Gotiek in de dertiende en veertiende eeuw
De middeleeuwse stad
De landbouw breidt zich uit in de late middeleeuwen en de hoge productie en specialisatie maken de handel mogelijk. Op het knooppunt van de handelswegen groeien de steden. Hier wonen middenstanders: stadsbewoners die hun welvaart en macht niet meer ontlenen aan grondbezit.
In de stad vestigen zich ook kloosters. Zij verzorgen in ruil voor geld en goederen onderwijs, ziekenzorg en prediking. Kerk en stad raken zo verbonden en dit heeft gevolgen voor de ontwikkeling van de kunst.
De kathedraal staat in deze steden centraal en is een echt prestigeobject. Er worden feesten gehouden en recht gesproken bijvoorbeeld.
Troubadours aan het hof
Langs de adellijke hoven reizen musici. Deze worden troubadours, trouvères of Minnesänger genoemd. Vaak zijn deze troubadours van adellijke komaf en hebben ze gestudeerd in een klooster. In hun muziek klinkt gregoriaans en oosterse motieven door, die ze hebben opgedaan tijdens kruistochten.
Een belangrijk onderdeel van hun repertoire zijn de minneliederen, waarin de hoofse liefde bezongen wordt.
Verschillende vormen van volksvermaak
- Vaganten (straatartiesten)
Ze trokken van stad naar stad en stonden laag in aanzien. Over hun kunsten is nauwelijks iets bekend, maar ze werden soms ingehuurd door stadsbestuurders voor vermaak. De kerk keurde hen af, aangezien bijv. hun muziek het tegenovergestelde van de kerkelijke muziek was. Desondanks is dit volksvermaak blijven bestaan.
- Mirakelspelen en passiespelen
In de loop van de late middeleeuwen vermindert het verzet van de kerk tegen volksvermaak, maar wordt het kerkelijke toneel wel uit de kerk gezet, doordat het afleidt van het geloof en te uitbundig wordt. Er ontstaan dus mirakelspelen en passiespelen buiten de kerk. In het mirakelspel worden verhalen verbeeld waarin op wonderbaarlijke wijze, door tussenkomst van Maria of andere heiligen, het leven van zondaars ten goede keert. Het passiespel heeft het lijden van Christus als onderwerp.
Een spel kon soms dagenlang duren en de decors werden gevormd door een verzameling huizen waartussen het spel zich bewoog.
- Wagenspelen
Een variant op de mirakel- en passiespelen, waarbij de decors op boerenwagens worden geplaatst. Als een optocht trekken de wagens langs het publiek en voeren (weinig samenhangende) scènes op. De wagens worden gemaakt door de gilden, wat te zien is aan de thema’s op de verschillende wagens. Een gilde van scheepsbouwers maakte bijvoorbeeld het decor voor de Ark van Noach.
Kloosters in de stad
In de steden vestigden zich nieuwe kloosterorden, waaronder de franciscanen en de dominicanen. Deze volgden in zekere zin het gedachtegoed van Bernardus van Clairvaux, maar de Franciscanen leefden volgens de regel van Franciscus van Assisi. Hij was een heilige die van de ene op de andere dag overging naar een arm en sober leven. Hij benadrukte vooral de menselijke kant van Christus. Door zijn invloed werd Christus niet meer als een rechter hoog op zijn troon afgebeeld, maar als een mensenzoon. Hij gaf de boodschap dat je door te lijden het voorbeeld van Christus kunt volgen.
Eerste universiteiten
De nieuwe orden, zoals de franciscanen, worden bedelorden genoemd: ze leven van de giften van de burgerij. Vanuit de nieuwe kloosterorden ontstaan de eerste universiteiten, die zich vooral richten op het beschrijven en verklaren van de schepping.
In de theologie speelde juist het gene wat niet waarneembaar was, het immateriële, een belangrijke rol. Omdat het goddelijke schuilgaat achter de materiële wereld, zal bestudering van de materiële wereld op den duur alleen maar kunnen leiden tot meer kennis en bewijs van God.
Deze denkwijze komt ook naar voren in de kunst van de late middeleeuwen: echt bestaande planten en dieren uit de natuur worden afgebeeld in plaats van fabeldieren, gedrochten en gefantaseerde duivels.
Giotto
Twee jaar na zijn dood wordt Franciscus van Assisi heilig verklaard. Enkele jaren daarna wordt op zijn graf in Assisi de San Francesco gebouwd. Het leven van de heilige Franciscus is hier door Giotto vastgelegd in fresco’s: muurschilderingen. De Bijbelse figuren in zijn schilderingen worden voor het eerst als mensen van vlees en bloed weergegeven.
Giotto loopt in zijn werken (zoals “De Bewening”) vooruit op de Renaissance, waarin het lijnperspectief wordt uitgevonden.
Piazza del Campo
In sommige steden, zoals Siena in Italië, vormt in plaats van de kerk het stadhuis het centrum van de stad. Het wordt omgeven door een groot plein met negen stralen die naar het stadhuis wijzen: het Piazza del Campo. Hieruit blijkt de trots van de burgerij: de macht is in Siena niet in handen van een vorst of van de kerk, maar hier hebben de burgers het voor het zeggen. De Nove (negen heren) vertegenwoordigen namelijk de inwoners van Siena in dit stadsbestuur.
De Nove geven de schilder Ambrogio Lorenzetti in 1338 de pracht om twee fresco’s in hun vergaderzaal te maken. Op de ene zijn de gevolgen van een goed bestuur te zien en op de ander zijn de gevolgen van een slecht bestuur te zien. Lorenzetti deed dit in een naturalistische stijl: hij heeft heel goed gekeken hoe een “goede” en een “slechte” stad eruit zien. Nooit eerder is zo’n nauwgezet beeld gegeven van het alledaagse leven in de stad.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden