Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Naamvallen

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • vwo | 896 woorden
  • 17 juni 2013
  • 120 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
120 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Naamval

Mannelijk

Vrouwelijk

Onzijdig

Meervoud

1

der/ein

die/eine

das/ein

die/keine

2

des/eines (+s) !

der/einer

des/eines (+s) !

der/einer

 

3

dem/einem

der/einer

dem/einem

den/keinen (+n) !

4

den/einen

die/eine

das/ein

die/keine

 Net als de der-gruppe gaan de volgende woorden:

* dies-                            = deze, dit.

* jen-                    = die, dat.

* jed-                    = ieder.

* manch-                = sommig, menig.

* solch-                  = zulk.

* welch-                = welk.

* all-                      = alle.

Dus…

Naamval

Mannelijk

Vrouwelijk

Onzijdig

Meervoud

1

Dieser

Diese

Dieses

Diese

2

Dieses (+s)

Dieser

Dieses (+s)

dieser

3

Diesem

Dieser

Diesem

Diesen (+n) !

4

Diesen

Diese

Dieses

diese

 Net als de ein-gruppe gaan de volgende woorden:

* kein-                            = geen.

* dein-                   = jouw.

* mein-                  = mijn.

* sein-                   = zijn.

* ihr-                     = haar.

* unser-                 = onze.

* euer-                  = jullie.

* ihr-                     = hun.

* Ihr-                     = Uw.

Zo vind je de 1e, 2e, 3e en 4e naamval:

Naamval

‘Vorm’

Vraag

1

Onderwerp

Wie/Wat+gezegde?

2

 

 

3

Meewerkend voorwerp

Aan/Voor+Wie/Wat+gezegde+onderwerp+lijdend voorwerp

4

Lijdend voorwerp

Wie/Wat+gezegde+onderwerp?

3e of 4e naamval:

Voorzetsels 3e naamval (14!)

Mit              - met

Nach            - na, naar

Nebst           - naast

Samt            - naast

Bei              - bij

Seit             - sinds

Von              - van

Zu               - naar, tegen

Zuwider       - in strijd met

Außer           - buiten, behalve

Aus              - uit

Entgegen      - tegemoet

Gemäß         - overeenkomstig

Gegenüber   - tegenover

 Voorzetsels 4e naamval (7!)

Durch           - door

Für              - voor

Ohne           - zonder

Um              - om

Bis               - tot

Gegen          - tegen

Entlang         - langs

 Voorzetsels 3e en 4e naamval (9!)

An               - bij

Auf              - op

Hinter          - achter

Neben          - naast

Unter           - onder

Über            - boven

In                - in

Zwischen     - tussen

Vor              - voor

REACTIES

I.

I.

deze is echt super handig dankje!

9 jaar geleden

L.

L.

love it, thanks!

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.