is in 2006 nog niet mogelijk
Plaats
Het verhaal speelt zich af in Groningen en de omgeving. Vooral in de Universiteit en het AZG vinden veel gebeurtenissen plaats. Personages
Hoofdpersonages • Professor Fahrenkrog: hij is hoogleraar mineralogie op de Universiteit in Groningen. Hij is net verhuisd met zijn dochter Lievestro naar hun nieuwe huis op de poedervulkaan. Zijn huis stroomt vol met gruis als hij een gaatje in de muur boort. Niemand wil hem helpen als zijn huis steeds voller stroomt. Uiteindelijk sterft hij aan zijn noodlot. Ik vind Fahrenkrog een ‘round character’, omdat hij een hele ontwikkeling doormaakt. Dit komt omdat hij zich aan moet passen aan zowel de situatie thuis als de situatie op de universiteit. Beide situaties veranderen veel, dus moet Fahrenkrog wel mee veranderen om zijn baan en dochter niet kwijt te raken. Bijpersonages • Lievestro Fahrenkrog: zij is de dochter van Fahrenkrog. Samen met haar vader, haar moeder tijdens een expeditie overleden, zijn ze pas verhuisd naar hun nieuwe huis op de poedervulkaan. Lievestro is een ‘flat character’, omdat ze totaal geen ontwikkeling doormaakt. Ook al is haar vader aan het sterven. • Birra: een collega van professor Fahrenkrog. Hij geeft ook mineralogie. Tussen hen beiden zit een soort concurrentie. Birra heeft zelf een speciale bus voor zijn scholieren om veldwerk op locatie te kunnen laten zien. Birra valt Fahrenkrog lastig, net als zijn andere collega’s. Birra is een `flat character´ • Rombouts: hij is het hulpje van Birra. Opvallend aan Rombouts is dat hij nog steeds bij zijn moeder in huis woont. Na de dood van Birra wil Rombouts wel iets ment Birra’s vrouw beginnen, maar die ziet een relatie tussen hen niet zitten. Ook Rombouts is een `flat character´ Vertelwijze
Het eerste hoofdstuk wordt verteld door een verborgen verteller. Maar vanaf het tweede hoofdstuk wordt het verhaal verteld door een alwetende verteller. Af en toe laat Hermans blijken dat hij meer weet dan de verteller, door commentaar op de situatie te geven
5.5 Thematiek Thema
In `Ruisend gruis´ zijn drie thema’s verwerkt: noodlot, chaos en dood. Noodlot: vanaf het begin van het boek merk je dat Fahrenkrog het niet zal redden en dood zal gaan. Niemand kan hem het doodgaan belemmeren. Chaos: het hele boek is chaotisch beschreven. Om het nog chaotischer te maken lopen er twee verhaallijnen door elkaar heen, zodat je soms het verhaal helemaal kwijt raakt. Dood: dit behoeft eigenlijk geen uitleg. Fahrenkrog gaat dood, ook Lievestro, zijn dochter, sterft. Ten slotte sterft ook Birra. Het boek zit dus vol dood en verderf. Titelverklaring
Professor Fahrenkrog boort een gaatje in de muur van zijn huis. Vanaf dat moment blijft er , met grote kracht, gruis uit stromen. Doordat het gruis achter de muren vandaan is gekomen maakt het een ruisend geluid. Om de nachtmerrie compleet te maken stort het huis ook in. Achteraf blijkt dat het gruis vulkanisch materiaal was. Dit zat verwerkt in de dubbele muren van zijn huis. 5.6 Beoordeling Dit boek is makkelijk te lezen. Door eenvoudig taalgebruik en korte dialogen lijkt het verhaal goed te volgen. Maar dit is niet waar. Er lopen twee verhaallijnen door elkaar heen, die niet duidelijk uit elkaar te houden zijn. Hierdoor wordt het verhaal chaotisch en raak je de volgorde kwijt. Dit vind ik niet fijn als ik ontspannen een boek wil lezen. Ook zijn de gebeurtenissen erg onrealistisch en overdreven. Kortom ik vind ‘Ruisend gruis’ een makkelijk te lezen boek, maar ik vind de inhoud niet aantrekkelijk 5.7 Vraagstelling Op welke manieren uitte Willem Frederik Hermans zijn negatieve gevoelens over de mensheid via zijn boeken? • In `Ruisend gruis´ hebben de gebeurtenissen in het boek een erg belangrijke rol in de totale negativiteit in het boek. De gebeurtenissen surrealistisch en niet echt geloofwaardig. Het lijkt allemaal erg overdreven door de schrijver. Het moet wel erg raar lopen wil je met een klein gaatje in de muur van jouw huis een hele aardverzakking wil veroorzaken. En die treinramp is helemaal overdreven. • Ook in dit boek spelen de personages een rol om de negatieve gevoelens van Hermans weer te geven. Vooral Fahrenkrog speelt een grote rol in dit boek. Vooral doordat vanaf het begin van het boek al duidelijk is dat hij door het noodlot zal worden gegrepen. Dit maakt het verhaal tragischer en geeft een grote mate van negativiteit aan. • Het einde maakt het verhaal nog extra tragisch, omdat dan uitkomt wat je al het hele verhaal denkt: Fahrenkrog gaat dood. Alleen je hoopt toch steeds dat het goed gaat komen. Er zit dus een climax in het verhaal, waarvan je hoopt dat die er niet gaat komen. Je houdt dus weer die nare `nasmaak´ over aan dit boek 6 Conclusie Op welke manieren uitte Willem Frederik Hermans zijn negatieve gevoelens over de mensheid via zijn boeken? In al zijn boeken maakt Willem Frederik Hermans gebruik van de personages die voorkomen in de boeken. De personages krijgen eigenschappen die minder goed zijn dan de andere personages. Hierdoor vallen zij dus in het niet bij de anderen die voorkomen. En als een hoofdpersonage dan een fout maakt wordt er als het ware op ingezoomd om de situatie negatief te maken. Ook wordt in bijna alle boeken gebruik gemaakt van een einde van het boek dat negatief is. Dit beïnvloedt namelijk de gedachten van de lezer over het hele verhaal en alle gebeurtenissen. Hierdoor wordt het verhaal nog negatiever dan het al leek. Ongeveer éénderde van al zijn boeken heeft Hermans in het genre novelle geschreven. Dit genre is uiterst geschikt om kritiek op zaken te geven. De verhaallijn is meestal duidelijk aanwezig zodat het verhaal goed te volgen en de lezer zich helemaal kan richten op de personages en vooral op de fouten die de personages maken. Maar soms is de verhaallijn niet duidelijk te volgen. Ook op deze manier levert Hermans kritiek op de mensheid. Doordat de verhaallijnen niet duidelijk te volgen zijn, wordt het verhaal al snel een grote chaos. Nog een veel gebruikte manier van Willem Frederik Hermans om zijn kritiek te uitten om de mensheid is door middel van overdreven gebeurtenissen. Hiermee laat hij zien dat als de hoofdpersoon iets fout doet, dat het dan echt fout gaat. Hierdoor wordt een beeld geschept van een hoofdpersoon dat eigenlijk niets fout mag doen. Maar dat laat Hermans natuurlijk niet gebeuren: in elk boek van Hermans maakt de hoofdpersoon een fatale fout die het hele verhaal beïnvloedt.
7 Gebruikte literatuur Boeken • Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen, Kroonlijsters, Wolters-Noordhoff, Groningen, 15e druk, oorspronkelijke druk 1966 • Willem Frederik Hermans, Een wonderkind of een total loss, De Bezige Bij, Amsterdam, 11e druk 1993, oorspronkelijke druk 1967 • Willem Frederik Hermans, Homme´s hoest, Vier novellen, De Bezige Bij, Amsterdam, oorspronkelijke druk 1980 • Willem Frederik Hermans, Ruisend gruis, De Bezige Bij, Amsterdam, 2e druk 1995, oorspronkelijke druk 1995 Internetsite´shttp://nl.wikipedia.org/wiki/Willem_Frederik_Hermans: Biografie en Bibliografie

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.