Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 6

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 535 woorden
  • 14 april 2012
  • 34 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
34 keer beoordeeld

Nask hoofdstuk 6:

6.1 a
Je kunt alleen voorwerpen zien als er licht vanaf het voorwerp in je ogen komt.
Maar licht dat in je ogen komt, moet ergens ontstaan. Licht wordt gemaakt door een lichtbron.
Dat is een voorwerp waarin licht ontstaat.
De belangrijkste lichtbron is de zon.
Je kunt ook voorwerpen zien die zelf niet licht geven.
Dat gebeurt door terugkaatsing, bijvoorbeeld dat de zon op het gras schijnt, dan kaatst het gras licht terug en zo zie je het gras.
Een lichtbundel is de koplamp van een auto, dit kun je namaken met een zaklamp en een plantenspuit.
Sommige lichtbundels zijn even breed, dat noem je evenwijdige lichtbundels.
Licht gaat altijd rechtdoor, daarom wordt licht aangegeven met rechte lijnen er is dan een pijltje in die streep die aangeeft welke kant het licht op gaat.
Bij een divergente lichtbundel komt het licht uit één punt .
Bij een convergente lichtbundel gaat het licht naar één punt.

6,1B
In de klas als de beamer aan staat, kunnen alle leerlingen het scherm zien, alle leerlingen krijgen dus licht van het scherm in hun ogen.
Dat heet diffuse terugkaatsing ( licht wordt in alle richtingen teruggekaatst).
Bij spiegelende terugkaatsing word het licht in één richting teruggekaatst.
Tekenen van spiegelende terugkaatsing:
• De normaal is een hulplijn loodrecht op de spiegel n
• De hoek van inval is de hoek tussen de invallende lichtstraal en de normaal. i
• De hoek van terugkaatsing is de hoek tussen de teruggekaatste lichtstraal en de normaal t
De hoek van inval is gelijk aan de hoek van terugkaatsing.
Bij spiegelende terugkaatsing geld de terugkaatsingwet.

6.2a
Als het witte licht van een lamp op een cd valt, zie je een regenboog.
Dat komt doordat het witter licht word gesplitst in verschillende kleuren, dat heet kleurschifting.
De volgorde is altijd; rood, oranje, geel, groen blauw, indigo en violet.
Zon regenboog noem je een spectrum.
Ook met behulp van een prisma kan zon spectrum worden gemaakt.

In zonlicht zit ultraviolette straling, als daar teveel van op je lichaam komt verbrand je.
Ultraviolette zit ook in lampen van een zonnebank.

Rondom de aarde zit een laag gassen; de dampkring.
Die bestaat het meest uit zuurstof en stikstof.
Ook bestaat hij uit ozon, dat is op een hoogte van 10/40 km.
Die ozon houd een groot deel van de uv-straling tegen.
Maar de ozonlaag wordt aangetast door stoffen waar chloor in zit.
Vooral door cfk, wat vroeger werd gebruikt als haarlak.
In het spectrum van de zon zit infrarode straling dat is een warmtestraling die je niet met je ogen kunt waarnemen, wel met een infraroodcamera.
Alle voorwerpen die warmte afgeven , zijn bronnen van infraroodstraling.

Ook zijn er nog andere stralingen zoals elektromagnetische straling.
Bijv; röntgenstraling, microgolven, televisie en radio golven.

6.2B
Als je in de spiegel kijkt zie je jezelf, je spiegelbeeld staat net zo ver weg dat wat jij van de spiegel staat.
Een spiegelbeeld kan niet op een scherm worden opgevangen, zo’n beeld noem je virtueel.
Een virtueel beeld is een beeld die je wel kan zien maar er niet echt is.

Tekenen van de teruggekaatste bundel kan op 2 manieren.
Met behulp van de terugkaatsingswet, en met behulp van het beeld.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.