Beschouwen
Een artikel wat je van meerdere kanten belicht noem je een beschouwing. Het doel van beschouwen is mensen laten nadenken over het onderwerp en ze zelf een mening laten vormen. De inhoud van een beschouwing vertelt alle kanten van het onderwerp. De stijl van een beschouwing hoeft niet zakelijk te zijn, maar wel genuanceerd en objectief omdat de lezer zelf een mening moet vormen. Daarom is het slim om je eigen mening niet te laten meedoen of alleen in het slot.
Opbouw
Inleiding (alinea 1)
- Presenteer het onderwerp
- Enthousiasmeer de lezer
Kern (alinea 2 t/m …..) - (per alinea alle informatie van 1 ‘subonderwerp’ bij elkaar zetten)
- Behandel de positieve kanten
- Behandel de negatieve kanten
- Behandel de oplossingen
Slot (laatste alinea)
- Korte samenvatting of conclusie
- Je eigen mening (mag ook zeker weg gelaten worden)
Kies een tekststructuur die je kunt dromen. Let op! Niet alle tekststructuren zijn geschikt voor een beschouwing!
Belangrijk
- Pas je woordgebruik aan op het publiek wat je wil bereiken
- Kwalitatieve informatie
- Gebruik van verbindingswoorden en signaalwoorden, verbanden
- Plaats de kernzinnen op de juiste plaats
- Geen nieuwe informatie geven in het slot
- Gebruik een pakkende titel (mag ook een vraag zijn!)
- Na iedere alinea een witregel
- Let op goede spelling, interpunctie en formulering (maak je zinnen niet te lang!)
Betogen
Een tekst die andere probeert te overtuigen van jou eigen mening noemen we een betoog. Het doel van een betoog is niet alleen overtuigen maar ook activeren, bv. lid worden van het wnf of een andere organisatie of stoppen met roken. De inhoud van een betoog is het beargumenteren van jou standpunt en weerleggen van tegenargumenten. De stijl van het zelfgeschreven betoog is genuanceerd, subjectief en persoonlijk.
Opbouw
Inleiding (alinea 1)
- Deponeren van de stelling, presenteren van het standpunt
- Aandacht van de lezer trekken
Kern (alinea 2 t/m 6)
- 3 argumenten voor (alinea 2 t/m 4)
- 2 argumenten tegen (alinea 5 en 6, je gebruikt per alinea 1 tegenargument en 1 weerlegging)
- De argumenten tegen weerleggen (alinea 5 en 6, je gebruikt per alinea 1 tegenargument en 1 weerlegging)
Slot (alinea 7)
- Herhalen van het standpunt
- Bij aanzetten tot actie, aansporen
Belangrijk
- Kwalitatieve informatie
- Gebruik van verbindingswoorden en signaalwoorden, verbanden
- Plaats de kernzinnen op de juiste plaats
- Gebruik een pakkende titel. Let op! Bij een betoog absoluut geen vraag!
- Geen nieuwe informatie geven in het slot
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden