Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Theater

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1232 woorden
  • 26 juni 2002
  • 352 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
352 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
2.1 Wat is theater? We spreken over theater als er een speelplek is waar een of meer spelers voor een publiek optreden. Er zijn verschillende vormen van theater: - Toneelspel - Mime - Dans - Zang - Muziek - Een combinatie van de bovengenoemde
Als in een voorstelling meerdere kunstvormen worden gecombineerd spreken we van een totaaltheater. 2.1.1 De speelplaats Er zijn twee verschillende soorten theaters te onderscheiden, het lijsttheater en een lijsttoneel. Het lijsttoneel is meestal te vinden in de traditionele schouwburg. Er is een duidelijk afgebakend hoog podium, vaak met een dik fluwelen voordoek, en het publiek zit op enige afstand in de zaal. Het vlakke vloertheater heeft geen verhoogd podium en meestal geen omlijsting. De voorstelling wordt gespeeld op de vloer en het publiek zit op een schuin oplopende tribune. Als het speelvlak en de zaal een geheel vormen noemen we dat ook wel een open speelvlak. Er zijn ook vormen vak theater die niet in een bepaalde ruimte gespeeld worden maar gewoon tussen mensen op straat. Dit noemen we theater op lokatie. 2.1.2 Theater is niet allen amusement Theatervoorstellingen kunnen ingedeeld in 2 categorieën: - Theater dat de toeschouwers voorla wil amuseren - Theater dat het publiek iets wil zeggen
2.1.3 De theatrale middelen De theatrale middelen die de regisseur bij de vormgeving tot zijn beschikking heeft zijn: - spel - decor - kleding en grime - belichting - muziek - geluidseffecten
Een artistiek gebruik van deze middelen kan en aantrekkelijke voorstelling opleveren. 2.1.4 Hoe komt een voorstelling tot stand Mensen die meewerken aan theaterproductie zijn: - De artistiek leider, deze stelt het repertoire vast en kiest de medewerkers - De zakelijk leider, deze beheert de financiën - De regisseur, dit is de vormgever van de voorstelling - De dramaturg geeft regisseurs en acteurs informatie over de achtergrond van het stuk. - De decor- en kostuumontwerper zorgt voor de aankleding van het stuk - De lichtontwerper maakt een draaiboek voor de belichting - De spelers spelen het stuk - De grimeurs maken de spelers op voor hun rol - De productieleider ziet toe op het hele proces - De pr-medewerker zorgt voor reclame 2.1.5 Gesubsidieerde en vrije producties Grote theatergezelschappen en orkesten krijgen meestal subsidie van de regering. Regering, provincie of gemeente stellen jaarlijks een bedrag beschikbaar dat bedoeld is voor het realiseren van theaterproducties. Gezelschappen kunnen ook op zoek gaan naar sponsors voor hun producties. Vrije producties zijn producties waar men er van uitgaat dat ze zichzelf terugverdienen. 2.2 Toneel 2.2.1 Tekst en voorstelling De tekst van een voorstelling kan op verschillende manieren gespeeld worden. Als een tekst op andere manier gespeeld wordt kan dit steeds anders overkomen. 2.2.2 Personages Voor de toeschouwer is het bij een toneelvoorstelling eigenlijk nooit direct duidelijk wat de personages voor karakters en problemen hebben. Je kunt informatie over de personages krijgen doormiddel van: - Mededelingen van anderen - Zelfkarakterisering - Relatie tot andere personages 2.2.3 Betekenis en interpretatie Een toneelstuk is geen toevallige samenloop van omstandigheden. De auteur had bij het schrijven van waarschijnlijk een bedoeling. De schrijver probeert meestal zijn bedoelingen zo natuurlijk mogelijk in zijn toneelstuk te verweven.
2.2.4 Structuur: hoe is het verhaal opgebouwd Een traditioneel handelingsverloop: - De voorstelling begint met een expositie, waarin het publiek de noodzakelijke informatie krijgt om het stuk te kunnen volgen - Op het motorisch moment gebeurt er iets waardoor de handeling goed op gang komt. - De gebeurtenissen leiden tot een climax die een omslag in de situatie van de hoofdpersonage veroorzaakt. - Ten slotte volgt de afloop, de ontknoping. Toneelstukken en films die op deze manier zijn opgebouwd hebben een overzichtelijk handelingsverloop. Bij een scenische opbouw is er niet echt een duidelijke opbouw te vinden. Het verhaal bestaat dan uit losse scènes die ogenschijnlijk geen verband met elkaar hebben maar uiteindelijk toch een geheel vormen. In het absurde theater is helemaal geen lijn te vinden. 2.3 Cabaret 2.3.1 Cabaret kent veel verschijningsvormen Een cabaretier maakt kritische kanttekeningen bij het dagelijks leven. De cabaretier houdt de toeschouwer graag een spiegel voor en dat zou wel eens een pijnlijke confrontatie kunnen opleveren. Verschillende soorten cabaret zijn; - Litterair-satirsch cabaret, dat bestaat uit korte humoristische sketches, fraaie liedjes en meestal eenrichtingsgesprekken met het publiek - Geëngageerd, maatschappijkritisch cabaret, dat ontwikkeling in de maatschappij volgt - Beschouwend, verhalend cabaret. De cabaretier vertelt een avondvullend verhaal met vele zijwegen en schijnbare ontsporingen en zingt een aantal liedjes. - Muzikaal cabaret het muzikale element overheerst en de tekst is minder belangrijk. - Nonsenscabaret, dit is cabaret waar alleen onzin in voorkomt. - Fysiek cabaret, wordt gevoerd door lichamelijke bewegingen. - Stand-up comedians, improviseren hun hele stuk. 2.3.2 Cabaret en toneel Het verschil tussen toneel en cabaret is dat de hoofdrolspelers zich op persoonlijke titel presenteren. Er is bij cabaret geen sprake van een voorstelling op basis van toneeltekst. 2.4 Muziektheater 2.4.1 Opera De opera ontstond in rond 1600 en werd al snel populair in brede lagen van de bevolking. Een opera begint met een ouverture bij gesloten doek, daarna gaat het doek open en begint het eigenlijke stuk. De personages spreken hun teksten niet maar zingen deze. In een aria maakt de zanger hoe zijn gemoedstoestand op dat moment is. Bij opera wordt veel andacht besteed aan spectaculaire decor en verrassende licht- en geluidseffecten. Veelgebruikte onderwerpen in opera’s zijn: - verhalen uit de mythologie - verhalen uit het dagelijks leven - bekende liefdesverhalen 2.4.2 Operette In een operette zijn de onderwerpen doorgaans luchtiger en de muziek eenvoudiger dan in een opera. Van een diepere betekenis is eigenlijk nooit sprake. Omdat de muziek meestal eenvoudiger is, is de operette ook geschikt voor amateurgezelschappen.
2.4.3 Musical Het verhaal in een musical is meestal niet zo onbeduidend als dat in een musical. Het is realistischer en heeft ondanks een uitbundige, showachtige presentatie een serieuze ondertoon. 2.4.4 Overige vormen van muziektheater. Als er in muziektheater eens samenloop zit van gesproken tekst, zang, muziek en dans, spreken we gewoon van muziektheater. 2.5 Dans 2.5.1 Van ritueel en ontspanning naar voorstelling Mensen hebben overal en altijd gedanst. De eerste dansen kwamen vooral voort uit godsdienstige ceremoniën maar al gauw was er sprake van dansvoorstellingen waar toeschouwers kwamen kijken. 2.5.2 Danstechnieken In de westerse theaterdans zijn twee vormen van danstechniek te onderscheiden: - Het academisch ballet (ook wel klassiek ballet genoemd_ - De moderne dans - Het showballet is een populaire vorm van moderne dans. 2.5.3 Hoe komt en voorstelling tot stand een dansgroep kent in grote lijnen dezelfde structuur als ieder ander theatergezelschap. Maar er zijn enkele mensen die speciaal voor een dansvoorstelling nodig zijn, namelijk: - De choreograaf, deze bedenkt de voorstelling en werkt het verhaal uit in danspassen. - De dansers, deze dansen het stuk. In de dansers zijn verschillende groepen te onderscheiden: - Solisten - Halfsolisten - Het corps de ballet - De balletmeester 2.5.4 Drie genres In grote lijnen zijn er drie soorten dansvoorstellingen te onderscheiden: - Het verhalende of afbeeldende ballet. - Het thematische ballet - De absolute dans

Deze genres zijn niet altijd duidelijk te onderscheiden, in vee balletten gaat het om een combinatie. 2.5.5 Waar gaat een dansvoorstelling over? In een dansvoorstelling vormen beweging, muziek, decors en licht samen de voorstelling. De dansers communiceren via hun lichaamsbewegingen met het publiek. 2.6 Mime/bewegingstheater Mime is de kunst van de suggestie. Mimespelers drukken een verhaal uit zonder daarbij tekst te gebruiken. Vaak hebben ze nauwelijks attributen en een minimum aan decor. Om het verhaal duidelijk te maken zijn hun bewegingen en uitdrukkingen nadrukkelijker dan in het dagelijks leven.

REACTIES

B.

B.

goed gedaan meid

je bent een kanjer!!

love ya ciao.. kiss

19 jaar geleden

M.

M.

Is gewoon exact gekopieerd van een andere site????

11 jaar geleden

S.

S.

Er staat een fout. Een lijsttoneel of een lijsttheater is niet te onderscheidde want dat is hetzelfde. Je hebt twee vormen dat zijn het lijsttheater en vlakkevloer theater. Daarnaast heb je eigenlijk ook nog locatietheater

10 jaar geleden

C.

C.

Goed,
Alleen zie ik her en der wel wat spelfoutjes waar ik zelf niet zo goed tegen kan :#

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.