Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 3

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 809 woorden
  • 21 juni 2014
  • 86 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
86 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

§3.1 Energie

Fossiele brandstoffen: aardgas, aardolie, steenkool. Deze stoffen zijn slecht voor het milieu.

Duurzame energie: energie die nooit opraakt en goed is voor het milieu.

 

§3.2 Kenmerken van een chemische reactie

Een chemische reactie herken je aan het veranderen van stofeigenschappen. Tijdens een chemische reactie veranderen de beginstoffen in reactie producten.

 

Bij elke chemische reactie treedt een energie effect op. Soms komt er energie vrij en soms is er energie nodig. Een reactie waarbij energie (warmte, licht of elektrische energie) vrijkomt, noemen we een exotherme reactie. Een reactie die alleen verloopt als er energie wordt toegevoerd noemen we een endotherme reactie.

 

§3.3 Reactie omstandigheden

Een chemische reactie verloopt pas als de temperatuur even hoog of hoger is dan de reactietemperatuur.

 

5 factoren die invloed hebben op de reactiesnelheid:

  • soort stof
  • de verdelingsgraad van de beginstoffen
  • de concentratie van beginstoffen
  • de temperatuur van het reactiemengsel
  • de aanwezigheid van een katalysator

 

de wet van Lavosier: Bij een chemische reactie is te totale massa van de beginstoffen gelijk aan de totale massa van de reactieproducten.

 

De reactie stopt pas als één van de beginstoffen op is. Wat je overhoud van de andere beginstof heet de overmaat.

 

§3.4 Formule taal

Elementen zijn stoffen die uit 1 atoomsoort bestaat en een verbinding bestaat uit 2 of meer verschillende atoomsoorten.

 

Een molecuulformule geeft aan welke atomen in een molecuul voorkomen en hoeveel van welke soort.

De index is het getal dat het aantal atomen van elke soort in een molecuul weergeeft.

De coëfficiënt  geeft het aantal moleculen van een stof weer.

 

7 elementen, die uit 2 atomige moleculen bestaan: BrINCLHOF

Broom                  Br2

Jood                      I2

Stikstof                                N2

Chloor                  Cl2

Waterstof           H2

Zuurstof              O2

Fluor                     F2

 

§3.5 Van reactieschema naar reactievergelijking

De beginstoffen bevatten evenveel atomen van elke soort als de reactieproducten. Dat betekent dat er vóór en achter de pijl van een reactieschema evenveel atomen van elke soort moeten staan. Zo’n reactieschema heet een reactievergelijking.  

           2H2 + O2  =  2H2O2  (deze weergave van een chemische reactie is een reactievergelijking)   

 

Bij het kloppend maken moet je ervoor zorgen dat je altijd begint met een atoomsoort die maar in 2 molecuulsoorten voorkomt. Een atoomsoort die in 3 of meer molecuulsoorten voorkomt bewaar je voor het laatst.

 

§3.6 Verbrandingsreacties

Een verbrandingsreactie is een reactie van een stof met zuurstof, waarbij meestal vuurverschijnselen zijn.  Er zijn 3 voorwaarden voor het verlopen van een verbrandingsreactie:

  • er moet voldoende zuurstof zijn
  • er moet een brandbare stof zijn
  • de ontbrandingstemperatuur moet bereikt zijn

 

Bij een verbrandingsreactie komt warmte vrij (exotherm). Dit kan leiden tot vuurverschijnselen:

  • vlammen
  • vonken
  • rook
  • as

 

De kans op een explosie is het grootst als een gasvormige brandstof in de juiste verhouding is gemengd met zuurstof.

 

Als je een element verbrandt, ontstaat er maar één reactieproduct         oxide.

Een oxide is een verbinding die bestaat uit 2 atoomsoorten: de atoomsoort zuurstof en één andere atoomsoort.  Bij de verbranding van een verbinding ontstaan er 2 of meer oxiden. Elke atoomsoort levert een eigen oxide.

 

Factoren die invloed hebben op het verlopen van een verbrandingsreactie:

  • Soort stof (brandbaarheid)
  • Verdelingsgraad (oppervlak van de stof)
  • Concentratie van beginstoffen (hoe minder zuurstof, hoe langzamer de reactie)
  • Temperatuur (ontledingstemperatuur)
  • Katalysator (laat de reactie sneller verlopen)

 

Als je een stof wil aantonen, doe je dat dor middel van een aantoningsreactie met behulp van een reagens. Een reagens is een stof die zichtbaar van kleur veranderd in aanwezigheid van de stof die je wilt aantonen.  Een reagens moet aan 2 voorwaarden voeldoen:

  • selectief, de stof veranderd alleen als de stof ook echt aanwezig is.
  • Gevoelig, de stof moet al veranderen als er maar een beetje van de aan te tonen stof aanwezig is.

Zo wordt wit kopersulfaat blauw in aanraking met water, Helder kalkwater troebel bij koolstofdioxide en de bruingele stof broomwater kleurloos als er zwaveloxide in wordt opgelost.

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.