Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Boek 4 H1 Zouten

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 1236 woorden
  • 17 december 2012
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
2 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Atoombouw.

Bij een reactie hergroeperen de atomen van de moleculen van de beginstoffen zich tot nieuwe moleculen.

Atomen bestaan uit kleinere deeltjes, elektronen en protonen.

Elektronen hebben de lading 1- en protonen de landing 1+.

In de atoomkern bevinden zich protonen en neutronen. Aan de buitenkant is een elektronenwolk. De rest is leeg. Dit is het atoommodel van Rutherford.

Elke atoomsoort heeft zijn eigen aantal protonen. De atoomnummers, het aantal protonen in de kern, staan in tabel 39 van de Binas. De massa van een proton en een neutron zijn gelijk.

Massa proton: 1 u, massa neutron: 1 u, massa elektron: verwaarloosbaar.

1 u is de ‘atomaire massa-eenheid u’.

De som van protonen en neutronen is het massagetal. Dat kun je zo opschrijven: Na-23 of 23Na.

Je hebt ook isotopen. Voorbeeld: Je hebt een ‘normaal’ atoom. Daar zijn 5 protonen en 5 neutronen. Een isotoop heeft dan bijvoorbeeld 5 protonen en 6 neutronen of 4.

Stroomgeleiding.

Er zijn twee soorten lading: positieve en negatieve lading. Een atoom is neutraal als het aantal protonen gelijk is aan het aantal elektronen. Anders is het een geladen deeltje.

Zouten geleiden als vaste stof geen stroom maar gesmolten en opgelost wel.

Zouten bestaan uit positieve ionen, metalen, en negatieve ionen, niet-metalen. Een oplossing van een zout in water geleidt de stroom door vrije ionen. Hoe meer vrije ionen in een oplossing aanwezig zijn, hoe groter de stroomgeleiding is.

-Als je een zout smelt dan gaan de positieve ionen naar de negatieve elektroden (stroom). De positieve ionen zijn metalen. Dus bij de negatieve elektrode ontstaat een metaal. En de negatieve ionen gaan naar de positieve elektrode (stroom). Dus daar ontstaat een niet-metaal. Het zout wordt dus zo gescheiden. 

-Als je een zout oplost in water, gebeurt precies hetzelfde als je het smelt.

Positieve ionen hebben hetzelfde aantal protonen en minder elektronen dan het overeenkomstige atoom. Negatieve ionen hebben ook hetzelfde aantal protonen en meer elektronen dan het overeenkomstige atoom.

De kracht die deeltjes in een vaste stof bij elkaar houdt, heet: binding.

Tussen moleculen is dat de molecuulbinding of vanderwaalsbinding.

Tussen ionen, in een vast zout, is dat ionbinding.

Zoutformules.

Als een ion één elektron meer heeft dan het aantal protonen is de lading 1-.

Twee meer, dan is de lading 2-.

Als je weet welke ionsoorten aanwezig zijn, kun je de formule van dat zout opstellen. Een zout is altijd elektrisch neutraal. De verhoudingsformule is de formule die de verhouding van de ionen aangeeft.  

 

Voorbeeld:                               ion                                 samengesteld ion

                                              ijzer(II)chloride              calciumhydroxide

1 welke ionen?                                  Fe2+ en Cl-            Ca2+ en OH-

2 elektrisch neutraal, dus                  1x  Fe2+ en 2x Cl-  1x Ca2+ en 2x OH-

3 opschrijven                                    Fe2+Cl-2                                 Ca2+(OH-)2

Samengestelde ionen.

Een samengesteld ion bestaat uit meerdere atomen, die samen een lading hebben.

Ca2+ Cl-2 (s)  Ca2+ (aq) + 2 Cl- (aq)

oplossing van                          triviale naam                           notatie

natriumhydroxide           natronloog                     Na+ (aq) + OH- (aq)

kaliumhydroxide            kaliloog                                   K+ (aq) + OH- (aq)

calciumhydroxide           kalkwater                                Ca2+ (aq) + 2 OH- (aq)

Triviale namen staan in Binas tabel 103A. In tabel 45A kan je opzoeken of een zout oplost in water.

Samengestelde ionen.

NH4+                     ammonium                   CO32-               carbonaat

OH-                            hydroxide                       SO32-                    sulfiet

NO2-                     nitriet                            SO42-               sulfaat

NO3-                     nitraat                            SiO32-              silicaat

CH3COO-         ethanoaat/ acetaat              PO43-               fosfaat

HCO3-          waterstofcarbonaat

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.