Hoofdstuk 3 De Republiek in Europa
3.1 De oorlog duurt voort
De oorlog vanaf 1580 werd uitgevochten buiten het gewest Holland. Dat lag veilig achter de Hollandse waterlinie. Alleen in dat gebied bloeide de economie tijdens de gouden eeuw. Andere gebieden waren nog oorlog aan het voeren.
De bevoorrading van soldaten waren slecht, boeren waren hier het slachtoffer van.
De Republiek hield stand en de Spanjaarden konden niet de Hollandse Tuin in. Dit was voor een belangrijk deel te danken aan de twee machtigste mannen van de Republiek:
- Stadhouder Maurits van Nassau
- Raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt
Raadpensionaris was de voorzitter van de Gewestelijke Staten van Holland, hij was dus machtigste man van Holland
Prestaties van Maurits van Nassau waren ongekend, ondergang van Armada 1588.
De vele oorlogen die Filips moest voeren tegen de turken of dubbele faillissement waren voor de Republiek zeker een steun in de rug.
In 1585 was Maurits 18 jaar en werd toen benoemd tot stadhouder.
Tijdens een voorbereiding van een veldslag/belegering bracht Maurits zijn opdrachtgevers vaak tot wanhoop met zijn wel heel geduldige werkwijze, die erop gericht was om zo veel mogelijk eigen manschappen te sparen.
Onder Maurits werd het leger gereorganiseerd. Maurits schafte het gevecht in grote hoeveelheden af en besteedde veel aandacht aan exerceren om het snel en bewegen van een hele eenheid goed te oefenen. Als een leger vlot kon manoeuvreren, kon het flexibel en snel worden ingezet.
De infanteristen werden in brede formaties van tien rijen dik opgesteld. Tijdens een opmars naar de vijand moesten deze formaties ten koste van alles gesloten blijven.
De contramars zorgde ervoor dat er onafgebroken kon worden gevuurd. Het werkte zo:
Na een salvo stapte de eerste rij soldaten van de formatie snel naar achteren om plaats te maken voor de tweede rij. Achteraan in het blok had de eerste rij soldaten tijd om het vuurwapen te herladen. De schutters werden tegen aanvallen beschermd door piekeniers die met hun lansen vijandige aanvallen met ruiterij konden tegenhouden. Door de manschappen eindeloos te laten exerceren, konden zij alle handelingen van het bewegen in gesloten formaties doen. Een voordeel hiervan is dat de soldaten zo het instinct om te vluchten onder vijandelijk vuur te bedwingen.
Maurits besteedde ook veel energie aan de perfectionering en standaardisering van de artillerie. Er werden vier kalibers kanonnen gemaakt, verbetering van de kanonnen was nodig. Een kanon van slecht kwaliteit kon gemakkelijk uit elkaar spatten, met gevolgen voor mensen in de omgeving.
Het afvuren van één schot duurde lang, eerst werd er met lepel grof kruit in de loop gebracht. daarna werd de kogel in de loop geduwd en vastgezet met een prop hooi.
3.2 Bestand en interne twisten
in 1596 sloten Engeland, Frankrijk en de Republiek een verbond tegen Spanje. De Republiek werd nu officieel door Engeland en Frankrijk als een onafhankelijke staat erkend(Drievoudig Verbond)
Deze was nooit eerder afgesloten, omdat voor Elisabet I de Republiek de grote concurrent op zee was en Frankrijk al heel lang een vijand was.
Twee jaar later ontbond de koning van Frankrijk(Hendrik van Navarra) eenzijdig het Drievoudig Verbond.
Begin mei 1598 tekende hij een vredesverdrag met Filips II. Engeland en de Republiek wisten niks van de plannen van Hendrik vN. Engeland had trouwens niet het recht Frankrijk veel te verwijten want het voerde zelf ook geheime gesprekken met Spanje om tot een vrede te komen.
Filips overlijdt september 1598, Isabella nam alles over ook de schuldenlast, de strijd tegen de geuzen had enorm veel tijd, geld en energie gekost.
In de Nederlanden onstond het verlangen naar rust en vrede. Voor het gewest Holland betekende de oorlog een zware financiële last. Ze betaalden 58% belastingen en dus ook veel aan oorlog.
Amsterdamse kooplieden waren voor vrede, want dan zouden ze weer toegang krijgen tot Spanje/Portugal voor zout. In het geheim begonnen Spanjaarden en Nederlanders besprekingen. Vrede werd het niet, de onderlinge tegenstellingen waren te groot, maar werd wel besloten onderhandelaars tot een 12 jarig bestand(1609-1621).
Het bestand zorgde voor onderlinge tegenstellingen tussen de Nederlanders. Raadpensionaris Oldenbarnevelt en grote groep kooplieden-regenten zagen een bestand als een middel om de Republiek financieel gezien te redden. Zonder een forse belasting verhoging kon de oorlog onmogelijk doorgaan.
Tegenover Oldenbarnevelt stond stadhouder Maurits v. Nassau, die voorstander was van een onbuigzame houding tegen Spanje.
Gesprekken of een akkoord zouden de eindoverwinning is gevaar brengen, veiligheid Republiek ondermijnen en zelfs tot een hetstel van de Spaanse tirannie kunnen leiden.
Er ontstond een pamfletten oorlog, maar deze pamfletten oorlog kon de ondertekening van het bestand in antwerpen niet voorkomen, Oldenbarnevelt won. De republiek konden zich tijdens het Twaalf jarig bestand herstellen. Handel met Spanje/Portugal werd hervat, het belangrijkste was dat de Republiek als 'land zonder vorst' niet langer als een tijdelijk iets werd gezien.
Door een verdrag te sluiten met de opstandige NL gewesten, had Spanje feitelijk de onafhankelijkheid van de Republiek erkend.
Relatie tussen Oldenbarnevelt en Maurits verslechterde. Maurits vertrouwde de motieven van Oldenbarnevelt niet meer. Dat oldenbarnevelt een bestand had gesloten met de vijand stond voor Maurits gelijk aan verraad aan het hoofddoel van de opstand: Een militaire overwinning. Tijdens het twaalfjarig bestand verslechterde de relatie tussen de grootmachten zo slecht, dat het bijna een burgeroorlog werd.
De Nederlandse opstandelingen hadden nu geen gezamelijk vijand meer(Spanje), dus vlogen ze elkaar in de haren.
In Leiden 1604 ontstond een hevig conflict tussen twee hoogleraren. Het ging over een godsdienstig probleem: de vraag of het lot van de mens al bij de geboorte door god zou zijn vastgelegd(Arminius / Gomarus)
Aanhangers van Arminius: Rekkelijken / Arminianen
Aanhangers van Gomarus: Preciezen / Gomaristen
Door de godsdienstige spanning moest Oldenbarnevelt en Maurits ook kiezen.
Oldenbarnevelt was diepgelovig en geloofde in de strenge leer van Gomarus. Oldenbarnevelt wilde een einde maken aan de onrust en vond hij dat de overheid het recht had haar wil op te leggen.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden