Boekhouden: THEORIE

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas aso | 2515 woorden
  • 4 maart 2013
  • 22 keer beoordeeld
Cijfer 6
22 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Economie

 

Boekhouden

Waar haalt de onderneming het geld vandaan?

 

Financieringsbehoeften zijn afhankelijk van:

- aard van onderneming

- fasen van het bestaan

 

Inbreng van de eigenaar ® kapitaal.

Indien er winst is ® geheel of gedeeltelijk in de onderneming laten ® overgedragen winst.

 

Een onderneming heeft vele vermogensbehoeften (financieringsbehoeften).

De inbreng van de eigenaar is niet voldoende ® aandelenuitgifte.

Elke aandeelhouder is mede-eigenaar en krijgt een dividend uitgekeerd.

 

Voordeel eigen vermogen:

Het aantrekken van aandeelhouders ® het gewenste resultaat op zich kan laten wachten. (startperiode)

 

Nadeel eigen vermogen:

De dividenduitkering van de aandeelhouders ® niet fiscaal aftrekbaar.

 

Banken willen leningen geven als:

- het eigen vermogen groot genoeg is.

- er voldoende zekerheden zijn.

Leningen moeten terugbetaald worden (op de vervaldag), met intrest.

 

Voordeel vreemd vermogen:

Kosten van het krediet ® fiscaal aftrekbaar!

De schuldeiser heeft geen inspraak op de manier van werken in de onderneming.

 

Nadeel vreemd vermogen:

Moet op vaste tijdstippen afgelost worden.

 

 

 

 

Verstrekkers van vreemd vermogen:

- financiële instellingen (banken)

- familie of vrienden

- leveranciers

 

Hoe wordt het vermogen van de onderneming opgevolgd?

 

1x per jaar moet een onderneming een balans opstellen.

® = een overzicht van bezittingen, vorderingen en schulden van een onderneming.

Bij het opstellen van de balans moet je rekening houden met een vaste indeling.

 

Actiefzijde:

® bezittingen & vorderingen

® gerangschikt volgens liquiditeit ® hoe sneller een bezit in geld kan worden omgezet, hoe verder naar beneden je het bezit terugvindt aan de actiefzijde op de balans.

 

Passiefzijde:

® schulden

® gerangschikt volgens opvraagbaarheid ® hoe sneller een schuld moet worden terugbetaald, hoe verder naar beneden je de schuld terugvindt aan de passiefzijde op de balans.

 

Totaal actief = Totaal passief!

 

 

Begrippen m.b.t. de balans:

 

Handelsdebiteuren:

® vorderingen op klanten.

 

Rollend materieel

® bestelwagens & heftrucks.

 

Werkmiddelen (= activa):

® bezittingen en vorderingen (actiefzijde van de balans).

 

Financieringsbronnen (= passiva):

® de manier waarop de onderneming de werkmiddelen heeft gefinancierd.

 

Liquide middelen:

® tegoed op de financiële rekeningen & het geld in de kas.

 

 

Vaste activa:

® de werkmiddelen die voor lange tijd in de onderneming blijven (gebouwen of meubilair).

 

Vlottende activa:

® de werkmiddelen die regelmatig omgezet worden in geld.

 

Jaarrekening:

® het geheel van de balans, de resultatenrekening, de toelichting en de sociale balans

(= gegevens van werknemers).

 

Kapitaal:

® de inbreng van de eigenaars in de zaak.

 

De balans:

Actief

Passief

 

Vaste activa

 

Eigen vermogen

 

-          Gebouwen

-          Meubilair

-          Machines

-          Rollend materieel

 

ð Langer dan 1 jaar in de onderneming

 

-          Kapitaal

-          Overgedragen winst

 

ð Schulden aan de eigenaars

 

 

Vlottende activa

 

Vreemd vermogen

 

-          Voorraden

-          Vorderingen < 1j.

-          Liquide middelen

 

ð Bezittingen die snel de onderneming verlaten

 

-          LANGE TERMIJN:

Hypothecaire lening

 

-          KORTE TERMIJN:

Kaskrediet

Leveranciers

 

 

 

 

 

 

 

Hoe worden de prestaties van de onderneming opgevolgd?

 

De balans                    ↔             De resultatenrekening

- bezittingen                                    - kosten

- vorderingen                                              - opbrengsten

- schulden

 

Om te kijken of een onderneming, winst of verlies heeft gemaakt

® resultatenrekening

 

We maken een onderscheid tussen de kosten van een onderneming:

 

Bedrijfskosten

Bvb: loonkost, aankoop handelsgoederen, telefoonkosten, aankoop briefomslagen.

Financiële kosten

Bvb: intrest op hypothecaire lening, korting toegestaan aan een klant.

Uitzonderlijke kosten

Bvb: winkeldiefstal.

 

We maken een onderscheid tussen de opbrengsten van een onderneming:

 

Bedrijfsopbrengsten

Bvb: verkopen van de handelsgoederen.

Financiële opbrengsten

Bvb: betalingskorting van leveranciers.

Uitzonderlijke opbrengsten

Bvb: je krijgt meer voor de verkoop van de bestelwagen dan je gehoopt had.

 

 

 

 

De resultatenrekening

Kosten

Opbrengsten

Bedrijfskosten

Bedrijfsopbrengsten

A

B

C

D

E

Handelsgoederen

Diensten en Diverse goederen

Bezoldigingen

Afschrijvingen

Andere bedrijfskosten

Omzet

 

 

 

 

Andere bedrijfsopbrengsten

 

Financiële kosten

Financiële opbrengsten

Uitzonderlijke kosten

Uitzonderlijke kosten

Totaal kosten

Totaal opbrengst

WINST

VERLIES

     

 

Begrippenlijst

Aandelenuitgifte

= een financieringsbehoefte van een onderneming waarbij de inbreng van één eigenaar niet volstaat.

Actiefzijde

= de zijde van balans waar je de bezittingen en vorderingen op terugvindt, gerangschikt volgens liquiditeit.

Passiefzijde

= de zijde van balans waar je de schulden van de onderneming terugvindt, gerangschikt volgens opvraagbaarheid.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

Bedrijfskosten

= het zijn kosten die te maken hebben met het dagelijks handeldrijven van de onderneming.

Bedrijfsopbrengsten

= het zijn de opbrengsten die te maken hebben met het dagelijks handeldrijven van de onderneming.

Financiële kosten

= geldverhandelingen.

Financiële opbrengsten

= korting krijgen van leveranciers, ...

Uitzonderlijke kosten

= kosten die niet alledaags en niet gepland zijn.

Uitzonderlijke opbrengsten

= opbrengsten die niet alledaags en niet gepland zijn.

Dividend

= het is een uitkering van de onderneming aan de aandeelhouders.

Intrest

= de vergoeding die iemand krijgt voor het uitlenen van zijn/haar geld; dit wordt betaald door diegene die het geld leent.

Liquiditeit

= dit geeft weer of een onderneming de KTschulden kan terugbetalen a.d.h.v. de vlottende activa.

Hoe goed presteert een onderneming?

 

Er wordt regelmatig een financiële analyse gemaakt van de onderneming a.d.h.v. de ratio’s:

 

Liquiditeit:

 

                            Vlottende activa

Formule: 

                        Vreemd vermogen KT

 

De liquiditeit geeft weer ® of een onderneming haar KTschulden kan voldoen met de vlottende activa.

Het geeft dus weer om of de onderneming genoeg geld heeft aan de direct opeisbare betalingsverplichtingen te voldoen (bvb: lonen, grondstoffen ...)

De minimale waarde bedraagt 1 ® je moet in staat zijn om de schulden op z’n minst 1x terug te betalen.

 

Soorten liquiditeit:

 

  • Liquiditeit in ruime zin (= current ratio):

 

                            Vlottende activa

Formule: 

                        Vreemd vermogen KT

 

® Men gaat ervan uit dat de onderneming de voorraden ‘snel’ kan omzetten in geld, om vervolgens de schulden te betalen.

® Ze kunnen dus snel goederen verkopen en zo komt er snel geld in de kas.

 

  • Liquiditeit in ruime zin (= acid ratio):

 

                      Vlottende activa - Voorraden

Formule: 

                           Vreemd vermogen KT

 

 

Verschil tussen current ratio & acid ratio?

De acid ratio ligt lager dan de current ratio.

 

Welke ratio geeft het meest correcte beeld van de liquiditeit weer?

De acid ratio: er wordt rekening gehouden met voorraden.

 

 

Solvabiliteit OF graad van financiële onafhankelijkheid:

 

                            Eigen vermogen

Formule:                                                   x 100

                           Totale vermogen

 

De solvabiliteit ® het is een waardemeter voor de financiële onafhankelijkheid van de onderneming. Ze meet de mate waarin de onderneming beschikt over voldoende eigen middelen t.o.v. de totale middelen.

 

Heeft de ondernemer de gehele onderneming zelf gefinancierd en geen geleend heeft; dan is de solvabiliteit 100%. Naarmate het VV van de onderneming stijgt, dan zal de solvabiliteit dalen.

Als de onderneming een slechte solvabiliteit heeft, zal het moeilijker worden om nog meer VV aan te vragen.

 

Rendabiliteit:

 

                          Winst na belastingen

Formule:                                                    x 100

                           Eigen vermogen

 

De rendabiliteit van het eigen vermogen geeft de rendabiliteit van de middelen van de aandeelhouders (die in de onderneming geïnvesteerd hebben) weer.

Het geeft weer wat de onderneming en/of de aandeelhouders met hun investering verdiend hebben.

 

Belang van de ratio’s:

 

  • Bedrijfsleiding

® Zij kunnen de jaarrekening analyseren.

® De prestaties van de onderneming meten. (indien nodig ook bijsturen)

 

  • Beleggers in aandelen

® Zij zullen geïnteresseerd zijn in de dividenden die zij zullen ontvangen voor hun inbreng(en) in de onderneming.

® Ook tonen ze interesse in de kapitaalwinst ze bij een stijgende aandelenprijs kunnen realiseren.

  • Schuldeisers

® Het is belangrijk om te weten of de onderneming haar schulden kan afbetalen.

De liquiditeit en de solvabiliteit is hiervoor belangrijk!

 

 

 

  • Werknemers

® Zij hebben interesse in de winstgevendheid van de onderneming (= rendabiliteit) en de liquiditeit van de onderneming. Hierdoor kunnen zij onderhandelen i.v.m. loonvoorwaarden.

 

  • Overheid

® Een onderneming zorgt voor de werkgelegenheid + creëert TW + brengt welvaart in de economie van een land.

® Indien er problemen zijn, zoekt de overheid naar oplossingen.

 

Hoe worden de dagelijkse verrichtingen geregistreerd?

 

Soorten rekeningen:

 

Na elke verrichting een nieuwe balans opstellen is niet doenbaar. Daarom wordt er gebruik gemaakt van grootboekrekeningen. (= T-rekening)

 

Een grootboekrekening (of T-rekening) bestaat uit een debetzijde en een creditzijde.

 

D               Actief                C

Vermeerdering

Vermindering

+ (BS)

-

 

D               Passief               C

Vermindering

Vermeerdering

-

+ (BS)

 

D               Kosten               C

Vermeerdering

Vermindering

+

-

 

D        Opbrengsten      C

Vermindering

Vermeerdering

-

+

 

De rekeningnummers, het MAR en de refertestempel

 

Om de rekeningnummers makkelijk te kunnen terugvinden zijn ze opgedeeld in klassen.

Er wordt wel een onderscheid gemaakt tussen rekeningen van de balans en die van de resultatenrekening.

 

 

 

 

 

Rekeningen van de balans:

 

Klasse 1       EV, voorzieningen voor risico’s, kosten, schulden op meer dan 1 jaar

Klasse 1       EV, voorzieningen voor risico’s, kosten, schulden op meer dan 1 jaar

(= passief)

Klasse 2       Oprichtingskosten, VA en vorderingen op meer dan 1 jaar (= actief)

Klasse 3       Voorraden en bestellingen in uitvoering (= actief)

Klasse 4       Vorderingen en schulden op ten hoogste 1 jaar (= actief als passief)       

Klasse 5       Gelbeleggingen en liquide middelen (= actief)

 

Rekeningen van de resultatenrekening:

 

Klasse 6       Kosten

Klasse 7       Opbrengsten

 

Als je een boeking gaat uitvoeren, moet je een bepaalde redenering volgen via het redeneringschema of refertestempel:

 

Rek.Nr.

Naam Rek.

A/P/K/O

+/-

D/C

Debet

Credit

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De eindejaarsverrichtingen

 

Op het einde van het jaar moet het boekjaar afgesloten worden. Dit wordt gedaan als volgt:

  1. 1.    Boeken van de afschrijvingen

® Voor het boeken van een afschrijving van een actief wordt een correctierekening gebruikt

(® het verbetert de waarde van een actiefrekening zonder de oorspronkelijke waarde te verliezen)

 

  1. 2.    Boeken van een afbetaling lening

 

  1. 3.    Boeken van de verrekening en de vereffening van de BTW

® Bij aankopen      ® Aftrekbare btw

® Bij verkopen        ® Verschuldigde btw

 

  1. 4.    Boeken van de bestemming van het ondernemingsresultaat

 

 

 

 

Saldo’s & eindbalans

 

Wanneer je alle boekingen hebt overgebracht op T-rekeningen, maak je van elke T-rekening het saldo. Je gaat dus de debetzijde en de creditzijde apart optellen.

® Is de debetzijde groter als de creditzijde?     ® debetsaldo

® = Er staat nog een vordering open t.o.v. een klant

 

OPMERKINGEN & EZELSBRUGGETJES:

  • Debet MOET = zijn aan Credit.
  • Als je de boeking overbrengt op de T-rekening, dan schrijf je het nummer van de boeking tussen haakjes.
  • Aankopen           ® Aftrekbare btw

Verkopen                        ® Verschuldigde btw

 

 

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.