Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

De Republiek in een tijd van Vorsten Hoofdstuk 3 'De Republiek in Europa'

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 2043 woorden
  • 26 januari 2013
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 7
6 keer beoordeeld

Hoofdstuk 3  De Republiek in Europa

3.1 De oorlog duurt voort

De oorlog vanaf 1580 werd uitgevochten buiten het gewest Holland. Dat lag veilig achter de Hollandse waterlinie. Alleen in dat gebied bloeide de economie tijdens de gouden eeuw. Andere gebieden waren nog oorlog aan het voeren.

De bevoorrading van soldaten waren slecht, boeren waren hier het slachtoffer van.

De Republiek hield stand en de Spanjaarden konden niet de Hollandse Tuin in. Dit was voor een belangrijk deel te danken aan de twee machtigste mannen van de Republiek:

  • Stadhouder Maurits van Nassau
  • Raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt

Raadpensionaris was de voorzitter van de Gewestelijke Staten van Holland, hij was dus machtigste man van Holland

Prestaties van Maurits van Nassau waren ongekend, ondergang van Armada 1588.

De vele oorlogen die Filips moest voeren tegen de turken of dubbele faillissement waren voor de Republiek zeker een steun in de rug.

In 1585 was Maurits 18 jaar en werd toen benoemd tot stadhouder.

Tijdens een voorbereiding van een veldslag/belegering bracht Maurits zijn opdrachtgevers vaak tot wanhoop met zijn wel heel geduldige werkwijze, die erop gericht was om zo veel mogelijk eigen manschappen te sparen.

Onder Maurits werd het leger gereorganiseerd. Maurits schafte het gevecht in grote hoeveelheden af en besteedde veel aandacht aan exerceren om het snel en bewegen van een hele eenheid goed te oefenen. Als een leger vlot kon manoeuvreren, kon het flexibel en snel worden ingezet.

De infanteristen werden in brede formaties van tien rijen dik opgesteld. Tijdens een opmars naar de vijand moesten deze formaties ten koste van alles gesloten blijven.

De contramars zorgde ervoor dat er onafgebroken kon worden gevuurd. Het werkte zo:

Na een salvo stapte de eerste rij soldaten van de formatie snel naar achteren om plaats te maken voor de tweede rij. Achteraan in het blok had de eerste rij soldaten tijd om het vuurwapen te herladen. De schutters werden tegen aanvallen beschermd door piekeniers die met hun lansen vijandige aanvallen met ruiterij konden tegenhouden. Door de manschappen eindeloos te laten exerceren, konden zij alle handelingen van het bewegen in gesloten formaties doen. Een voordeel hiervan is dat de soldaten zo het instinct om te vluchten onder vijandelijk vuur te bedwingen.

Maurits besteedde ook veel energie aan de perfectionering en standaardisering van de artillerie. Er werden vier kalibers kanonnen gemaakt, verbetering van de kanonnen was nodig. Een kanon van slecht kwaliteit kon gemakkelijk uit elkaar spatten, met gevolgen voor mensen in de omgeving.

Het afvuren van één schot duurde lang, eerst werd er met lepel grof kruit in de loop gebracht. daarna werd de kogel in de loop geduwd en vastgezet met een prop hooi. 

3.2 Bestand en interne twisten

in 1596 sloten Engeland, Frankrijk en de Republiek een verbond tegen Spanje. De Republiek werd nu officieel door Engeland en Frankrijk als een onafhankelijke staat erkend(Drievoudig Verbond)

Deze was nooit eerder afgesloten, omdat voor Elisabet I de Republiek de grote concurrent op zee was en Frankrijk al heel lang een vijand was.

Twee jaar later ontbond de koning van Frankrijk(Hendrik van Navarra) eenzijdig het Drievoudig Verbond.

Begin mei 1598 tekende hij een vredesverdrag met Filips II. Engeland en de Republiek wisten niks van de plannen van Hendrik vN. Engeland had trouwens niet het recht Frankrijk veel te verwijten want het voerde zelf ook geheime gesprekken met Spanje om tot een vrede te komen.

Filips overlijdt september 1598, Isabella nam alles over ook de schuldenlast, de strijd tegen de geuzen had enorm veel tijd, geld en energie gekost.

In de Nederlanden onstond het verlangen naar rust en vrede. Voor het gewest Holland betekende de oorlog een zware financiële last. Ze betaalden 58% belastingen en dus ook veel aan oorlog.

Amsterdamse kooplieden waren voor vrede, want dan zouden ze weer toegang krijgen tot Spanje/Portugal voor zout. In het geheim begonnen Spanjaarden en Nederlanders besprekingen. Vrede werd het niet, de onderlinge tegenstellingen waren te groot, maar werd wel besloten onderhandelaars tot een 12 jarig bestand(1609-1621).

Het bestand zorgde voor onderlinge tegenstellingen tussen de Nederlanders. Raadpensionaris Oldenbarnevelt en grote groep kooplieden-regenten zagen een bestand als een middel om de Republiek financieel gezien te redden. Zonder een forse belasting verhoging kon de oorlog onmogelijk doorgaan.

Tegenover Oldenbarnevelt stond stadhouder Maurits v. Nassau, die voorstander was van een onbuigzame houding tegen Spanje.

Gesprekken of een akkoord zouden de eindoverwinning is gevaar brengen, veiligheid Republiek ondermijnen en zelfs tot een hetstel van de Spaanse tirannie kunnen leiden.

Er ontstond een pamfletten oorlog, maar deze pamfletten oorlog kon de ondertekening van het bestand in antwerpen niet voorkomen, Oldenbarnevelt won. De republiek konden zich tijdens het Twaalf jarig bestand herstellen. Handel met Spanje/Portugal werd hervat, het belangrijkste was dat de Republiek als 'land zonder vorst' niet langer als een tijdelijk iets werd gezien.

Door een verdrag te sluiten met de opstandige NL gewesten, had Spanje feitelijk de onafhankelijkheid van de Republiek erkend.

Relatie tussen Oldenbarnevelt en Maurits verslechterde. Maurits vertrouwde de motieven van Oldenbarnevelt niet meer. Dat oldenbarnevelt een bestand had gesloten met de vijand stond voor Maurits gelijk aan verraad aan het hoofddoel van de opstand: Een militaire overwinning. Tijdens het twaalfjarig bestand verslechterde de relatie tussen de grootmachten zo slecht, dat het bijna een burgeroorlog werd.

De Nederlandse opstandelingen hadden nu geen gezamelijk vijand meer(Spanje), dus vlogen ze elkaar in de haren.

In Leiden 1604 ontstond een hevig conflict tussen twee hoogleraren. Het ging over een godsdienstig probleem: de vraag of het lot van de mens al bij de geboorte door god zou zijn vastgelegd(Arminius / Gomarus) 

Aanhangers van Arminius: Rekkelijken / Arminianen
Aanhangers van Gomarus: Preciezen / Gomaristen 

Door de godsdienstige spanning moest Oldenbarnevelt en Maurits ook kiezen.

Oldenbarnevelt was diepgelovig en geloofde in de strenge leer van Gomarus. Oldenbarnevelt wilde een einde maken aan de onrust en vond hij dat de overheid het recht had haar wil op te leggen.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Maurits koos voor de kant van de preciezen, die zich verzetten tegen de overheidsbemoeienis in zaken van het geloof.

In 1610 overhandigden de Arminianen aan de staten van Holland een remonstrantie, waarin zij hun standpunten nog eens uitvoerig toelichten, de Gomaristen deden daarna exact hetzelfde met een contraremonstrantie.

De staten wilde dat beide partijen vrede ging sluiten, maar het was al te uitgebreid. Verbod op predesti-natieleer had ook geen nut meer.

Bij hooglopende discussie werd de Nationale Synode bijeen geroepen. Maar de Arminianen hielden dit tegen, omdat de Gomaristen in de synode in meerderheid waren. De staten van Holland namen op voorstel van Oldenbarnevelt in 1617 een Scherpe Resolutie aan, Holland verklaarde zich tegen de Nationale Synode en de steden namen 'waardgelders' in dienst.

Waardgelders waren huurlingen die opstandige contraremonstranten in bedwang moesten houden, hierdoor kwam bijna een burgeroorlog.

Maurits zag zijn positie als legerleider aangetast. Op 23 juli 1617 besloot Maurits om openlijk contraremonstrantse diensten bij te wonen. Daarna reisde hij door de Republiek om in steden regenten te vervangen door eigen aanhangers. Maurits ontsloeg de waardgelders, waarmee Oldenbarnevelt in het nauw gedreven werd.

De Synode van Dordrecht eindigde met een overwinning voor de radicale contraremonstranten. De ideeën van Arminius werden veroordeeld en de remonstrantse predikanten werden met steun van de overheid het land uitgezet.

3.3 Het Europese machtsevenwicht

In 1618 was in de Duitse gebieden van het Habsburgse Rijk een oorlog uitgebroken(Dertig jarige Oorlog). Aanleiding: Keizer Ferdinand ook koning van Bohemen dreigde koning te worden.

Tijdens onderhandelingen in het kasteel van Praag liep het conflict zo hoog op, dat de protestanten 3 katholieken onderhandelaars van de Habsburgse Keizer uit het kasteelraam gooiden. 

Oorzaken van de Dertig Jarige Oorlog:

- Duitse vorsten verdedigden het particularisme
- Centralisatie door de Habsburgers                                          - Hardvochtige optreden tegen het protestantisme

Maurits verwachtte een grote godsdienstoorlog, waarbij Europese protestantse staten ook betrokken zouden raken.

Republiek steunde de duitse opstandelingen met 100000 gulden per maand. Engeland stuurde een troepenmacht(4000 man)

Maurits hoopte op een oorlog, waarbij Spaanse Habsburgers gedwongen zouden worden om hulp te schieten. Als dan aan het einde van het 12 jarig bestand de oorlog met Spanje zou worden hervat, had Spanje meerdere dingen aan het hoofd en kon Spanje de aandacht niet volledig op de strijd met de Nederlanden richten.

Er kwam hulp van Frankrijk, dit was verrassend van het overwegend katholieke Frankrijk. Lodewijk XIII had dit samen met eerste minister kardinaal De Richelieu besloten dat steun aan protestanten de beste manier was om de belangen van de Habsburgers te schaden.

In 1648 eindigde de Dertig jarige Oorlog. Vrede van Münster beëindigde de Nederlandse opstand tegen Spanje.

Habsburgers waren de grote verliezer:

- Moesten de onafhankelijkheid van de Republiek officieel erkennen.

- Verloren grotendeels hun zeggenschap over de Duitse keurvorsten.

Frankrijk was ook een winnaar van de vrede, het werd heel machtig verwierf in 1648 Elzas-Lotharingen.

De Westfaalse vrede zorgde ook voor godsdienstige vrede, vorsten kwamen erachter dat er nooit een winnaar was op het gebied van godsdienstige kwesties. Men koos voor een beleid van 'Leven en laten leven'

De diepe betekenis van de Westfaalse vrede ligt vooral in de acceptatie van de Europese heersers van dit nieuwe machtsevenwicht. De katholieken en protestantse staten van Europa waren tot elkaar veroordeeld.

3.4 Een dynamische economie 

Amsterdam werd belangrijk als vestigingsplaats voor grote handelsfirma en ook als goed georganiseerde financiële dienstverlening. Rond 1600 kreeg Amstedam verschillende instellingen die de internationale handel zou stroomlijnen. Bij de wisselbank kon men bijvoorbeeld geld onderbrengen, wisselen tegen andere valuta.

De beurs was de aangewezen plek voor het charteren van scheepsruimte, verzekeren van scheepslading, kredietverlening etc. Aangestelde makelaars bemiddelen kopers en verkopers.

De beursmakelaars waren ook onmisbaar voor de opstellers van prijscouranten(prijslijsten). Vanaf 1618 kwamen ze als drukwerk. De gedrukte versie maakte de courant voor iedereen toegankelijk. Boekdrukkers en boekverkopers zorgden voor de productie en verspreiding.

Langzaam werd de aangeboden informatie algemener en werden er berichten opgenomen over politieke ontwikkelingen.

Dit heeft allemaal ervoor gezorgd dat Amsterdam zich kon ontwikkelen tot een wereldhandelcentrum.

Tijdens de Nederlandse opstand speelde de expansie ook. Republiek was in oorlog met Spanje, dat samen met Portugal het recht claimde de wereldzeeën te mogen bevaren. De Republiek vocht dit aan m.b.v. Mare Liberum.

De Eerste schipvaart was een ramp, maar ze gingen toch met een tweede vloot naar Azië. Dit keer wel met succes. 

De kooplieden die de eerste tochten naar Azië organiseerden werkten samen in voorcompagnieën om de risico van de lange, gevaarlijke reizen te verspreiden. Verschillende compagnieën bestreden elkaar fel om eigen winsten te vergroten. Oldenbarnevelt greep in, hij hield de handelaren voor dat prijzen door de onderlinge concurrentie steeds verder onder druk kwamen te staan, terwijl de expedities onbetaalbaar werden.

Oldenbarnevelt riep in 1598 een vergadering bijeen voor alle voorcompagnieën, in 1602 gingen alle voorcompagnieën tot één gezamenlijke publiek-private compagnie: Verenigde Oost-Indische Compagnie(VOC).

VOC was de eerste NV met een startkapitaal van 6 miljoen gulden. De compagnie kreeg van de Staten-Generaal niet alleen een handelsmonopolie, maar ook soevereine rechten.

in 1600 hadden Engelse kooplieden zich al verenigd in de East India Company en de Fransen met de compagnie D'Orient, door deze compagnieën ontstond het handelskapitalisme.

in 1621 West-Indische Compagnie(WIC) hield zich bezig met handel tussen Europa/Afrika/Noord- en Zuid-Amerika = Driehoekshandel.

Europa - Afrika: wapens, drank, werktuigen.

Afrika - Amerika: slaven

Amerika - Europa: maïs, suiker, zout, tabak

Slaven deden in Amerika de klusjes waar andere voor schuwden.

VOC was primair opgericht voor de handel, de oorlog tegen Spanje was bijzaak. Bij de WIC was dit precies andersom. De WIC mocht geen militairen inzetten zonder toestemming van de Staten-Generaal.

WIC ging zich richten op kaapvaart. In opdracht van de Staten-Generaal mochten vijandelijke schepen worden buitgemaakt.

WIC ging zich richten op kaapvaart. In opdracht van de Staten-Generaal mochten vijandelijke schepen worden buitgemaakt.

Oorlog met Spanje en de kaapvaart stonden het functioneren van de WIC als handelscompagnie in de weg. Het was risicovol om te investeren in de WIC. Ook door Engelse en Franse concurrentie. Het was nooit in staat om een handelsmonopolie af te dwingen. Vertrouwen in het bedrijf daalde met als gevolg dat de aandelenkoersen daalden.

Na de vrede van Münster, konden geen Spaanse schepen meer worden gekaapt en moest de WIC terugvallen op handelsactiviteiten, maar de concurrentie hiervoor was ook te hoog, de WIC werd na een paar moeizame jaren opgeheven

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.