Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

H2 Tijd van Grieken en Romeinen paragraaf 1

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 1078 woorden
  • 16 april 2016
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
7 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
  1. Tijd van Grieken en Romeinen

(3000 v.Chr. – 500 n.Chr.)

 

2.1 De Griekse wereld.
 

  • Onderzoeksvraag: Hoe dachten de bewoners van het klassieke Athene over maatschappij, politiek en wetenschap, en wat vinden we daarvan terug in onze tijd.

 

 

Het oudste Griekenland

Net als Mesopotamië waren er rond 2000 v.Chr. in Griekenland (Kreta) al steden, met havens en paleizen met mooie muurschilderingen: De Minoïsche cultuur. En op het vasteland lagen de burchten van de vorsten. Rond 1200 v.Chr. verdwenen de steden door volksverhuizingen, daarna volgde er “4 donkere eeuwen” waarin de mensen weer in boeren gemeenschappen leefde met als leider de edelen die hen beschermden. Maar de Grieken zouden vanaf nu wel meer een culturele eenheid vormen, met dezelfde goden en gewoontes. Die eenheid blijkt ook uit de religieuze spelen zoals de olympische spelen.

 

Polis en kolonisatie

Uiteindelijk rond 850 v.Chr. ontstaat er weer een nieuwe stedelijke cultuur. Wel hadden de nieuwe stadstaten (polis) grote verschillen met die van vroeger:

  • Polis werd niet meer door koning bestuurd, maar dor edelen.
  • Door de snelle bevolkingsgroei kwam er een tekort aan eten, waardoor mensen nieuwe poleis stichtten. Uiteindelijk was er een netwerk van die Griekse stadstaten aan de kust.
  • Deze nieuwe stadstaten (op Sicilië) werden al snel rijker dan de moederstadstaten.
  • In de nieuwe stadstaten werd genoeg graan verbouwd waardoor verhuizen niet meer nodig was.
  • Politiek was er ook iets veranderd, machtige rijken zoals het Perzische rijk maakten het stichten van koloniën moeilijker.

 

Twee oorlogen tegen de Perzen

In 499 v.Chr. kwamen de stadstaten aan de westkust van Turkije in opstand tegen het Perzische bestuur, Het Griekse moederland hielp de stadstaten. Nadat de Perzen hadden gewonnen besloot de koning de Grieken hiervoor te straffen. Maar de koning verloor echter twee keer van de Grieken. De overwinningen versterkten het Griekse zelfbewustzijn, omdat zij de eerste waren die de Perzen konden verslaan.

 

Democratie

In de meeste stadstaten was de adel machtig en hadden de hoplieten (mannen met wapenrusting) de meeste politieke rechten. Maar in een van die stadstaten, Athene was iets anders gebruikelijk; de democratie. Je had in Athene vrijheid, hieronder werd de mogelijkheid om politiek actief te zijn, en vrij te kunnen spreken in het openbaar (volksvergadering) verstaan.

En ook was er gelijkheid, dit hield in dat iedereen, arm of rijk gelijk was en politiek actief kon zijn. Je kon worden ingeloot bij de raad van 500 die met voorstellen voor de volksvergadering kwamen. Of in het dagelijks bestuur van de polis. Maar die vrijheid was wel alleen voor mannen met burgerschap, dus geen vrouwen, niet-Atheners en slaven. Athene had een directe democratie, je moest persoonlijk aanwezig zijn wilde je meebeslissen. Voor mensen die op het platteland woonden en dit niet zomaar achter konden laten, was er een kleine aanwezigheidsvergoeding. Het woord ‘politiek’ betekent oorspronkelijk: het functioneren als burger in de polis.

 

Tegenstanders van de democratie

Rijke mensen raakten door de democratie veel macht kwijt. Reacties van de machtige families waren erg verschillend. Sommigen wilden dat de families zich maximaal moesten inzetten voor de staat, zoals hun voorvaderen. Anderen trokken weg naar Sparta, daar hadden de rijke families (aristocraten) nog wel de macht.

 

Athene: Centrum van cultuur

Athene leed zwaar onder de twee oorlogen. De stad was ingenomen en geplunderd (aanleiding 2e oorlog) door de Perzen. Na de oorlog bouwde ze eerst huizen en stadmuren op, en daarna het economische en politieke centrum van Athene. Economie word gestimuleerd door nieuwe grote bouwwerken, kunstenaars en filosofen kwamen naar Athene. Athene werd hiermee het culturele centrum van de Griekse wereld. De kunst uit die tijd is van blijvende waarde, daarom noemen we de kunst uit deze periode klassiek.

 

Denken over de natuur

Athene was toen dus het centrum van kunst en architectuur, maar ook van filosofie en wetenschap.  Oorzaken voor verschijnselen werden bij de goden gezocht, later begon men natuurlijke oorzaken te zoeken, zo zou er een oerstof zijn waaruit alles was ontstaan, een voorbeeld was water. Demokritos kwam uiteindelijk met de opvatting dat alles uit het kleinst deelbare deeltje bestond, deze waren ondeelbaar: Atoma

 

Denken over de mens

In deze tijd kwamen de filosofen ook op. Ze gingen nadenken over de mens, en zagen zo bijvoorbeeld dat de Grieken al andere gewoontes hadden dan de Perzen. De kwestie of begrippen zoals rechtvaardigheid bij iedere groep wel hetzelfde inhield kwam toen al op. Volgens Plato kon alleen een filosoof de basisbegrippen voor een samenleving bevatten, de stadstaat moest daarom worden geregeerd door een filosoof. Ook kwamen artsenscholen op die niet de goden beschouwden als de oorzaak van ziektes, maar een natuurlijke oorzaak zochten. Een belangrijke arts was Hippokrates, hij bedacht dat je vier lichaamsvochten had die in verhouding moesten kloppen; bloed, slijm, gele gal en zwarte gal.

 

De Peloponnesische oorlog

Na de tweede overwinning van Athene op Perzië, viel de eenheid in Griekenland uit elkaar; Athene kreeg namelijk teveel macht en de andere grootmacht Sparta kon dit niet toelaten.

In Sparta werd de macht gedeeld door twee koningen, een raad van wijze mannen en vijf ministers. Burgers hadden niet veel macht. In 431 v.Chr. begon de oorlog tussen de machtsblokken. Sparta had het meeste vasteland en Athene meer op zee. Athene verloor, en moest democratie opgeven, in plaats hiervoor kwam een groep rijken aan de macht (oligarchie).

Al in 403 v.Chr. werden zij verdreven, de democratie kwam terug. Sparta, dat de oorlog won was zo verzwakt dat koning Philippos van Macedonië de legers versloeg, en zo Heel Griekenland tot zijn beschikking kreeg. Einde van de Griekse Stadstaten.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Al in 403 v.Chr. werden zij verdreven, de democratie kwam terug. Sparta, dat de oorlog won was zo verzwakt dat koning Philippos van Macedonië de legers versloeg, en zo Heel Griekenland tot zijn beschikking kreeg. Einde van de Griekse Stadstaten.

 

Belangrijke filosofen uit die tijd:

Plato - filosoof

Aristoteles - filosoof

Sokrates - filosoof

Herodotus - historicus

Pythagoras - wiskundig

Demokritos - astronoom

 

Antwoord op onderzoeksvraag:

Op politiek heel anders dan de stadstaten om hun heen; in plaats van een rijke groep mensen die de stadstaat bestuurde, kon je in Athene als burger meebeslissen in de politiek.

Athene trok veel mensen zoals filosofen en kunstenaars waardoor Athene het culturele middelpunt van de Griekse wereld werd. In de wetenschap werd ook toen al naar natuurlijke oorzaken voor bijvoorbeeld ziektes gezocht in plaats van te zeggen dat de oorzaak bij god lag.

Wij hebben veel van de Atheners overgenomen, als eerste namelijk de democratie die we in NL kennen, maar ook delen uit de kunst hebben we overgenomen, en nog steeds hebben wij als basis dat je in de wetenschap naar de natuurlijke oorzaken moet kijken.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.